Inspecteur-generaal Ronnie van Diemen hoopt en verwacht dat zorginstellingen binnen twee tot drie jaar zelf informatie naar buiten gaan brengen over calamiteiten.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) krijgt zelf meer ruimte om informatie over calamiteiten te openbaren als de nieuwe Gezondheidswet in werking treedt. Van Diemen juicht dit toe: “Openheid helpt de sector om te leren van fouten en zo de kwaliteit van zorg te verbeteren”.
Ronnie van Diemen prijst de twaalf ziekenhuizen die samenwerken in het project OPEN. Zij vormen sinds het voorjaar van 2015 samen een leernetwerk. De betrokken ziekenhuizen hebben elkaar en de onderzoekers van OPEN inzicht gegeven in hun werkwijze gericht op openheid na medische incidenten, de door hen ervaren problemen en de daarvoor bedachte oplossingen. Het rapport hierover verscheen vorige week.
Wat de inspecteur-generaal betreft, gaan voorlopers onder de zorgaanbieders nu aan de slag en brengen zij meer informatie naar buiten via hun eigen websites. “Het is prima dat zorginstellingen steeds meer melden wat er goed gaat door de uitkomsten van de zorgverlening te delen met patiënten en de samenleving, maar het vraagt ook aandacht en inzet dat er geleerd wordt open te zijn over wat niet goed is gegaan. Als zij informatie over calamiteiten openbaren, zal dat leiden tot meer veilige zorg.”
Zwijgcontracten
Nogal wat zorginstellingen hebben er moeite mee om informatie over calamiteiten en incidenten naar buiten te brengen, getuige bijvoorbeeld de zwijgcontracten in de zorg. Van Diemen zegt begrip te hebben voor de angst van zorgbestuurders en zorgverleners voor ranglijsten, die gevoed kunnen worden met informatie over wat verkeerd gaat in een zorginstelling. Tegelijkertijd wijst zij erop dat sommige zorgaanbieders al informatie over fouten naar buiten brengen in hun jaarverslagen. “Zij zeggen dat ze eigenlijk verbaasd waren dat de media er helemaal geen ophef over maakten.” Oftewel: media en burgers slaan niet per se aan op negatieve informatie, zolang er niet geheimzinnig over wordt gedaan.
Van Diemen vindt dat voorlopers onder de zorginstellingen moeten opstaan en zich moeten inzetten voor meer openheid. Ze ziet hierin een leidende rol voor de bestuurders en de leiders van de medische en de verpleegkundige staven, die wat haar betreft samen moeten optrekken. Volgens haar moeten zij de afrekencultuur vervangen door een verbetercultuur. Van Diemen houdt nadrukkelijk geen pleidooi voor het uitbreiden van bestaande kwaliteitssystemen of het optuigen van nieuwe instrumenten om te komen tot meer openheid over wat er niet goed gaat in ziekenhuizen.
Cultuurverandering
Meer openheid vergt volgens Van Diemen een cultuurverandering. Dat dit werkt, hebben de ziekenhuizen in haar ogen bewezen rond de invoering van het Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) tussen 2007 en 2012. Het begrip patiëntveiligheid werd geïntroduceerd en de vermijdbare sterfte moest omlaag. De ziekenhuiskoepels, de organisaties van zorgverleners, de patiëntenorganisatie, het ministerie en de inspectie gingen aan de slag, ondanks de scepsis van veel betrokkenen. Van Diemen: “Er waren toen mensen die zeiden dat we een te grote broek aantrokken.” Maar de inspanningen van degenen die wel geloofden in verbetering van de patiëntveiligheid hadden effect: in 2013 bleek het aantal vermijdbare sterfgevallen onder patiënten gehalveerd.
Van Diemen vindt het belangrijk dat de patiënt wordt betrokken bij de bespreking van een incident in de zorginstellingen. Sinds 2013 verwacht de inspectie dat elke zorginstelling de patiënt en de familie betrekt in calamiteitenonderzoek. “De inspectie kijkt hoe na een calamiteit een ziekenhuis de familie begeleidt en betrekt bij het onderzoek. Soms duurt de nasleep maanden en dat kan behoorlijk ingrijpend zijn voor mensen.” Het openbaren van calamiteiten vraagt ook veel van de patiënt, zijn familie en zorgverleners. Van Diemen: “Openheid moet niet leiden tot angst, niet bij familieleden maar ook niet bij de zorgverleners. Want waar angst regeert, wordt niet geleerd.”
Aanjager
De IGZ wil als aanjager voor meer openheid fungeren en zelf graag meer informatie naar buiten brengen over calamiteiten. Zij moet wel rekening houden met allerlei wettelijke beperkingen. “We brengen wel veel rapporten naar buiten, maar nauwelijks of geen calamiteitenrapporten omdat we niet zonder meer kunnen ingaan op de inhoud van de individuele casuïstiek.”
Hier komt verandering in met de komst van de nieuwe Gezondheidswet, volgens Van Diemen. “Deze wet zal ons meer ruimte geven calamiteitenrapporten openbaar te maken met behoud van de balans tussen het publieke en individuele belang. Het rapport moet zowel de zorgverlener voldoende informatie bieden om hiervan te kunnen leren en het oordeel van de Inspectie moet naar voren komen.” Natuurlijk blijft de inspectie de privacywetten in acht nemen, stelt de inspecteur-generaal. “We willen meer ingaan op de inhoud van calamiteiten en duiding geven.”
Koorddansen
Van Diemen wijst erop dat de inspectie rekening houdt met veel verschillende belangen. “Vanwege het vertrouwen dat mensen in de sector in ons hebben, kunnen we niet zomaar alles naar buiten brengen. Dat zou contraproductief werken en niet leiden tot verbetering van de kwaliteit van de zorg. Er is een spanningsveld omdat de zorgaanbieder veilig moet kunnen melden en de samenleving ons informatie over calamiteiten vraagt waar iedereen zijn voordeel mee kan doen. Wij moeten om die reden koorddansen.”