Olivier Le Moal / stock.adobe.com
Net als veel andere sectoren in de zorg ziet de kankerzorg zich geconfronteerd met een toenemende zorgvraag, stijgende kosten en te weinig personeel. Het Zorginstituut ziet dat de oncologische zorg gebaat is bij netwerkvorming. Nu zijn er al veel regionale en landelijke netwerken voor oncologische zorg, maar desondanks blijft deze zorg te versnipperd. “Er is veel verschil in samenwerkingsvormen en de gegevensoverdracht tussen zorgaanbieders hapert. Netwerkdeelnemers werken vaak naast elkaar in plaats van integraal samen en betrekken patiënten nog niet genoeg bij de zorgkeuzes”, aldus het Zorginstituut.
Kwartiermaker
Het gevolg is dat niet iedereen met kanker de best mogelijke zorg krijgt. Het is een conclusie die de oncologische netwerken overigens zelf ook al hebben getrokken, dit jaar nog in het rapport Oncologische netwerken in beeld. Het signalement van het Zorginstituut is ook geschreven in afstemming met partijen in de kankerzorg. Het Zorginstituut wil nu als onafhankelijke partij de regie voeren en een zogeheten kwartiermaker benoemen om samen met partijen concrete stappen te zetten. De kwartiermaker moet op korte termijn aan de slag, zo laat een woordvoerder van het Zorginstituut weten. “De kwartiermaker moet voor het einde van het jaar zijn benoemd, voor twee dagen in de week. De zoektocht is al gestart.”
Twaalf knelpunten
In het Signalement beschrijft het Zorginstituut twaalf knelpunten die een beter functioneren van oncologische netwerken in de weg staan. Bij ieder knelpunt biedt het Zorginstituut ook oplossingsrichtingen. Boven aan de lijst staan een gebrek aan landelijke keuzes en regie op het gebied van concentratie en spreiding van zorg en een gebrek aan regionale sturing en gezamenlijke afspraken.
Concentratie
Over concentratie van zorg is de afgelopen jaren veel gesproken. Het is inmiddels algemeen geaccepteerd dat de zorg er beter van wordt als zorgaanbieders meer ervaring hebben met een bepaalde behandeling. Patiëntenverenigingen pleiten daarom ook al jaren voor verdere concentratie en medische beroepsverenigingen hebben ook geprobeerd om normen te stellen. Toch blijft het zo dat heel veel oncologische behandelingen in vrijwel alle ziekenhuizen worden aangeboden.
Reactie NFK
De Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) reageert dan ook verheugd op het signalement van het Zorginstituut. “We zijn blij met het hoge ambitieniveau van het signalement en herkennen de knelpunten”, reageert Irene Dingemans, programmaleider Kwaliteit van zorg van de NFK. “De zorg voor mensen met kanker is nu te veel versnipperd. Hierdoor missen we kansen: voor de individuele patiënt maar ook voor de kankerzorg als geheel. Het signalement biedt goede handvatten voor concrete verbeteringen: het realiseren van meer expertise en optimale expert- en netwerkzorg. Onze hoop is dat het Zorginstituut zich hard maakt voor het behalen van resultaten. Als NFK hebben we er vertrouwen in dat ook de betrokken partijen zich inzetten hiervoor. We móeten wel!”
Minimumnormen in IZA
In het onlangs gesloten Integraal Zorgakkoord (IZA) is vastgelegd dat er minimumnormen voor bepaalde oncologische behandelingen en behandelingen voor hart- en vaatziekten moeten komen. Het gaat om zo’n vijftien tot twintig behandelingen die een norm van tussen de vijftig en honderd behandelingen moeten krijgen. Het is nog niet bekend welke behandelingen dat precies zullen worden. Er is wel een deadline vastgesteld: op 1 januari 2026 moet dit uiterlijk bekend zijn. In 2028 moet dit ook worden verwerkt in de contractering door zorgverzekeraars. De ziekenhuizen hebben dus nog een paar jaar de tijd om te bepalen hoe ze samen aan de normen kunnen voldoen, want afzonderlijk komen ze er niet aan.
Minister Kuipers (VWS) nam het signalement van het Zorginstituut maandagmiddag in ontvangst en stuurde het door naar de Tweede Kamer. “De komende periode zal ik samen met het Zorginstituut verkennen hoe hier opvolging aan kan worden gegeven. Daarbij wordt aangesloten op de afspraken die in het Integraal Zorgakkoord zijn gemaakt”, zo laat de minister daarbij weten.
Drieluik
Andere knelpunten die het Zorginstituut benoemt, zijn een gebrek aan inzicht in kwaliteit van netwerkzorg en passend toezicht, onvoldoende voortgang bij de financiering van netwerken en onvoldoende onderzoek naar en verankering van e-health in de praktijk. Het ‘Signalement Passende zorg voor mensen met kanker: netwerk- en expertzorg’ is het eerste deel van een drieluik om passende kankerzorg te realiseren. Begin 2023 volgen de andere 2 rapporten: ‘Doelmatige inzet van kankerbehandelingen’ en ‘Preventie van kanker’.
Binnen welke termijn de verschillende knelpunten moeten worden opgelost, stelt het Zorginstituut nog niet vast. “Het IZA schetst duidelijke tijdslijnen qua concentratie en spreiding van zorg, hier sluit het signalement in de uitvoering bij aan. Precieze tijdlijnen zijn op dit moment nog niet te geven. Als Zorginstituut wachten we op de vervolgopdracht (voor regie bij de uitvoering) van VWS, al ligt achter de schermen het werk natuurlijk niet stil om in gezamenlijkheid met alle betrokken partijen voorbereidingen te treffen om nu de noodzakelijke stappen te zetten. Onder leiding van de kwartiermaker zal begin 2023 het plan van aanpak worden gemaakt, en worden gestart met het valideren van simulaties binnen bestaande netwerken”, aldus de woordvoerder van Zorginstituut Nederland.