De zorg toont te weinig ondernemerschap. Met name als het aankomt op luisteren naar de klant schiet de sector tekort. Dat stelt bestuursvoorzitter Diana Monissen van zorgverzekeraar De Friesland.
“Iedereen in de zorg spreekt er over dat de klant centraal moet staan, maar in de praktijk wordt er nog altijd slecht naar de klant geluisterd”, aldus Monissen.
Monissen deed haar uitspraken tijdens de jaarcongres van de vereniging van ondernemers in de zorg Veroz op de Nyenrode Business Universiteit. Veroz denkt dat de ondernemerschap bij uitstek het instrument is om de zorg voor de patiënt te optimaliseren. Monissen deelt deze zienswijze, maar –zo stelde ze in Breukelen- “het ondernemerschap in de zorg kan nog wel wat beter en dan druk ik me eufemistisch uit”.
Niet wachten
Naast de geringe gerichtheid op de klant ziet Monissen ook dat zorgaanbieders vaak sterk op één facet van het zorgproces gefocust zijn. Om de klant optimaal te kunnen bedienen is het volgens Monissen van belang dat aanbieders de hele patient journey in ogenschouw nemen. Daarbij vindt Monissen dat zorgaanbieders vaak te afwachtend zijn, met name tegenover beleidsmakers en politiek. “De zorg moet zeker niet op de politiek gaan zitten wachten”, vindt Monissen.
Monissen is van oordeel dat zorgaanbieders zich als het op ondernemerschap aankomt niet moeten laten afschrikken door crisis of bezuinigingen. “De mogelijkheden worden zogenaamd minder, maar het is juist een fantastische tijd om te ondernemen”, aldus Monissen. “Schaarsere middelen betekenen juist dat mensen creatiever moeten worden.” Om het ondernemerschap in de zorg te stimuleren kregen enkele bezoekers van de Veroz-jaarbijeenkomst van De Friesland een wild card voor een één op één dialoog over ondernemerschap met ondermeer zorgondernemer Loek Winter en voormalig topschaatser Erben Wennemars.