Foto: Picscout/iStock
De NZa maakt op verzoek van VWS tussentijdse prognoses van de ontwikkelingen van het budgettaire kader voor de Wlz. VWS wil onder meer weten wat het effect is van de instroom. De NZa maakte een prognose in februari en zal dit in mei en augustus nog eens doen. In de eerste rapportage benadrukt de zorgautoriteit dat de prognose met een grote mate van onzekerheid is omgeven. Dat komt door het vroege moment, in februari, maar ook door de doorgaande ontwikkelingen in de coronacrisis. Daarvan zijn de effecten moeilijk in te schatten. Extra kosten door corona worden overigens buiten het Wlz-kader om bekostigd vanuit het Fonds langdurige zorg.
Beschikbare ruimte volledig aangevraagd
Voor 2020 viel het allemaal nog te overzien. Voor dat jaar moet het Wlz-kader 2020 toereikend zijn om de geleverde zorg en de omzetderving door corona te vergoeden, schrijft de zorgautoriteit. Er is 21,31 miljard euro aangevraagd voor zorg in natura en vergoeding voor omzetderving. De beschikbare ruimte is daarmee vrijwel volledig aangevraagd. De NZa houdt een slag om de arm: de prognose op basis van zorgdeclaraties houdt nog geen rekening met de tweede golf van de corona-epidemie. Dit kan betekenen dat deze prognose tot een overschatting leidt.
Verschillende scenario’s voor 2021
Voor de prognose voor 2021 heeft de NZa verschillende scenario’s uitgewerkt, met minimale en maximale inschattingen van het beroep op de langdurige zorg door ggz-cliënten. Slechts in een van de scenario’s blijkt het Wlz-budget toereikend. Omdat het budget dan volledig benut zou worden, zou extra manoeuvreerruimte noodzakelijk zijn, stelt de NZa. In alle andere scenario’s is het budget niet toereikend.
Instroom patiënten met psychische stoornis
“In alle scenario’s is sprake van meerkosten die verband houden met de instroom van cliënten met een psychische stoornis in de Wlz”, licht de NZa toe. “Het aantal cliënten dat toegang heeft gekregen tot de Wlz ligt hoger dan waar bij het opstellen van de definitieve kaderbrief rekening mee is gehouden. (..) Wij hebben onze berekeningen voor ggz-wonen uitgevoerd aan de hand van het aantal afgegeven indicaties voor ggz-w dat het CIZ ons op 1 februari 2021 meldde (12.378). In de definitieve kaderbrief werd nog uitgegaan van 9.250 cliënten; op basis van dat aantal is 645 miljoen euro aan het Wlz-kader toegevoegd. Er moet rekening gehouden worden met een verder oplopend aantal ggz-w indicaties.”
Herverdelingsmiddelen
VWS heeft voor dit soort situaties 100 miljoen euro aan herverdelingsmiddelen achter de hand. De NZa adviseert het ministerie om deze middelen volledig in te zetten. Minister De Jonge laat in zijn reactie weten dat hij dit advies overneemt. De NZa waarschuwt wel dat dit waarschijnlijk nog niet genoeg zal zijn om tekorten op te vangen.
“Alle scenario’s duiden op een tekort. Dit tekort is in de meeste scenario’s groter dan het beschikbare bedrag voor de herverdelingsmiddelen. Dat betekent dat in die scenario’s ook na inzet van de herverdelingsmiddelen het kader nog niet toereikend zal zijn. Alleen in scenario I met de minimum bekostingvariant voor ggz-w is het tekort kleiner dan de beschikbare herverdelingsmiddelen. Echter, omdat rekening moet worden gehouden met een verdere toename van het aantal ggz-w-cliënten, omdat nog niet alle aanvragen hiervoor zijn afgehandeld, ligt het in de verwachting dat in alle scenario’s de tekorten verder zullen oplopen.”
Effect op Wlz-kader blijven monitoren
De Jonge vraagt de NZa om in haar mei- en augustusadvies de budgettaire impact van de instroom van cliënten met een psychische stoornis in de Wlz en het (financiële) effect van corona op het Wlz-kader te blijven monitoren. “Uw mei- en augustusadvies zal ik zoals gebruikelijk – na ommekomst van de Voorjaarsnota – betrekken bij de totstandkoming van de voorlopige respectievelijk definitieve kaderbrief voor het Wlz-kader 2022 evenals eventuele bijstellingen van het Wlz-kader 2021. Ook zullen dan de budgettaire effecten van de overheveling van ggz-wonen duidelijk zijn”, aldus de demissionair minister.