De Jonge heeft besloten tot de verhoging van het budget na advies van de NZa, zo schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. De autoriteit constateerde afgelopen mei dat het budgettaire kader voor de Wlz in 2021 naar verwachting ontoereikend zou zijn en adviseerde het bedrag te verhogen met 433 à 471 miljoen euro te verhogen. De minister is daar tussenin gaan zitten.
Van de 27,6 miljard euro is dit jaar 23,2 miljard beschikbaar als contracteerruimte voor zorg in natura, 3 miljard voor het pgb-kader en 1,5 miljard voor het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.
Psychische stoornis
Het tekort hangt volgens de minister samen met toename van het aantal aanvragen van de cliënten met een psychische stoornis (GGZ-W) als gevolg van het openstellen van de Wlz voor deze cliënten. Wat meespeelt is dat er vorig jaar ruim 24.000 indicatie-aanvragen voor GGZ-W zijn ingediend bij het CIZ, de helft meer dan de 16.000 aanvragen die vorig jaar waren voorzien. Door die grotere toestroom konden niet alle indicatie-aanvragen vorig jaar worden afgehandeld en komt rond 30 procent daarvan in dit jaar terecht.
Een bedrag van 1,2 miljard euro is opgebouwd uit 1 miljard voor ggz-cliënten die op grond van de wetswijziging in 2021 nieuw zijn ingestroomd in de Wlz en 146 miljoen voor bestaande Wlz-cliënten die (budgettair neutraal) vanuit een ander zorgprofiel zijn geherindiceerd naar GGZ-W.
Snel herstel
Wat ook een hoger Wlz-budget veroorzaakt is een sterker dan verwacht aantal Wlz-indicaties. Eerder dit jaar leek volgens De Jonge nog geen zicht op een snel herstel daarvan, in verband met de coronacrisis: “Het aantal indicaties had toen nog een dalende trend, er was sprake van oversterfte in de Wlz-populatie en ook het aantal cliënten dat gebruikt maakte van intramurale V&V-zorg daalde”, schrijft hij in zijn brief aan de Tweede Kamer.