Voor de zorg vanuit het basispakket werd in 2022 51,3 miljard euro uitgegeven, dit is een stijging van 6,1 procent vergeleken met 2021. Maar dat percentage geeft een vertekend beeld door een eenmalige verschuiving in ggz-kosten vanwege een veranderd bekostigingsmodel. Als we de verschuiving van deze kosten buiten beschouwing laten, bedraagt de kostenstijging 2,9 procent.
Langdurige zorg
De stijging in de langdurige zorg wordt met name veroorzaakt door de jaarlijkse tariefstijging en een toename van 14.050 cliënten ten opzichte van het einde van 2021 (4,1 procent). In totaal wordt er 29,6 miljard euro uitgegeven voor de langdurige zorg.
Steeds meer ouderen krijgen hun zorg thuis. Vergeleken met 2021 is het aantal cliënten met volledig pakket thuis (vpt) met 28,9 procent gestegen. Dat zijn bijna 3.500 mensen extra. De kosten hiervan stegen met 46 procent. De stijging heeft voor een derde door een tariefstijging van 16,7 procent en voor twee derde door de stijging van het aantal cliënten.
Geneesmiddelen
De kosten van extramurale geneesmiddelen stijgen in 2022 met 6 procent. Dat zijn medicijnen voor thuisgebruik die op recept verkrijgbaar zijn bij de apotheek. De stijging komt voor een deel door nieuwe, dure medicijnen die in het basispakket zijn gekomen. Bijvoorbeeld Kaftrio, een medicijn voor de behandeling van taaislijmziekte. Vanaf 1 januari 2022 wordt dit middel vergoed voor een groep patiënten vanaf 12 jaar. Dat kost in 2022 ongeveer 100 miljoen euro. Andere voorbeelden zijn drie migrainemiddelen: erenumab, galcanezumab en fremanezumab. Deze kosten ongeveer 18 miljoen euro in 2022.