Zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg, ggz en ouderenzorg daagden 10 september 2020 de zorgkantoren voor de rechter vanwege hun nieuwe inkoopkader Wet langdurige zorg (Wlz) 2021-2023. In dat inkoopkader stond dat de aanbieders niet gemiddeld 96 procent van het NZa-tarief zouden krijgen, maar een basistarief van 94 procent vanaf 2021. Als de aanbieders plannen zouden inleveren voor innovatie, bedrijfsvoering, passende zorg of duurzaamheid, dan zouden ze er twee procent bij kunnen krijgen.
Onrechtmatig
De zorgaanbieders vonden dit niet terecht en stapten naar de rechter. Die oordeelde dat het inkoopkader van de zorgkantoren inderdaad onrechtmatig was. De rechter oordeelde dat de zorgkantoren zich te houden hebben aan de aanbestedingsbeginselen en reële kostendekkende tarieven moeten hanteren. De kortingsmaatregel is ingrijpend en was volgens de rechter onvoldoende onderbouwd.
Onderbouwing
In het hoger beroep vragen de zorgkantoren de rechtbank opheldering over die onderbouwing. Ze willen graag van het Hof weten ‘in welke mate zij de tariefpercentages voor de inkoop van langdurige zorg moeten onderbouwen’, schrijven ze op hun website. Ze menen niet te kunnen voldoen aan de eerder gestelde eisen van de rechter.
100% tarief
De zorgaanbieders zijn woensdag ook weer van de partij. Zij stellen wederom dat reële tarieven 100% NZa-tarief is. De NZa-tarieven worden namelijk vastgesteld op basis van geleverde zorg en zijn dus de reële tarieven, menen de zorgaanbieders.
Genoeg geld
De Nederlandse ggz laat weten dat ze tevens zullen betogen dat er voldoende geld is om de zorg te financieren. Voorzitter Veronique Esman zegt in hun persbericht: “Uit onze berekeningen blijkt dat de korting niet alleen schadelijk is, maar ook onnodig. Er is voldoende geld. We hopen dat de rechter de onderbouwingsplicht nu via jurisprudentie een vast onderdeel maakt van de financiering van door de zorgkantoren. De patiënten die aan onze zorg zijn toevertrouwd hebben daar recht op.”