De Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid, het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht en het Erasmus MC in Rotterdam gaan samenwerken in een coöperatie. Deze samenwerkingsvorm biedt de beste garantie voor de kwaliteit en continuïteit van de ambulancezorg in de regio, stellen de initiatiefnemers.
“Deze samenwerking geeft een forse kwaliteitsimpuls”, zegt directeur Hans Janssen van de Ambulancedienst. “De beide ziekenhuizen, eentje topklinisch en het andere academisch, zijn partners met een sterke positie in de acute zorg. We kunnen samenwerken aan zorginnovatie, onze diensten naadloos op elkaar laten aansluiten en optimaal voldoen aan de hedendaagse eisen.”
Bestuursvoorzitter Peter van der Meer van het Albert Schweitzer ziekenhuis is ook blij met de samenwerking. “Na gedegen voorbereiding en veel overleg met de gemeenten in onze regio, is er nu dan toch een zelfstandige coöperatie die de ambulancezorg in onze regio verzorgt. Dat betekent dat deze belangrijke maatschappelijke taak voorbereid is op de toekomst, of het nu gaat om gepland vervoer van chronische patiënten of om spoedvervoer van ernstig gewonden naar het traumacentrum”, aldus Van der Meer. Bestuursvoorzitter Ernst Kuipers van het Erasmus MC verwacht dat de samenwerking helpt om de sterk toegenomen toeloop op de spoedeisende hulp-afdelingen het hoofd te kunnen bieden.
Concurrentie
Voor de Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid biedt de vorming van de coöperatie naar eigen zeggen nog een groot voordeel. De organisatie is als gevolg van de stap voor de wet een zorginstelling geworden. Tot voor kort was de Ambulancedienst onderdeel van een zogeheten Gemeenschappelijke Regeling van zeventien gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid. “De status van zorginstelling is een vereiste om te kunnen meedingen wanneer het Rijk in 2021 opnieuw de vergunningen verdeelt om ambulancezorg te mogen verlenen”, zegt Janssen. “Er zullen straks ook commerciële en wellicht buitenlandse partijen inschrijven om de ambulancezorg over te nemen. Om die concurrentie het hoofd te bieden, was een andere organisatiestructuur voor ons noodzakelijk.”
De deelnemende organisaties blijven zelfstandig met een eigen bestuur, met daarboven één toezichthoudend orgaan. Patiënten van de drie zorginstellingen gaan dan ook niet direct iets merken van de nieuwe situatie, aldus de initiatiefnemers.