Dat blijkt uit een VIPP-monitor van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ).
Het gaat vooralsnog om vier ziekenhuizen die de modules A2 (toegang patiëntenportaal) of B2 (digitaal versturen recepten/medicatie-overzicht bij ontslag) niet op tijd hebben kunnen afronden. Dit zijn het Groene Hart Ziekenhuis en het Langeland (A2), het Alrijne Ziekenhuis (B1) en het Gelre Ziekenhuis (A2 én B2). Per module moeten de ziekenhuizen een bedrag terugbetalen van tussen de 105- en 250.000 euro.
Voor een aantal ziekenhuizen geldt dat een onafhankelijke auditor nog onderzoekt of alle modules succesvol zijn afgerond. “Ziekenhuizen hebben meer tijd gekregen om het auditrapport in te dienen vanwege de coronacrisis,” aldus programmamanager Ingrid van Es van de NVZ.
Resultaatverplichting
De terugbetalingen vloeien voort uit het destijds bijzondere karakter van de VIPP-regeling, dat inmiddels de nodige navolging heeft gekregen. Het was namelijk voor het eerst dat een dergelijke stimuleringsregeling geen inspanningsverplichting behelsde maar een resultaatverplichting. Het ministerie van VWS, dat de VIPP-regeling financiert, houdt hier nu dus onverkort aan vast.
Hoewel niet alle ziekenhuizen het volledige programma konden afronden, beschouwt Van Es VIPP als een succes. “Iedere module is door meer dan 85 procent van de deelnemende ziekenhuizen gehaald. Daarnaast is een van de belangrijkste resultaten dat we voor een gemeenschappelijke standaard van informatie-uitwisseling hebben gekozen.”
Basisgegevensset Zorg
Het gaat hierbij om de Basisgegevensset Zorg (BgZ), die inmiddels bij 94 procent van de ziekenhuizen in gebruik is, aldus Van Es. “Zonder zo’n gemeenschappelijke standaard is zinvolle informatie-uitwisseling simpelweg niet mogelijk. Zonder VIPP was deze standaard er niet of in elk geval pas veel later gekomen.”
Een ander positief resultaat hangt samen met de mindset van zorgverleners. “Toen we begonnen was de eis dat patiënten binnen een week de benodigde informatie moesten kunnen krijgen. Daar fronste men toen de wenkbrauwen over, terwijl dat nu heel normaal is geworden.”
Jorne Grolleman
Beste heer Bukman,
Vanuit Alrijne wil ik graag reageren op de inhoud van het artikel. U schetst in het artikel een situatie waarin genoemde ziekenhuizen, waaronder Alrijne, te maken hebben met een financiële tegenvaller door het gedwongen moeten terugbetalen van de VIPP-subsidie. Alrijne heeft voor module B1 op voorhand besloten deze niet te realiseren. De subsidiegelden zijn niet gebruikt, gereserveerd en terugbetaald. Er staan dus geen uitgaven tegenover. De overige modules B2, A2 en A3 hebben we serieus invulling gegeven en tijdig behaald.
De zin ‘Alrijne heeft de module B1 niet tijdig kunnen afronden’ is niet juist.
Ik zou het op prijs stellen als u de vermelding van Alrijne verwijdert in deze context omdat u hiermee een onnodig negatief beeld schetst.
Met vriendelijke groet,
Jorne Grolleman
Programmamanager
Alrijne Zorggroep
jjgrolleman@alrijne.nl