Zorgorganisaties moeten normaal hun jaarverantwoording uiterlijk 31 mei inleveren. VWS heeft vandaag besloten om dat met vier maanden uit te stellen: instellingen dienen dus voor 1 oktober dit jaar hun jaarverantwoording klaar te hebben over het afgelopen boekjaar.
Vorig jaar verleende het ministerie ook vier maanden uitstel in verband met de plotselinge drukte waar de zorgsector mee te maken kreeg na de coronauitbraak. Desondanks slaagde een derde van de 6000 instellingen er niet in om die deadline van 1 oktober te halen.
Waarschuwingen
Na enkele waarschuwingen nam dat aantal langzaam af. Begin deze maand bleken nog steeds 500 instellingen hun jaarverslag over 2019 niet te hebben ingeleverd. Daarop besloot de IGJ hen een boete op te leggen (‘last onder dwangsom’).
Deze organisaties moeten tien weken lang elke week duizend euro betalen. De inspectie liet weten dat vooral bedrijven in de thuiszorg, ggz en de verpleging ‘sterk zijn vertegenwoordigd’ bij de groep die geen jaarverslag had gedeponeerd.
Vier weken
Vanaf het moment dat een instelling daadwerkelijk moet betalen, krijgt de directie eerst vier weken de tijd om alsnog over de brug te komen. Bijvoorbeeld: de eerste groep van 277 instellingen die op 5 maart de IGJ-brief ontving, moet na vier weken, dus 2 april aanstaande, elke week tien weken lang duizend euro betalen. In totaal is dit 10.000 euro. Een instelling kan de boete ontlopen door voor 2 april alsnog het jaarverslag te deponeren. De tweede groep instellingen heeft twee weken daarna een IGJ-brief ontvangen. Ze hebben twee weken langer respijt.
Voor kleinere bedrijven, die een ‘vereenvoudigde verantwoording’ mogen sturen, geldt overigens een bedrag van 500 euro per week als boete.
C.W. van Leeuwen
Uitstel in noodzakelijk omdat de afwikkeling van de comensatieregelingen toch veel meer tijd (en moeite) vragen dan verwacht. Zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten hebben meer tijd nodig om ingediende meerkosten te gaan controleren. Hopelijk wordt deze uitstel van deponering jaarverslaglegging niet gebruikt door deze genoemde financierende partijen om onnodig lang over ingediende meerkosten Covid-19 te gaan debateren. De vergoeding van de extra kosten moet, zoals vooraf toegezegd, vooral op vertouwen gebaseerd zijn. Zorgorganisaties hebben dat vertrouwen ook verdiend. In de tijd van de corona uitbraken stonden de zorgverleners voor ons klaar, laten we hen nu vermoeien met de financiële afwikkeling van de extra gemaakte kosten die gemaakt zijn om de noodzakelijke zorg voort te kunnen zetten.