Ook wil de minister weten of de groep zorgmedewerkers aan wie VWS het geld wil geven, juridisch afdoende is afgebakend. Het zijn zorgmedewerkers die van maart tot en met juni 2020 directe zorg hebben verleend aan coronapatiënten en/of daar nauw bij betrokken waren, zelf ziek zijn geworden en vanwege langdurige klachten minder of niet meer kunnen werken. Tot slot wil Helder weten of er gevaar dreigt voor precedentwerking.
Schrijnend
“Ik vind het schrijnend dat sommige zorgmedewerkers die tijdens de eerste golf klaarstonden om voor covidpatiënten te zorgen, nu ernstige gevolgen ondervinden van langdurige post-covid klachten”, licht Helder toe. Deze zomer heeft het kabinet verkend of het iets kan doen voor deze specifieke groep. Het voorstel, dat woensdag naar de Raad van State is gestuurd, is bedoeld als erkenning van het leed dat deze zorgmedewerkers ondervinden, benadrukt de minister.
“De juridische weging van de Raad van State kan aanleiding zijn om het voorstel aan te passen”, zegt de minister. Gezien de “urgentie” om snel een besluit te nemen over compensatie vanuit de Tweede Kamer en de samenleving, hoopt ze zo snel mogelijk een advies van de Raad te ontvangen. (ANP)