De nu dominante omikronvariant van het virus lijkt milder dan de deltavariant. Daarom zal komende tijd “de druk op de intensive cares niet het probleem worden”, legt Van den Toorn uit. Hij deed zijn oproep vrijdag ook in het Algemeen Dagblad. Andere delen van de zorg krijgen het volgens hem juist wel zwaarder. Het gaat dan om zowel de verpleegafdelingen in de ziekenhuizen, als de huisartsenzorg en de wijkverpleging. Zij moeten de vele coronapatiënten met milde klachten opvangen, terwijl zij al kampen met personeelstekorten en een hoge werkdruk.
Ondersteuning
Om zoveel mogelijk van die druk weg te halen in alle delen van de zorg, kunnen ziekenhuizen handiger omgaan met hun coronapatiënten, vindt de longarts, werkzaam in het Rotterdamse Erasmus MC. Sommige coronapatiënten zijn niet zo ziek (meer) dat ze in het ziekenhuis moeten liggen, maar ze hebben nog wel wat ondersteuning nodig door middel van extra zuurstoftoediening. In veel ziekenhuizen betekent dit dat zo’n patiënt naar huis wordt gestuurd en dat de huisarts of de wijkzorg het over moet nemen.
En dat terwijl een verpleegkundige vanuit het ziekenhuis gemakkelijk even elke dag de patiënt kan bellen om te horen hoe het gaat. “Of ze kunnen gebruikmaken van een app om de zuurstoftoediening te monitoren. Het gaat erom dat je als ziekenhuis een goed programma bedenkt waarmee je de patiënt met goede afspraken naar huis kunt sturen en zelf in de gaten kunt houden.”
Spannend voor patiënt
De helft van de ziekenhuizen heeft dit volgens hem al goed geregeld. Momenteel krijgen zo’n 1700 tot 1800 mensen thuis zuurstof. Dat gaat volgens Van den Toorn altijd goed: “natuurlijk kan het spannend zijn voor een patiënt, ineens zit je alleen thuis in plaats van dat er altijd een verpleegkundige dichtbij is. Maar we hebben tot nog toe niet gezien dat iemand weer moest worden opgenomen omdat het niet goed ging.”
Voor de helft mogelijk
Natuurlijk is niet elke patiënt geschikt voor zuurstofbehandeling thuis. “Er zijn altijd oudere mensen, of mensen die helemaal geen netwerk hebben. We denken dat het voor ongeveer de helft van de patiënten mogelijk is.” Ook in zijn eigen ziekenhuis ziet Van den Toorn ruimte voor verbetering van de werkwijze rond coronapatiënten met milde klachten. “De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we het programma ook hier nog beter kunnen uitwerken. We dragen nog te vaak de zorg over aan de huisartsen.” (ANP)