Tot 1 januari 2025 had de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) richtlijnen die ggz-aanbieders verplichten om de DSM-hoofdgroep of het GB GGZ-profiel op facturen te zetten. Die regeling liep per 1 januari 2025 af en mocht van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) niet worden verlengd vanwege privacygevoelige informatie op de facturen. Ggz-aanbieders die in 2025 toch facturen verzenden met de DSM-hoofdgroep of het GB GGZ-profiel, dreigden daarmee het beroepsgeheim te schenden.
Onrust
De declaratieregels leidden tot grote onrust in de ggz. Eind januari sloten ZN, de branche- en beroepsorganisaties in de ggz en VWS een akkoord. Grote ggz-aanbieders die door de regeling in financiële problemen raakten, konden een bevoorschotting krijgen.
Snel daarna kwam VWS-staatssecretaris Vincent Karremans met een ministeriële regeling die de wettelijke grondslag verduidelijkt voor de verwerking van gegevens uit de DSM-hoofdgroepen, basis ggz-profielen en DSM-5 classificatie.
Verduidelijking
De regeling is in april in werking getreden. “Vanaf nu kunnen alle ggz-aanbieders weer op de reguliere wijze declareren, inclusief het vermelden van de DSM op de factuur”, aldus ZN. “Dit betekent ook dat zorgverzekeraars geen noodzaak meer hebben om grote aanbieders te bevoorschotten.”
Verder hoeven kleine ggz-aanbieders niet meer te werken met toestemmingsverklaringen van patiënten. Nu de VWS-regeling van kracht is, verrekenen de zorgverzekeraars de uitstaande voorschotten met binnenkomende declaraties.