Het Kwaliteitskader Spoedzorgketen is vanaf heden hét landelijke uitgangspunt voor de spoedzorgketen. Onder leiding van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) hebben elf veldpartijen (zie onderaan) er jarenlang over onderhandeld. Op de meeste punten was overeenstemming over nieuwe aanbevelingen, richtlijnen en veldnormen. Maar op twee punten konden partijen het niet eens worden. Dat waren de werkervaringseis voor artsen op de SEH en de vereiste geriatrische expertise van artsen op de SEH.
Doorzettingsmacht Zorginstituut
Daarop heeft het Zorginstituut in juni 2019 haar doorzettingsmacht ingezet. De Kwaliteitsraad van ZIN heeft in augustus 2019 alle partijen gehoord. In december 2019 heeft de Kwaliteitsraad advies uitgebracht aan het bestuur van ZIN. Opvallend aan dat advies was onder meer dat de Kwaliteitsraad niet inging op de wens van de Federatie Medisch Specialisten om de werkervaringseis van artsen op de SEH te vervangen door een systeem van bekwaamheden, de zogeheten Entrusted Professional Activities (EPA’s). Zorgvisie heeft hierover eerder deze week bericht. ZIN neemt het advies van de raad grotendeels over. Op de spoedeisende hulp (SEH) van ziekenhuizen moet 24/7 een arts zijn met minimaal een jaar werkervaring. Zo luidt de nieuwe veldnorm die ZIN heeft vastgesteld en opgenomen in het register. De FMS en de NVZ krijgen de opdracht om, in goede afstemming met de andere negen partijen, de komende twee jaren te gaan experimenteren met EPA’s in de spoedzorg. Die pilots moeten in juli 2022 duidelijk maken of EPA’s in de spoedzorg meerwaarde hebben.
Geriatrische expertise
Ook over de geriatrische expertise op de SEH heeft ZIN een knoop doorgehakt. De nieuwe veldnorm stelt dat de dienstdoende arts of verpleegkundig specialist bij specialistische geriatrische problematiek een beroep kan doen op een klinisch geriater of internist ouderengeneeskunde. Deze klinisch geriater of internist ouderengeneeskunde is 24/7 bereikbaar voor telefonische consultatie en 24/7 beschikbaar om de patiënt te zien voor het nemen van belangrijke beslissingen in de diagnostiek of behandeling. De beschikbaarheid kan ook regionaal worden georganiseerd.
Perspectief van patiënt centraal
Bij het formuleren van de normen is nagegaan hoe het pad van patiënten door de spoedzorgketen verloopt voor verschillende klachten. De keten start bij de eerste klachten van patiënten en eindigt als patiënten instromen in de reguliere zorg of terug naar huis kunnen. Voor patiënten is het belangrijk dat duidelijk is wat zij kunnen verwachten van acute zorg. Uitgangspunt is dat een patiënt met een spoedzorgvraag zo snel mogelijk op de juiste plek in de spoedzorgketen terecht kan: dicht bij huis als het kan, maar verder weg als dat beter is voor de patiënt, stelt ZIN in een persbericht.
Spoedzorgtafel
Ook is aan partijen de opdracht gegeven om een landelijke ‘spoedzorgtafel’ op te richten voor de doorontwikkeling van het kwaliteitskader en het gezamenlijk en in de volle breedte organiseren van goede spoedzorg voor iedere burger. Het kwaliteitskader biedt volgens ZIN voldoende ruimte voor de (regionale) context en een stimulans voor toekomstige ontwikkelingen en het samen leren en innoveren. Op Zorgvisie verschijnt binnenkort een interview met een betrokken expert over de betekenis van het kwaliteitskader.
Elf partijen en het Kwaliteitskader Spoedzorgketen
Het kwaliteitskader is tot stand gekomen door de samenwerking van alle betrokken partijen in de Spoedzorgketen:
- Ambulancezorg Nederland (AZN)
- Federatie Medisch Specialisten (FMS)
- InEen
- Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ)
- Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
- Nederlandse Vereniging van SEH-artsen (NVSHA)
- Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)
- Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU)
- Patiëntenfederatie Nederland
- Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN)
- Zorgverzekeraars Nederland (ZN)