Zorginstituut Nederland vraagt patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en zorgaanbieders om zo snel mogelijk gezamenlijke kwaliteitsstandaarden voor spoedeisende hulp te formuleren. Het kwaliteitsinstituut hoopt zo de impasse rond de omstreden concentratie van de spoedeisende hulp te doorbreken.
Het kwaliteitsinstituut verwacht al dit jaar belangrijke stappen, zodat er in de loop van 2015 daadwerkelijk kwaliteitsstandaarden voor spoedeisende hulp zijn. Als de veldpartijen er niet uitkomen, zal het Zorginstituut zelf een expertcommissie instellen om voorstellen te doen. Indien nodig kan het Kwaliteitsinstituut zijn ‘doorzettingsmacht’ gebruiken om de voorstellen geaccepteerd te krijgen.
Onafhankelijke positie
Met de oproep aan het veld reageert het Zorginstituut op een rechtstreeks verzoek van Zorgverzekeraars Nederland (ZN). De branchevereniging van zorgverzekeraars vroeg onlangs om kwaliteitsstandaarden voor zeven categorieën van spoedeisende hulp. “Niet elke partij in de zorg kon met alle voorstellen voor standaarden instemmen”, aldus het Zorginstituut. “Zorginstituut Nederland is vervolgens door ZN verzocht om vanuit zijn onafhankelijke positie de impasse te doorbreken. Wat Zorginstituut Nederland betreft, zullen de kwaliteitsstandaarden waar alle partijen het wél over eens zijn, nog dit jaar in het register bij het Zorginstituut worden opgenomen. Voor de standaarden waarover nog geen overeenstemming bestaat, wil Zorginstituut Nederland dat deze in de loop van 2015 worden geregistreerd.”
De noodzaak van zorgstandaarden voor de SEH is extra urgent door een recente beoordeling van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Die stelde medio juli dat de plannen van de zorgverzekeraars voor concentratie van de SEH mogelijk strijdig zijn met de mededingingswet. De ACM wil om die reden dat de zorgverzekeraars hun plannen met onafhankelijke en goed onderbouwde kwaliteitsstandaarden onderbouwen. “Zonder onafhankelijke en goed onderbouwde kwaliteitsstandaarden voor spoedeisende zorg zijn zorgverzekeraars niet in staat om aan te tonen dat de geclaimde voordelen voor de patiënt en verzekerde opwegen tegen het wegvallen van de keuzemogelijkheden”, aldus de ACM.
Negatieve effecten
Ook Zorginstituut Nederland pleit er nu voor om snel duidelijkheid te scheppen over wat kwalitatief goede zorg is bij complexe spoedeisende hulp en hoe deze kwaliteit gemeten kan worden. “De ontstane impasse is een maatschappelijk probleem dat negatieve effecten heeft op de kwaliteit van spoedeisende hulp”, aldus het Zorginstituut. “Het Zorginstituut heeft daarom voorstellen gedaan om er met alle partijen snel uit te komen.”
Als eerste stap verzoekt Zorginstituut Nederland de patiëntenfederatie NPCF, de zorgaanbieders verenigd in de NFU, NVZ, OMS en ZN om vast te stellen over welke standaarden men het wel en niet eens is. De standaarden waarover partijen het eens zijn, kunnen dan voor 1 november 2014 door alle partijen bij Zorginstituut Nederland worden ingediend en kort daarna geregistreerd. Deze standaarden dienen dan meteen ook als norm voor inkoop door zorgverzekeraars.
De voorstellen voor standaarden waarover partijen met elkaar van mening blijven verschillen, zullen door een groep van experts op het gebied van SEH apart worden onderzocht op hun wetenschappelijke onderbouwing. Daarna kunnen ze alsnog worden geregistreerd, eventueel aangevuld of vervangen worden door nieuwe standaarden.