Beeld: adragan / stock.adobe.com
Dat blijkt uit de evaluatie van de kwaliteitsstandaard ‘Transgenderzorg Somatisch’ van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten. In de kwaliteitsstandaard wordt beschreven wat wordt verstaan onder goede transgenderzorg. Minister Dijkstra van Medische Zorg heeft de evaluatie aangeboden aan de Tweede Kamer.
Worstelen met vergoedingen
De kwaliteitsstandaard voor transgenderzorg werd in 2019 opgesteld vanwege van de groeiende vraag van transgender mensen naar medische hulp. Normen voor wachttijden waren er niet, net als specifieke criteria voor de kwaliteit van transgenderzorg. Bij de oplevering van de kwaliteitsstandaard werd meteen afgesproken dat deze snel geëvalueerd zou worden.
Uit de evaluatie blijkt dat de normen over de maximaal aanvaardbare wachttijden toch nog niet waren opgenomen in de kwaliteitsstandaard.
Daarnaast blijkt uit de evaluatie dat er barrières zijn in de samenwerking tussen aanbieders van transgenderzorg. Er zijn weliswaar meer aanbieders bijgekomen en er wordt ook meer samengewerkt, maar indicaties tussen instellingen worden niet altijd overgenomen en er is veel werkdruk rondom regelgeving. Zorgaanbieders en transgender personen worstelen vaak met vergoedingen.
Meer samenwerking met de huisarts
Uit de evaluatie blijkt verder dat een zorgpad nodig is voor transgenderzorg en dat zorgtaken gedifferentieerd en gedefinieerd moeten worden over eerste-, tweede- en derdelijnszorg.
Niet meer actueel
De huidige kwaliteitsstandaard is op punten ook niet meer actueel. Sinds de publicatie zijn nieuwe wetenschappelijke literatuur en internationale richtlijnen gepubliceerd. Deze richtlijnen worden meegenomen bij de herziening van de kwaliteitsstandaard. De aanvraag voor de herziening is inmiddels ingediend door de Nederlandse Internisten Vereniging.