Het ministerie van VWS heeft hiervoor onderzoek gedaan naar aanleiding van signalen over blinde vlekken over dit onderwerp. Er moeten volgens minister Helder nog veel stappen worden gezet om gelijke kansen te verbeteren en discriminatie tegen te gaan. Voor de zomer reageert zij op de uitkomsten van het onderzoek in een voortgangsrapportage van VWS over discriminatie en gelijke kansen.
Cijfers ontbreken
Cijfers over discriminatie worden niet bijgehouden of gevolgd. Daardoor is onduidelijk hoe groot het probleem van discriminatie in zorg is en hoe dit probleem zich ontwikkelt. In het onderzoek is gekeken naar de curatieve zorg, langdurige zorg, maatschappelijke ondersteuning en cliëntondersteuning. Zowel cijfers over discriminatie met betrekking tot professionals, cliënten/patiënten, en tussen de groepen onderling ontbreken.
In de ouderenzorg is iets meer zicht op het probleem dan in de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidzorg. Het is bijvoorbeeld bekend dat lhbti+-ouderen en ouderen met een migratieachtergrond aangeven discriminatie en de zorg als niet inclusief te ervaren. En er is meer bekend over discriminatie in de tweedelijnszorg dan in de eerstelijnszorg. Maar bij allebei gaat dit vooral om discriminatie op grond van afkomst.
Er zijn weinig cijfers over hoe patiënten en cliënten discriminatie ervaren. Daardoor is er geen goed zicht op hoe vaak dit voorkomt, op welke grond en in welke domeinen binnen de zorg. Enige uitzondering hierop is het onderzoek naar de ervaringen van lhbti+-ouderen in de ouderenzorg. Maar over andere vormen van discriminatie en andere sectoren zijn geen prevalentiecijfers.
Zorgverlener weigeren
Het probleem van patiënten of cliënten die een zorgverlener weigeren is iets dat op verschillende plekken binnen de zorg terugkomt. Het gaat dan vooral om patiënten en cliënten zonder migratieachtergrond die een zorgverlener met een zichtbare migratieachtergrond, van kleur is en/of zichtbaar moslim is, weigeren.
Het is bekend dat dit vooral in de thuiszorg voorkomt, maar ook hierbij is geen zicht op hoe vaak dit probleem speelt. Wel blijkt uit het onderzoek dat lang niet alle instellingen hier een beleid en aanpak voor hebben.
Vervolgonderzoek noodzakelijk
Het onderzoek dat er is, is vaak alleen kwalitatief onderzoek, waardoor veel informatie ontbreekt. De onderzoekers adviseren daarom onder andere vervolgonderzoek naar prevalentie over discriminatie op verschillende gronden in verschillende domeinen in de zorg. Ervaringen van cliënten en patiënten, de ervaring van professionals, praktijktesten en de prevalentie van voorspellers van discriminatie moeten daarvoor verder worden onderzocht. In Nederland is bijvoorbeeld nog geen onderzoek gedaan om na te gaan of professionals in de zorg (onbewuste) vooroordelen en stereotypen hebben en of deze de zorg beïnvloed.
Daarnaast blijkt dat het nog onduidelijk is of er al beleid en een aanpak wordt ingezet door zorginstellingen om discriminatie te voorkomen en aan te pakken. Hiervoor is eerst een onderzoek bij de zorginstellingen nodig om na te gaan welke deel van de instellingen al beleid en een aanpak heeft, welk beleid en welke aanpakken er worden gebruikt in de praktijk en wat de effecten hiervan zijn. Want discriminatie aanpakken in een ziekenhuis werkt mogelijk anders dan in de cliëntondersteuning of de dak- en thuislozenopvang.
Verder wordt onderzoek geadviseerd naar institutionele vormen van discriminatie. Het gaat om institutionele vormen van discriminatie wanneer beleid, geschreven en ongeschreven regels van organisaties leiden tot ongelijke behandeling op basis van afkomst, etniciteit of religie.
Louis Simon
discriminatie is het ongelijk behandelen en achterstellen van mensen op basis van kenmerken die er niet toe doen in een situatie. Dan kun je denken aan afkomst, sekse, huidskleur, seksuele voorkeur, leeftijd, religie, handicap of chronische ziekte.
Juist zorginstellingen zijn goed uitgerust om hier oog voor te hebben is mijn ervaring. Vertrouwenspersonen, klachtencommissies en duidelijk beleid hierin is primair aanwezig.
Feit is dat ook dat de patiënt of cliënt duidelijk rechten heeft in wie behandelaar is. Aan dit recht kunnen en willen we niet tornen.
Er zijn dus ook kenmerken die er wel toe doen. Een vrouwelijke patiënt wil niet gewassen worden door een man
Is haar goed recht.
Klachten worden goed vastgelegd en zijn voorhanden. Ook als het discriminatie betreft.
Het artikel roept dat er discriminatie bestaat en dat er onderzoek moet plaatsvinden maar aan de andere kant ontbreken er voldoende relevante feitelijk cijfers en overige gegevens waarop deze conclusie gebaseerd zou moeten zijn.
Wat ik in dit artikel dus mis is waarom er grondig onderzoek moet plaatsvinden.
In de zorg gelden 3 kernwaarden voor medewerkers en patiënten namelijk veiligheid, geborgenheid en perspectief. Laten we hier niet aan tornen. Het is en blijft een sector met veel bevlogen en hardwerkende mensen.