Vijftigplussers willen in de toekomst het liefst zelfstandig thuis blijven wonen, zelfs als ze zorg nodig hebben. De sleutel om thuis te kunnen blijven wonen is de buurt en leefomgeving, blijkt uit het onderzoek van Vilans en Bureauvijftig. “Veel vijftigplussers (63 procent) hebben er namelijk alle vertrouwen in dat ze op hun buurtgenoten terug kunnen vallen, mocht dat nodig zijn. 65 procent van de ondervraagden heeft wekelijks of vaker contact met de buren. Daar steekt de Babyboomgeneratie met 72 procent bovenuit. Zij spreken hun buren wekelijks of vaker en zijn daarmee de ‘lijm’ van de buurt.”
Een ander helpen
De bereidheid om anderen te helpen is onder de toekomstige generatie ouderen groot: maar liefst 72 procent wil minimaal een keer per week helpen en 40 procent zelfs meerdere keren. “Men staat echter niet te popelen om in andermans persoonlijke verzorging te voorzien. Alleen de eigen partner en kinderen vormen hier een uitzondering op. Interessant is dat 22 procent van de ondervraagden er geen problemen mee heeft om hulp te vragen aan zijn eigen netwerk, terwijl 27 procent het stellen van een vraag juist als erg moeilijk ervaart. En wel om diverse redenen, uiteenlopend van een gebrek aan sociale vaardigheden tot de vrees het netwerk te zwaar te belasten.”
Technologische hulpmiddelen
Een goed deel van de vijftigplussers staat open voor het inzetten van domotica (37 procent) en andere tools en mogelijkheden die het thuis wonen eenvoudiger maken. Ook ziet een derde hulpmiddelen om je eigen gezondheid te monitoren als mogelijkheid. Meer dan een derde van de ondervraagden vindt beeldbellen met een zorgverlener een uitkomst. Slechts 10 procent staat er helemaal niet voor open om technische hulpmiddelen toe te passen.
Wonen
Het verpleeghuis blijkt weinig aantrekkelijk voor de ondervraagde vijftigplussers. “Zelfs als mensen (meer) zorg nodig hebben, geeft slechts 7 procent aan naar een verpleeghuis te willen. Mocht die extra zorg nodig zijn, dan kiezen mensen voor zorg aan huis (69 procent). Daarna volgt zorg door naasten met 27 procent.”
Bijna de helft van deze groep (47 procent) blijkt tot slot bereid om extra te betalen voor hulp en zorg mocht dat in de toekomst nodig zijn. Daarnaast is 39 procent bereid om te betalen voor zorg en ondersteuning door hun eigen netwerk of een maatje.
Peter Koopman
Mooi bericht. Mis echter de specifieke toekomstvisie van alleenstaanden, chronisch zieken, en hoog bejaarde minder valide burgers.
Immers zorg thuis: familiehulp, mantelhulp, schoonmaakhulp, globale zorghulp zijn -mits beschikbaar en aanwezig- denkbaar. En hoe met ( sterk ) verminderd vermogen tot zelfregie, communicatie/alarmering, verlammingen, incontinentie enz. om te gaan?
En nu al schaarse professionele zorg ( verzorgenden, (wijk-) verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, huisartsen en ouderengeneeskundigen enz.) kunnen aan huis komen, maar de kosten van reistijd en vervoer spelen daarbij ook een rol, evenals de minder ter plaatse beschikbare meetapparaten en spullen. Veel kan via beeldbellen enz. Maar ? Hoe wordt daar meer specifiek over gedacht?
Niet alleen de gewenste ( zonnige ) toekomst bevragen.
Dat zijn toch de echte vragen?