IC-patiënten met de ernstige longaandoening Acute Respiratory Distress Syndrome (ARDS) kunnen de komende tijd aan een studie deelnemen. Hierbij wordt gemeten of de nieuwe vorm van beademing de longen minder belast, wat uiteindelijk beter is voor de patiënt.
Natuurlijke flow
Wereldwijd gebruiken ziekenhuizen een standaardvorm van beademing op basis van druk of volume. Bij de inademing wordt door een machine via een slang lucht in de longen geblazen. Na de inademing gaat de uitademingsklep open en loopt de long via een andere slang weer leeg. Soms kan de druk die hiermee gepaard gaat, schade veroorzaken aan de longblaasjes. De nieuwe beademingsvorm blaast lucht in en uit door dezelfde slang. Hierbij wordt lucht ingeblazen en bij uitademing lucht uitgezogen. Dat zorgt voor een meer natuurlijke ‘flow’ waardoor er mogelijk minder kracht op de longen komt. De patiënt heeft dan minder kans op schade aan de longblaasjes waarbij de gedachte is dat de kwaliteit van leven toeneemt.
Longaandoening
Dolf Weller, ventilation practitioner en onderzoeker in het Maasstad Ziekenhuis: “Voor de pilot hebben we zo’n twee jaar de tijd. Patiënten die hieraan deelnemen, 18 in Erasmus MC en 10 in Maasstad Ziekenhuis, worden eenmalig 90 minuten in een etmaal beademd met flow-gecontroleerde beademing onder toeziend oog van de onderzoekers. Daarvoor en daarna wordt overgegaan op de traditionele beademingsvorm zodat er een goede vergelijking kan worden gemaakt.“
Hartpatiënten
Erasmus MC, tevens initiatiefnemer van de studie, heeft onlangs ook een pilot met hartpatiënten afgerond. Julien van Oosten, internist-intensivist en tevens onderzoeker bij Erasmus MC: “Uit de pilotstudie met postoperatieve cardiothoracale ic-patiënten bleek dat flow-gecontroleerde beademing minder energie kost en een lager minuutvolume. We verwachten dan ook dat patiënten met ARDS baat zullen hebben bij deze nieuwe methode. Mogelijk volgen er na deze pilot nog andere patiëntengroepen waarbij de nieuwe beademingsvorm zal worden toegepast. Het resultaat van deze pilots bepaalt mede of er een bredere vervolgstudie zal komen.”