Het groeiende gebruik van zelfmeetapparatuur in de zorg levert artsen veel extra werk op. Niet alleen groeit het aantal consulten door ongeruste patiënten, ook zijn artsen door het gebrek aan standaarden en richtlijnen veel tijd kwijt aan het valideren van de informatie uit zelftests.
Dit blijkt uit het Trenditionrapport dat woensdag is verschenen. Er komen steeds meer apparaten op de markt waarmee patiënten zelf hun gezondheid kunnen meten, zo blijkt uit het rapport. Er zijn nu ongeveer zevenhonderd zelfmeetapparaten bekend en het aantal apps loopt tegen de honderdduizend. Standaardisatie in gegevensverwerking en een keurmerk voor zelfmeetapparatuur kunnen een oplossing bieden.
Apps en apparaten
Vroeger waren medische meetinstrumenten alleen beschikbaar voor zorgprofessionals. Voor thuis waren er de weegschaal en thermometer. Tegenwoordig zijn apparaten om bijvoorbeeld bloedglucosespiegel, hartslag, en zuurstofsaturatie te bepalen meer en meer bij consumenten thuis te vinden. En er zijn talloze mobiele apps om de stemming, het voedingspatroon, de plas, bewegingen of het slaapgedrag bij te houden.
Zelfregie
Volgens de eHealth-monitor 2013 van Nictiz en het NIVEL heeft in 2013 drie procent van de Nederlanders zelf gegevens bijgehouden over de gezondheid via internet of met een app, en heeft twee procent een apparaat gebruikt dat geregeld gezondheidswaarden meet en verstuurt naar een zorgverlener. Binnen vijf jaar moet 75 procent van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen zelfstandig metingen uitvoeren, zo wil het kabinet. Minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn zien in zelfmetingen een middel om de beweging naar meer zelfredzaamheid, zelfregie en zelfzorg te ondersteunen, stelden zij in de kamerbrief eHealth en zorgverbetering van juli 2014.
Googlen
Patiënten meten hun gezondheid nu meestal op eigen initiatief, en dat is waar onderzoeker Rick Bolten, student medische informatiekunde aan de Universiteit van Amsterdam, het onderzoek in opdracht van Nictiz op richtte. Zelf meten heeft een aantal efficiency-voordelen, zo blijkt. Maar het leidt ook eerder tot foutmetingen, ‘toevalstreffers’ en snellere ongerustheid. Daardoor neemt het aantal consultbezoeken en gevallen van onnodige medicalisering juist toe. En dus de zorgkosten. Het effect is vergelijkbaar als dat bij mensen die googlen naar ziektesymptomen.
Beoordelen
Huisartsen zijn hier extra werktijd aan kwijt. Maar het beoordelen of de zelfmeetapparatuur wel betrouwbaar is vraagt nog meer tijd. Want daar zijn geen richtlijnen voor. Artsen moeten websites van de leveranciers, beroeps- en patiëntenverenigingen en wetenschappelijk onderzoek raadplegen of luisteren naar de meningen en ervaringen van collegae.
Een ander probleem is het delen van data. Artsen krijgen de resultaten van zelfmetingen op allerlei manieren binnen, zo blijkt uit het onderzoek. Handgeschreven briefjes of zelfs bierviltjes, printjes uit de computer, soms mondeling overgeleverd op consult of via de telefoon. Ook worden data steeds vaker digitaal aangeleverd via de email of soms worden de meetapparaten meegenomen. De meeste data moeten handmatig worden overgezet in het huisartseninformatiesysteem (HIS). Dat is arbeidsintensief en de kans op fouten is groot.
Overzicht
De gevraagde huisartsen pleiten voor regulering door de overheid en een keurmerk afgegeven door een onafhankelijke instantie. Ook is aan te bevelen dat er een overzicht komt van zelfmeetapparatuur die consumenten gerust kunnen gebruiken, zegt Nictiz. Bolten heeft daar al een voorschot op genomen. Op de website Meet je gezondheid brengt hij alle beschikbare zelfmeetapparatuur in kaart, inclusief beschrijving, merk, naam en gebruikersniveau.
Daarnaast zouden de huisartsen het prettig vinden als de verzamelde data meteen digitaal geïmporteerd konden worden in hun eigen elektronisch dossier.
—
Skipr en Emerce organiseren op 4 november de e-Health Convention in Pakhuis Willem de Zwijger in Amsterdam. Sprekers zijn onder andere Daan Dohmen, Lies van Gennip, Dennis van Veghel en Maarten den Braber, maar ook internationale e-health experts als John Newton en Jack Kreindler geven acte de présence. Klik hier voor meer informatie en meld u nu aan.