Bij veel verpleeghuizen moeten nieuwe cliënten langer op een plek wachten dan afgesproken. Slechts 19 procent van de verpleeghuizen biedt plek binnen de landelijke norm van zes weken. Dit blijkt uit een onderzoek van de Consumentenbond.
De Consumentenbond belde 101 verpleeghuizen met de vraag hoelang de wachttijd is voor een familielid met vergevorderde dementie. Bij 47 procent van de verpleeghuizen duurt het langer, waarbij een half jaar geen uitzondering is. De rest van de verpleeghuizen kan geen goede inschatting maken van de wachttijd.
“Behalve dat de wachtlijsten vaak lang zijn, blijkt uit het onderzoek ook dat verpleeghuizen die geen plek hebben binnen zes weken, verzuimen om door te verwijzen naar een zorgkantoor”, constateert de Consumentenbond. “Bovendien geven ze niet of nauwelijks informatie over alternatieve vormen van zorg tijdens het wachten.”
Verantwoordelijk staatssecretaris Martin van Rijn zegt dat de informatie aan cliënten voor wie nog geen plaats is en aan hun dierbaren “echt beter moet”. “We houden landelijk goed in de gaten hoe lang mensen moeten wachten, via maandelijkse rapportages van het Zorginstituut”, aldus de bewindsman.
Volgens Van Rijn “vindt het overgrote deel van de cliënten een passende plek binnen de tijd die daarvoor staat. Het is de taak van de zorgkantoren om dat goed te regelen en mensen ondertussen goed op de hoogte te houden. We hebben in de afgelopen periode geconstateerd dat dit beter kan en moet. De Nederlandse Zorgautoriteit zit hier bovenop en verlangt van de zorgkantoren dat zij dit snel verbeteren.”
Financiële consequenties
De lange wachtlijsten hebben ook financiële consequenties voor de betrokkenen. Voor de thuiszorg die veel mensen krijgen geldt geen eigen bijdragen en geen eigen risico. Dit verandert met een indicatie voor een verpleeghuis. Consumenten die op de wachtlijst belanden, krijgen overbruggingshulp vergoed uit de Wet langdurige zorg. De eigen bijdrage daarvoor kan oplopen tot honderden euro’s per maand, aldus de Consumentenbond. (ANP/Skipr)