Zorgaanbieders die willen fuseren of een andere zorgaanbieder willen overnemen moeten soms toestemming vragen aan de NZa. De zorgautoriteit toets vooral of de procedure goed is verlopen en of er aandacht is voor de gevolgen voor de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg. In totaal keurde de NZa in de afgelopen periode 243 van deze concentraties goed. Dat waren er 42 minder dan in de periode daarvoor.
Groot en klein
Een aantal bewegingen in deze periode valt op. Het komt veel minder vaak voor dat een grote organisatie een kleine overneemt. Dat was in 61 van de aanvragen het geval. In vergelijking met de vorige periode is dit aantal gehalveerd. Het komt nu vaker voor dat een middelgrote organisatie een kleine overneemt. Dat gebeurde nu 106 keer, tegen 72 in de vorige periode.
“Met name in de mondzorgsector zien we deze verschuiving”, schrijft de NZa hierover. “Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat de trend van ketenvorming, die in deze sector te zien is, aanhoudt. Wij zien een groei van een aantal nieuwe mondzorgketens dat een aanvraag heeft ingediend. De locaties van deze organisaties blijven vaak wel behouden. In dat geval heeft de concentratie dus geen gevolgen voor de toegankelijkheid van de mondzorg.”
Het komt weinig voor dat twee grote organisaties een concentratieaanvraag doen. In totaal zijn dit 9 aanvragen geweest, waarvan 6 binnen de langdurige zorg.
Buitenlandse partijen
Bij 52 aanvragen was er een buitenlandse partij betrokken bij de fusie of overname. Dit was een daling van 20 procent in vergelijking met 2019. “Nu is bij ruim 21 procent van de aanvragen een buitenlandse partij betrokken, in de vorige periode ging het om ruim 41 procent van de aanvragen. Het verschil komt onder meer door een afname in het aantal concentraties in de mondzorgsector. De mondzorgketens hebben vaak een zetel in het buitenland. Ook zijn er in de afgelopen periode door nieuwe Nederlandse mondzorgketens overnames aangemeld”, aldus de NZa.
Private equity
Private equity is vooral zichtbaar in sectoren die op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) winst mogen uitkeren. Het gaat met name om de sectoren mondzorg, paramedische zorg, farmaceutische zorg en langdurige zorg. Onder private equity partij verstaat de NZa een organisatie waarbij een of meer investeringsmaatschappijen zeggenschap uitoefenen over het concern.
Bij 122 aanvragen was een private equity-partij betrokken. Ter vergelijking met de vorige periode gaat het nu om ruim 50 procent van de aanvragen waarbij een private equity partij betrokken is, in de vorige periode was dat bij net geen 53 procent van de aanvragen.
In 2020 heeft de NZa een eerste verkenning naar private equity in de zorg uitgevoerd. “Hieruit blijkt dat private equity een bijdrage levert aan de groei van zorgorganisaties en innovatie. Banken vinden dit vaak te risicovolle aspecten om een financiering voor te verstrekken. Daarnaast biedt private equity de mogelijkheid tot het profiteren van kennis en kunde die bij andere zorgorganisaties of al in andere landen beschikbaar is. Zo komt bijvoorbeeld expertise die in Spanje wordt opgedaan op het vlak van domotica om ouderen langer zelfstandig thuis te laten wonen via private equity-investeerders in Nederland.”
Focus op rendement
De NZa plaats hierbij wel een aantal kanttekeningen. “Het overkoepelende aandachtspunt is de focus van private equity-partijen op rendement. En dan vooral de vraag hoe dit zich verhoudt tot de maatschappelijk opdracht die zorgaanbieders hebben te vervullen. Toch achten wij het scenario dat private equity-partijen zorgaanbieders uitsluitend als winstgeneratoren zullen gebruiken, met een eventuele terugval in kwaliteit van zorg, onwaarschijnlijk. In zijn algemeenheid zijn het investeringen met een gemiddelde termijn van vijf tot zeven jaar. Bovendien zijn private equity-partijen zich ervan bewust, dat een terugval in kwaliteit van de zorg, door de toezichthouders wordt geconstateerd, maar daarnaast ook de publiciteit zal halen. Dit willen private equity-partijen voorkomen, omdat dat het gevolgen kan hebben voor toekomstige investeringen.”
Verpleeghuizen
Ter verdieping van de laatste informatiekaart Concentraties in de zorg heeft de NZa een analyse laten uitvoeren op de financiële positie en financiële kwetsbaarheden van zorgaanbieders in de verpleeghuiszorg die in de afgelopen vijf jaren zijn overgenomen of gefuseerd. Het aantal onderzochte concentraties is klein, dus de conclusies die de NZa trekt zijn voorzichtig maar wel relevant. Zo lijken kleinere organisaties gevoeliger te zijn voor externe factoren en daardoor meer veranderlijk zijn dan grotere organisaties. Het gaat hier met name om economische en politieke factoren zoals de arbeidsmarkt, inflatie en prijzen op de vastgoedmarkt.
Een andere voorzichtige uitkomst van het onderzoek is dat twee enigszins gelijkwaardige organisaties de eerste drie jaar na de concentratie op financieel vlak minder presteren dan gemiddeld in hun sector. “Als de financiële situatie van fuserende zorgorganisaties kwetsbaar is, dan is een alternatieve samenwerkingsvorm wellicht geschikter. Ook kan gedacht worden aan de inzet van een regionale flexpool, zodat er binnen de regio genoeg medewerkers beschikbaar zijn. Bij concentraties waarbij een grotere partij een kleinere organisatie overneemt, valt op dat in de eerste drie jaar na de concentratie beter gepresteerd wordt dan het sector gemiddelde”, aldus de NZa.