Siriz, een organisatie voor preventie van en ondersteuning en zorg bij onbedoelde zwangerschap, spant een kort geding aan tegen de gemeente Amsterdam. De aanleiding is het onderscheid dat de gemeente maakt tussen ‘nieuwe aanbieders’ en ‘bestaande aanbieders’ in de aanbestedingsprocedure voor ambulante ondersteuning in 2017.
Volgens Siriz ondervinden partijen die nog niet eerder een overeenkomst hadden met de gemeente Amsterdam hiervan een zwaar concurrentienadeel. Voor Siriz klemt dit des te meer, omdat zij sinds jaar en dag ambulante ondersteuning in Amsterdam biedt die tot voor kort landelijk werd gefinancierd. Volgens Siriz schendt de gemeente Amsterdam met het ongerechtvaardigde onderscheid de beginselen van aanbestedingsrecht, waaronder het gelijkheidsbeginsel.
In de aanbestedingsprocedure hoeven bestaande aanbieders van ambulante ondersteuning alleen aan selectiecriteria te voldoen en hun offerte aan een programma van eisen. Daarna krijgen zij dan van de gemeente een overeenkomst aangeboden. De offertes van nieuwe aanbieders worden naast de hiervoor genoemde criteria en eisen ook nog beoordeeld op gunningscriteria. Alleen de zes best scorende nieuwe aanbieders krijgen een overeenkomst.
Onrechtmatig
Siriz is van mening dat het onderscheid dat de gemeente maakt onrechtmatig is. De gemeente overtreedt met de schending van het gelijkheidsbeginsel de Aanbestedingswet. Ook leeft zij haar eigen inkoopbeleid, dat expliciet voorschrijft dat de gemeente ondernemers in aanbestedingen gelijke kansen moet geven, niet na. Siriz wil graag een uitspraak in het kort geding voordat de gemeente Amsterdam een voorlopig gunningsbesluit neemt over de aanbesteding.
Het kort geding vindt plaats op 30 augustus.