Op aangeven van minister Edith Schippers (VWS) gaat Zorgverzekeraars Nederland (ZN) scherper letten op goodwillbetalingen in de huisartsenzorg. Als een stoppende huisarts voor overname van zijn praktijk ten onrechte extra geld vraagt aan de overnemende huisarts zal de betrokken zorgverzekeraar stappen ondernemen.
Dit schrijft Schippers in een brief aan de Stichting Georganiseerde eerstelijnszorg Zoetermeer, en wordt door ZN bevestigd.
Tegen goodwill, een extra bedrag bovenop de overnameprijs, heeft de Nederlandse overheid in het verleden een fonds in het leven geroepen. Huisartsen die zich hieraan hebben verbonden, mogen niet nogmaals goodwill vragen. Toch is de praktijk de afgelopen jaren bezig aan een opmars, tegen de zin van de minister.
Uit onderzoek in opdracht van Schippers blijkt dat “alle vormen van inmenging via een wettelijke regeling door de overheid leiden tot een inbreuk op het eigendomsrecht van de huisarts”. Het eigendomsrecht wordt beschermd door artikel 1 van het Eerste Protocol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarbij leert de jurisprudentie volgens de minister dat elke inbreuk op dit recht streng door een rechter zal worden getoetst. “Dit kan omvangrijke financiële gevolgen voor de Staat hebben.”
Convenant
Omdat de overheid niets kan ondernemen tegen goodwill, roept Schippers ZN en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) op om samen alle mogelijkheden voor samenwerking op dit vlak verder te onderzoeken en tot een convenant te komen. De twee belangenbehartigers zijn uitgesproken tegenstander van goodwillbetalingen bij huisartsen. ZN heeft onderzocht of zij een bepaling in de contracten tussen huisarts en zorgverzekeraar kunnen opnemen om goodwill te verbieden, maar zien geen grond waarop dit kan.
Wel heeft ZN aangegeven dat als een overnemende huisarts vermoedt dat een stoppende huisarts al eerder een uitkering uit het goodwillfonds heeft ontvangen, deze overnemende huisarts zich kan melden bij de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar zal dan (juridische) stappen ondernemen, omdat huisartsen die aan het goodwillfonds hebben meegedaan zich eraan hebben verbonden niet nogmaals goodwill te vragen.
Investeren in kwaliteit
Minister Schippers zint al langer op mogelijkheden om goodwill in de huisartsenzorg tegen te gaan. In de eerder genoemde brief schrijft ze: “In plaats van bij overname van een huisartsenpraktijk een bedrag te betalen ter vergoeding van goodwill zie ik veel liever dat huisartsen investeren in de kwaliteit van zorg. Vroeger werd goodwill door huisartsen gebruikt als pensioenvoorziening, maar tegenwoordig hebben huisartsen goede mogelijkheden tot een degelijke pensioenopbouw en is goodwill hiervoor niet nodig.”
Toch gebeurt het, constateert Schippers. “Omdat het uiteindelijk aan de individuele stoppende huisarts is om te bepalen of hij of zij goodwill vraagt, roep ik dan ook elke huisarts op om af te zien van het vragen van een vergoeding voor goodwill en zich daartegen in voorkomende gevallen ook uit te spreken.”
Zij wijst huisartsen op de mogelijkheid dat zij bij het met elkaar aangaan van een maatschap in hun overeenkomst kunnen vastleggen hoe er bij het verlaten van de maatschap met goodwill wordt omgegaan. “Huisartsen kunnen elkaar zo juridisch en moreel verbinden aan het niet vragen van een vergoeding voor goodwill.”