Beeld: Sebastian Gorczowski / jbrizendine / Getty Images / iStock
De zorg moet veiliger, zo schrijft de inspectie bij de publicatie van de cijfers over 2024.
De meldingen bij de inspectie vormen nog maar het topje van de ijsberg, vermoedt de inspectie, omdat het Wetenschappelijk Onderzoek en Datacentrum (WODC) al eerder rapporteerde dat 11.000 mensen in een jaar tijd zeggen slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag door een arts of andere zorgverlener.
Meldingen over onnodige aanrakingen en onnodig onderzoek
Van de 330 meldingen die de inspectie kreeg, ging 84 procent over lichamelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag: ongewenste of onnodige aanrakingen van borsten en geslachtsdelen en onnodig in- of uitwending onderzoek. Ook waren er meldingen over seksuele handelingen en verkrachting, soms onder het mom van medische handelingen. Seksueel-getinte appjes of opmerkingen kwamen in 33 procent van de meldingen voor.
De meeste meldingen kreeg de inspectie uit de gehandicaptenzorg (90), gevolgd door de geestelijke gezondheidszorg (80) en de eerstelijnszorg (40, vooral fysiotherapeuten). Over de jeugdzorg kwamen 60 meldingen, uit de verpleeghuiszorg/wijkverpleging 30. Ze gingen vooral over begeleiders, artsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten. Het gebrek aan meldingen uit andere zorgsectoren wijst volgens de inspectie vermoedelijk op een gebrek aan aandacht, dat geldt bijvoorbeeld voor de ziekenhuizen.
Langdurig seksueel grensoverschrijdend gedrag
In 37 procent van de meldingen vond het seksueel grensoverschrijdend gedrag één keer plaats. In 34 procent van de meldingen gebeurde het gedurende weken, maanden of zelfs jaren op regelmatige basis, vooral in de geestelijke gezondheidszorg. Bij 12 procent waren er eerdere meldingen over dezelfde zorgverlener en bij 10 procent werd er gemeld dat de zorgverlener meerdere slachtoffers had gemaakt. De slachtoffers zijn meestal vrouw (67 procent), maar ook mannen zijn slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag door hun zorgverlener. Zo’n 70 procent van de plegers is man, in alle leeftijden. Als een vrouw de pleger is, is die gemiddeld jonger.
Meer actie nodig door zorginstellingen
Veel zorginstellingen komen pas in actie als er zich een geval voordoet van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Aan het voorkomen ervan wordt te weinig gedaan, zegt de inspectie. In de jeugdhulp en gehandicaptenzorg zijn al richtlijnen om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen en vooral de grotere instellingen in de gehandicaptenzorg zetten vaak al stappen, weet de inspectie. In de geestelijke gezondheidszorg en verpleeghuiszorg zoeken instellingen nog naar de goede aanpak. Andere sectoren blijven achter, terwijl seksueel grensoverschrijdend gedrag richting patiënten er ook in bijvoorbeeld ziekenhuizen is.
Maatregelen tegen daders
De betrokken zorgverleners worden vaak ontslagen. In ruim 70 procent van de meldingen die de inspectie kreeg, is geen aangifte gedaan bij de politie. Als er een aangifte is (of wordt overwogen), komt die meestal van een patiënt of cliënt, veel minder van een zorginstelling. Zelden dienen zorginstellingen zelf een tuchtklacht in tegen de zorgverlener. Terwijl dat ook kan bij artsen, verpleegkundigen en bijvoorbeeld fysiotherapeuten die in het BIG-register staan.
Ernstige gevolgen
“Patiënten en cliënten zijn afhankelijk van hun zorgverlener. Vertrouwen vormt de basis van een goede, veilige zorgrelatie. Als een zorgverlener daarbij seksueel over de grens gaat, is dat voor een cliënt of patiënt verwarrend, schokkend, schadelijk en ontwrichtend. Het breekt het vertrouwen in zorgverleners af en kan leiden tot langdurige emotionele problemen en gezondheidsproblemen. Zelfs bij zogenoemde wederzijdse instemming geldt in de zorg: het mag niet, het mag nooit”, aldus de inspectie.