Om de komende jaren tot een miljardenbesparing in de gezondheidszorg te komen, moet het kabinet onder andere de zorgtoeslag afschaffen en de AWBZ samenvoegen met de Zorgverzekeringswet. Zorginstellingen moeten veel meer ‘Centers of Excellence’ worden, met een rendement van 6 tot 7 procent. Dit zei Willem Vermeend tijdens de bekendmaking van de Skipr 99, donderdag in de Orangerie in Den Bosch.
Bureaucratie
Volgens Vermeend, toezichthouder bij het Erasmus MC en onder meer oud-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, levert afschaffing van de zorgtoeslag vijf miljard euro op. “De zorgtoeslag fungeert slechts als het rondpompen van geld. Enerzijds laat je mensen premie betalen, anderzijds geef je het geld op een ander moment weer terug. Het is een bureaucratisch gedrocht.” Ook samenvoeging van de AWBZ en de Zorgverzekeringswet zou volgens Vermeend een behoorlijke besparing moeten opleveren.
Acht jarenplan
De maatregelen zouden veel bureaucratische rompslomp wegnemen. Maar ook de doelmatigheid in zorginstellingen kan en moet volgens Vermeend veel beter. “Je zou daar drie tot vier miljard op kunnen besparen, maar het is onmogelijk om dat binnen één kabinetsperiode voor elkaar te krijgen. Je moet er minimaal acht jaar voor uittrekken.” Dat geldt ook voor het omvormen van zorginstellingen naar specialistische centra. “De Nederlandse gezondheidszorg behoort tot de beste van de wereld. Juist daarom moeten we ons concentreren op waar we goed in zijn. We hebben de kennis in huis om topcentra op te zetten. Dat zie ik wel in mijn eigen ziekenhuis. Met die topkwaliteit moet je uiteindelijk geld kunnen verdienen.”
Professioneler bestuur
Vermeend pleit tevens voor meer professioneel en evenwichtig bestuur in de zorg. “bestuurders beogen professioneel te zijn, maar dat zijn ze vaak niet. Ik ben absoluut voor medisch specialisten die een bestuurlijke functie bekleden, maar het moeten niet alleen maar mensen uit de zorg zijn. Het is juist goed om bestuurders van buiten de sector aan te trekken. Mensen die voldoende kennis hebben van financieel-economisch management. En dat geldt ook voor het aantal vrouwen. Ik geloof dat ze vanzelf aan de top komen, maar het mag wat mij betreft wel wat sneller.”