In opdracht van het ministerie van VWS deed het Verwey-Jonker Instituut onderzoek naar het beschermen en bevorderen van de gezondheid. De voorstellen moeten bij toekomstige pandemieën tot een adequater beleid leiden om de gezondheid te beschermen. Maar improvisatievermogen blijft vereist. Dat vergt organisatorische wendbaarheid, capaciteit ‘en vooral dat partijen elkaar kennen, samen leren en oefenen in vredestijd’, aldus de onderzoekers.
Brede aanpak
Preventie is de afgelopen jaren te vrijblijvend geweest op lokaal, regionaal en landelijk niveau. “Kom daarom tot een integrale en langdurige aanpak voor brede maatschappelijke en individuele gezondheidswinst”, luidt het advies. Daarbij moet worden ingezet op landelijk en regionaal beleid met een looptijd van minstens vijftien jaar.
Belangrijke pijlers binnen de samenwerking zijn leefstijl, gezondheidsbescherming in relatie tot bestaande en nieuwe risico’s, maatschappelijke oorzaken van gezondheidsachterstanden en de benodigde infrastructuur. “Het ministerie van VWS dient een regierol te krijgen, maar tegelijkertijd is gegarandeerde inzet en samenwerking met andere ministeries noodzakelijk.”
Wetgeving inzetten om doelen te realiseren
“Kom vervolgens tot gezamenlijke maatschappelijke doelen die de gezondheid moeten verbeteren. Bouw daarbij voort op doelstellingen zoals geformuleerd in het Preventieakkoord en veranker die in de wet. Dat geeft duidelijke richting, vermindert eventuele vrijblijvendheid en biedt de mogelijkheid voor onafhankelijke partijen als toezichthouders met doorzettingsmacht de voortgang te monitoren”, concluderen de onderzoekers. Hun advies luidt: niet dralen, maar in 2022 aan de slag met de opgestelde doelstellingen.
Om bestaande drempels weg te nemen, is aanpassing van de wet en eventueel nieuwe wetgeving noodzakelijk om de ambities te realiseren. Bijvoorbeeld door belastingen op gezonde producten te verlagen en de Wet publieke gezondheid te moderniseren om minimale vereisten voor lokaal gezondheidsbeleid vast te leggen.
Voor elk niveau een rol
Versterking van de publieke gezondheid vraagt nauwe samenwerking en een samenhangende aanpak tussen het rijk, gemeenten en veiligheidsregio’s in samenwerking met zorgverzekeraars, zorgkantoren en andere maatschappelijke partners. Daarbij heeft het rijk de rol om gezamenlijke ambities te verbinden, de benodigde wetgeving te faciliteren en de financiering en infrastructuur te creëren en in stand te houden.
De regionale en lokale aanpak moeten gezondheidsachterstanden verminderen en gezondheidswinst realiseren. “Juist op het regionale niveau is samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars noodzakelijk om te komen tot gezamenlijk beleid en gedeelde plannen voor de uitvoering van preventie.” De GGD’en dienen daarin een ondersteunende, stimulerende en op inhoud coördinerende rol te vervullen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor een breed gezondheidsbeleid en voor de vormgeving van health in all policies door op lokaal niveau te schakelen met andere lokale beleidsterreinen.
Tegelijkertijd moet bij regio-overstijgende crisissen een landelijk apparaat komen dat de uitvoering snel, flexibel en eenduidig kan inrichten en in capaciteit kan opschalen en ondersteunen. “Het is hierbij nodig dat verantwoordelijkheden verder verhelderd worden”, aldus het rapport.
GGD’en als ruggengraat
Een wendbare gezondheidsinfrastructuur dient niet alleen ter bestrijding van infectieziekten, maar ook voor het verminderen van gezondheidsachterstanden, effectieve preventie en een goede jeugdzorg. “Dat betekent een versterking van de GGD’en als ruggengraat van de lokale en regionale publieke gezondheid.” Daarvoor dient fors en structureel geïnvesteerd te worden in kwantiteit, kwaliteit en de vorming van een stevige landelijke ondersteuning ten behoeve van crisis. Ook moet het basistakenpakket van de GGD’en verduidelijkt worden.
