Foto: Bits and Splits/stock.adobe.com
Van Ooijen schreef bijna een maand geleden dat het resultaatgericht beschikken toch niet in de wet zou worden opgenomen. Met cliënten alleen maar afspreken dat ze, bijvoorbeeld, een schoon huis krijgen, geeft deze cliënten onvoldoende rechtszekerheid, oordeelden meerder rechters. Er kon ook niet aan het wetsvoorstel gesleuteld worden om deze rechtszekerheid in te bouwen. Van Ooijen trok het voorstel van de vorige minister op VWS, Hugo de Jonge, dan ook in.
Gevolgen voor gemeenten
De Kamer had hierop de nodige vragen, met name over de gevolgen voor de gemeenten. Simpel gesteld moeten de gemeente die nog resultaatgericht beschikten, ondanks gerechtelijke uitspraken, hier nu echt mee stoppen. “Gemeenten kunnen enige tijd nodig hebben voor het aanpassen van de lokale werkwijze”, verduidelijkt Van Ooijen nu. “De tijd die hiermee gepaard gaat is afhankelijk van de grootte van een gemeente en in samenhang daarmee het aantal inwoners aan wie een beschikking is verstrekt met alleen een resultaatbeschrijving. Per individu moet zorgvuldig de aanspraak worden gewijzigd.”
Resultaatgericht financieren
Van Ooijen benadrukt hierbij dat gemeenten weliswaar niet resultaatgericht mogen beschikken naar cliënten toe, maar dat ze nog wel degelijk resultaatgericht mogen financieren. Dat betekent dat ze met zorgaanbieders dus wel afspraken mogen maken over het leveren van een schoon huis, zonder dat daar op voorhand een bepaald aantal uren aan wordt verbonden.
Gemeenten zijn nu, blijkens de brief van de staatssecretaris op zoek naar een ‘alternatieve werkwijze’ die strookt met de wet, maar toch ‘flexibiliteit’ geeft in de uitvoering van de Wmo. “De flexibiliteit om bijvoorbeeld de individuele noden van inwoners en personele beschikbaarheid bij aanbieders beter op elkaar aan te laten sluiten. Juist de flexibiliteit in de uitvoering was een belangrijke reden om het wetsvoorstel te initiëren”, stelt Van Ooijen.
Een schaars goed
De staatssecretaris ondersteunt het initiatief van de VNG om met partijen in gesprek te gaan om na te denken over een mogelijke alternatieve werkwijze. Van Ooijen: “Dit is ook nodig, gezien het feit dat ook Wmo-ondersteuning een schaars goed is. Ook in de toekomst moeten we de meest kwetsbare inwoners verzekeren van kwalitatieve ondersteuning, passend bij de (soms langdurige) behoefte van de inwoner.”
Het jaarcongres over zorgcontractering
28 maart 2024, Utrecht
wulf@mede-menszijn.nl
Advies: Minder vaak, maar dan wel overal schoon onder- en in hoeken en kieren is beter en hygiënischer dan vaker alleen maar het zichtbare cosmetische!