Met hun schrijven reageren de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) en de Wethoudersvereniging op het wetsvoorstel Tijdelijke wet maatregelen covid-19. “Het voorstel biedt weinig ruimte voor lokaal maatwerk”, stellen de briefschrijvers. “Ook gemeenten moeten het belang van de volksgezondheid én maatschappelijke en economische belangen kunnen afwegen en beslissen welke maatregelen nodig zijn. Bij een te sterke regulering op centraal niveau is die afweging niet mogelijk.”
Lokale brandhaarden
Volgens VNG, NGB en de Wethoudersvereniging kiest het kabinet voor “een zeer gecentraliseerde crisisaanpak”. “Juist in deze fase hebben we te maken met de aanpak van lokale en regionale COVID-brandhaarden. In plaats van het geven van bevoegdheden en handelingsvrijheid aan regionaal en/of lokaal bestuur, dient op basis van dit wetsvoorstel in alle situaties de minister van VWS bij uitsluiting van ieder ander een regeling vast te stellen.”
Ook ontbeert het wetsvoorstel een duidelijk op- en afschalingsmodel voor de veiligheidsregio’s en is de democratische legitimatie onvoldoende gewaarborgd.
One size fits all
“Deze crisis is heel centralistisch aangevlogen”, zegt bestuursvoorzitter Bart Berden van het ETZ, die de afgelopen maanden veelvuldig in de media naar voren trad als voorzitter van ROAZ Brabant. “Dat is voor een aantal onderwerpen verstandig geweest, bijvoorbeeld om het land in een actieve stand te krijgen. Maar een one-size-fits-all-benadering past niet bij alle problemen. Dat is iets wat gemeenten ook gevoeld hebben.”
Vrijheid
Berden schaart zich achter het pleidooi voor lokaal maatwerk. “Het is onwaarschijnlijk dat de crisis zich weer als één grote vlek over het land beweegt. Momenteel kennen met name de grote steden het grootste aantal besmettingen. Burgemeesters willen de vrijheid om dat lokaal te regelen. Dat sluit aan bij de ervaringen die we bij de eerste uitbraak – ook in de zorg – hebben opgedaan.”
Maatwerk
Het samenspel tussen ROAZ Brabant en de betrokken veiligheidsregio’s bewijst wat Berden betreft de kracht van een lokale aanpak. “Die samenwerking was bij ons heel goed. Door te sturen op lokale cijfers konden we maatwerk leveren. Op basis daarvan hebben we vroegtijdig een traject met huisartsen en verpleeghuizen kunnen afstemmen, juist omdat we vanaf het eerste moment al die sectoren aan tafel hadden. Bij het ministerie van VWS was dat veel meer gescheiden.”
Druk
Als gevolg van het sterke landelijke accent op de ziekenhuizen, moesten de verpleeghuizen relatief lang wachten op aandacht en steun. Ook op andere punten is een centrale aanpak volgens Berden niet altijd “het beste antwoord” gebleken. “We hebben zo’n 750 patiënten getransporteerd uit de regio Brabant. Zeshonderd daarvan hebben we zelf uitgeplaatst. Honderdvijftig andere patiënten zijn via het landelijke centrum gegaan. Er is ontzettend veel druk gezet om dat tot een succes te maken. Dat moest landelijk slagen, terwijl we het feitelijk al grotendeels decentraal hadden geregeld.”
Ruimte scheppen
Een optimale crisisaanpak berust volgens Berden op een samenspel tussen landelijke en lokale spelers. “Er moet natuurlijk een goede afstemming zijn met het ministerie. Dat deden we met het ROAZ Brabant iedere twee weken. Maar er moet ook respect zijn voor het decentrale aspect. Het centraal gezag moet de ruimte scheppen, zodat het decentraal kan worden geregeld.”
Terug naar lokaal
Ook bestuursvoorzitter David Jongen, tevens vicevoorzitter van branchevereniging NVZ, kan zich vinden in de oproep van de lokale bestuurders. “In een pandemie is het alle hands aan dek, dus ik snap dat je in een crisis centraal moet aansturen, vooral op die punten die je regionaal niet voor elkaar krijgt. Maar ik vind wel dat je weer terug moet naar lokaal en regionaal als de crisis voorbij is. Daar zie ik wel de neiging om dat centralistische door te zetten. Dat moeten we niet doen.”
dim-nu
waarom wel maatwerk moeten leveren in de wmo en hierbij geen maatwerk mogen leveren?