Ontwikkelagenda
Een vernieuwd en versterkt langjarig preventiebeleid vereist ook de inzet van innovatie, sterke ict-systemen, leren, ontwikkeling en monitoring. Daarvoor dient wetenschappelijke en opgedane kennis met elkaar verbonden te worden. “Een eerste stap is om gezamenlijk met betrokken stakeholders vanuit landelijke en lokale overheid, zorgverzekeraars, professionals, maatschappelijke partners en burgers te komen tot een ontwikkelagenda. Daarbij is het van belang een snelle start te maken.”
Niet te missen kans
Andre Rouvoet, voorzitter van GGD GHOR, is blij met de aanbevelingen voor een nieuwe crisisorganisatie. “Het rapport toont niet alleen de noodzaak aan van investeren in de publieke gezondheid, maar geeft een nieuw kabinet ook concrete handvatten om publieke gezondheid in de volle breedte te versterken.”
De GGD GHOR hoopt dat het rapport voortvarend wordt opgepakt. “Er is nu een niet te missen kans om de publieke gezondheid te versterken en om met andere overheden, zorgverzekeraars, professionals en maatschappelijke partners te werken aan een weerbaarder en gezonder Nederland”, aldus Rouvoet. Het rapport ligt in lijn met de eerdere oproep van de GGD GHOR om extra te investeren in preventie, een landelijke crisisorganisatie en versterking van de verschraalde GGD.
Frank Conijn
De meest kosteneffectieve preventiemaatregel, die tegelijkertijd ook de meeste impact zal hebben op de zorgkosten op de langere termijn, is om een korting op de zorgpremies (mv) in te voeren voor mensen met een gezond voedings- en beweegpatroon.
.
Dat patroon is af te lezen aan de bloedvettenwaardes, de versuikering van het hemoglobine (HbA1c) en waarschijnlijk nog wel een paar bloedwaardes. En door de korting op alle zorgpremies te geven, inclusief de belastingafdracht voor de WMO (v/h AWBZ-premie, die weer terug moet keren op de loonstrook), kan de korting oplopen tot zeer stimulerende bedragen. Zie voor meer informatie https://gezondezorg.org/preventiebeleid.
.
De luchtvervuiling moet ook aangepakt worden (uitstoot door industrie en oude diesels) en het Britse stoplichtsysteem op voedselverpakkingen (groen = gezond, rood = ongezond) zou hier ook ingevoerd moeten worden. Maar de bovenstaande maatregelen tezamen zullen vele malen meer impact hebben en vele malen kosteneffectiever zijn dan die die het Verwey-Jonker Instituut voorstelt.
thissen
Wij van WC-eend vinden dat de fabriek van WC-eend versterkt moet worden zodat iedereen WC-eend kan gebruiken. Er is nu een unieke kans om de organisatie van WC-eend te versterken aldus Rouvoet hoofd van van WC-eend.
Veel WC-eend medewerkers zijn geïnterviewd voor deze visie en beleid mensen.
Wanneer je het gepresenteerde plan ‘door je oogharen’ bekijkt zie je een verbluffend ingewikkelde overlegstructuur opdoemen (rijk-provincie-gemeenten-regio-GGD-verzekeraars…etc.). Meestal een recept voor traagheid en veel geld uitgeven zonder veel rendement. Hou het dus simpel. Een landelijke crisisorganisatie is wat anders dan een publieke gezondheidszorg organisatie. Neem als parlement wetten aan die direct gevolgen hebben (bv landelijke suikerbelasting; taak van GGD…etc.) Jan Willem Thissen
Hans Schipper
Wat ik ik in al deze voorstellen mis is de stem van de bevolking.
Laat inwoners meepraten over de regionale zorgbehoefte. Zorgt ook voor meer draagvlak. Gemiste kans, dat dit nu bij het opstellen van de regiovisies gezondheidszorg niet gebeurt. Kijk op http://www.zzww.nl