Het onderzoek ging in 2019 van start, nadat de dienst Justis, de instantie die Verklaringen Omtrent Gedrag verstrekt, aangifte deed van het gebruik van valse VOG’s. Uit het onderzoek kwam vervolgens ook het vermoeden naar voren dat niet al het uitgezonden zorgpersoneel beschikte over de juiste diploma’s, aldus justitie.
Geen incidenten
De zorginstellingen waar het zorgpersoneel werkzaam was, hebben de samenwerking met de zorgbureaus stopgezet. Onderzocht wordt nog of de zorgbureaus daarna zijn doorgegaan met het aanbieden van personeel met valse diploma’s en VOG’s bij andere zorginstellingen. Er zijn overigens geen signalen dat de geleverde zorg niet goed zou zijn en dat er incidenten zijn geweest door het te werk stellen van onvoldoende gekwalificeerd personeel, meldt het functioneel parket.
Bij de doorzoekingen is beslag gelegd op digitale gegevensdragers en administratie. De twee zorgbureaus en de vermoedelijke leidinggevenden worden verdacht van valsheid in geschrifte en oplichting. Ook wordt onderzoek gedaan naar mensen die vermoedelijk werkzaamheden verrichtten zonder de juiste papieren. Hoeveel dat er zijn, wordt nog onderzocht.
Vertrouwen in zorgstelsel
“In Nederland hechten we aan goede gezondheidszorg. Fraude in de zorg kan het vertrouwen in ons zorgstelsel ondermijnen. We moeten erop kunnen vertrouwen dat het zorgpersoneel bevoegd en bekwaam is om dit werk te doen. Dat betekent onder meer dat zij over de juiste opleiding en papieren beschikken”, aldus het functioneel parket. (ANP)