Het standaard niet vervangen van vakantievierende thuishulpen, is onzinnig en mogelijk contraproductief. Dat betogen verschillende partijen in reactie op berichtgeving in Skipr. Daaruit komt naar voren dat verschillende gemeenten bezuinigen op de huishoudelijke hulp door thuiszorghulpen tijdens hun vakantie niet te vervangen.
“Mensen confronteren met een zomerstop is onzinnig. Het eigen netwerk is in die periode bovendien vaak ook op vakantie”, zegt Johan Bakker van ouderenbond PCOB. “Iedereen begrijpt dat er bezuinigd moet worden. Wij ondersteunen het uitgangspunt dat staatssecretaris Van Rijn van VWS voorstaat, namelijk dat ouderen zoveel mogelijk eigen verantwoordelijk en regie nemen. Maar dan moeten zij hiervoor wel de tools in handen krijgen. Geef hen dan echt de regie en laat ze zelf bepalen in welke vier of zes weken per jaar ze zelf voor vervangende hulp zorgen. Dan bereiken gemeenten hetzelfde, maar houden mensen maximaal de regie.”
Zorgelijke ontwikkeling
Rien Zwart, directeur van BV Vérian Care&Clean, een van de thuishulpaanbieders in Nijmegen en omliggende gemeenten, die de ‘zomerstop’ in het contract met de aanbieders hebben opgenomen, noemt het een “zorgelijke ontwikkeling”. “De populatie verandert van licht zorgbehoeftig naar steeds meer zorgbehoeftig. Als je bezuinigt op de basis, wat de huishoudelijke hulp is, escaleert het uiteindelijk op andere fronten. Het is een kortetermijnoplossing, uiteindelijk pakt het duurder uit.”
Verbod op zomerstop
Tweede Kamerlid Renske Leijten van de SP heeft inmiddels schriftelijk vragen gesteld aan staatssecretaris Van Rijn. Zij vindt zo’n ‘zomerstop’ onwenselijk en vraagt of de staatssecretaris de gemeenten dit wil verbieden. ook vraagt zij: “Vindt u het een goede verhouding dat enerzijds wethouders op het strand liggen terwijl hun eigen inwoners mogelijk vervuilen en vereenzamen vanwege een ‘zomerstop’?” Leijten wil verder weten hoe het mogelijk is, dat het is toegestaan om per patiënt maximaal zes weken per jaar geen vervanging te regelen als voor zorg in natura een totaalprijs geldt en er vervanging moet zijn. Leijten wil onder meer weten welke gemeenten dit beleid hanteren.
Thuishulp is geen recht
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft hierop geen zicht. Een woordvoerster laat aan Skipr weten dat de VNG geen statistieken bijhoudt op dit gebied. Zij wijst verder op de beleidsvrijheid die gemeenten op dit gebied hebben. Huishoudelijke hulp is geen in de AWBZ verzekerd recht meer, maar een voorziening onder de verantwoordelijkheid van gemeenten in het kader van de Wmo. Wat bij VNG wel bekend is, is dat thuiszorgorganisaties in de zomermaanden vaak moeite hebben met het vinden van vervangende hulp. Daartegenover staat volgens de woordvoerster dat cliënten vaak aangeven geen behoefte te hebben aan vervanging als de vaste hulp met vakantie is.
Toekomst
Brancheorganisatie ActiZ vindt het een zaak van zorgondernemers zelf hoe ze hiermee omgaan en of ze wel of niet aanbesteden”, zegt woordvoerster Bernadet Naber. Bovendien gaat het niet om de aanbesteding van zorgtaken, maar om huishoudelijke hulp zoals schoonmaakwerzaamheden, zegt Naber. “We moeten het niet groter maken dan het is. Er zijn gemeenten die een zomerstop hanteren, maar het is geen landelijk probleem. Kijk liever naar het perspectief per 2015; het budget voor huishoudelijke hulp gaat dan overal met 40 procent omlaag gaat. Laten we vooral nadenken over een transitieplan voor de hervormingen in de langdurige zorg.”