Zorgorganisaties maken zich zorgen over de inlogmiddelen en de verplichte betrouwbaarheidsniveaus die voortvloeien uit de Wet digitale overheid (Wdo), die juli vorig jaar gefaseerd in werking is getreden. De eisen gaan hierdoor omhoog en gevreesd wordt dat hierdoor de IZA-doelen voor hybride zorg niet gehaald worden. Dat staat in een recent verschenen rapport van Hooghiemstra en partners, gebaseerd op interviews met belanghebbenden.
Knelpunten
Er komt een aantal knelpunten en zorgen uit het rapport naar voren. Zo zou de invoer van een hoger betrouwbaarheidsniveau leiden tot minder gebruiksgemak en daarmee minder gebruik. “Betrouwbaarheidsniveau eIDAS Hoog” is nog niet breed beschikbaar voor patiënten, maar private alternatieven die dat wel zijn, worden niet erkend onder de Wdo. “Het lijkt daarmee onwaarschijnlijk dat de acceptatieplicht van erkende en toegelaten middelen vanuit de Wdo op korte termijn in werking zal treden”, valt in het rapport te lezen. Daarnaast zijn er zorgen over de verschillende middelen die worden gebruikt om in te loggen, de acceptatieplicht van DigiD en het financieringsmodel van inlogmiddelen.
Oplossingen
Het rapport schetst een aantal “oplossingsrichtingen” voor de problematiek, om te zorgen voor een balans tussen vertrouwen en gebruiksvriendelijkheid. Voor de korte termijn zijn dat: gefaseerd het betrouwbaarheidsniveau substantieel invoeren, bestaande ondersteuningsvormen opschalen, bestaande toegestane technologische oplossingen inzetten, de wet- en regelgeving aanpassen en duidelijk alle authenticatiemogelijkheden communiceren.
De oplossingsrichtingen voor de langere termijn zijn blijkens het rapport: gefaseerd het betrouwbaarheidsniveau hoog invoeren, technologische oplossingen (zoals mobile first, biometrie en Wallet) inzetten en – wederom – de wet- en regelgeving aanpassen.