Zorgverzekeraars mochten het persoonsgebonden budget (pgb) voor verpleging en verzorging voor bestaande pgb-houders niet zonder meer met ingang van 1 januari 2015 verlagen. Dat heeft de Geschillencommissie Zorgverzekeringen van de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) onlangs besloten in twee zaken.
Tot 1 januari 2015 werd het pgb voor verpleging en verzorging gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Na deze datum golden voor het pgb nieuwe regels, gebaseerd op de Zorgverzekeringswet, die in de verzekeringsvoorwaarden en een reglement zijn vastgelegd. In de betreffende reglementen zijn echter vergoedingen bepaald die lager uitvallen dan die in 2014 van toepassing waren.
Diverse budgethouders die al in 2014 een pgb ontvingen, zagen dat hun pgb in 2015 lager uitviel. Zij maakten tegen deze verlaging bezwaar bij de SKGZ. De commissie oordeelde in twee zaken dat niet alleen de in 2014 bepaalde indicatie diende te worden gerespecteerd (het aantal uren), maar ook dat de hoogte van de vergoeding (het tarief) ongewijzigd moest blijven tot het moment van het aflopen van de indicatie, uiterlijk tot 31 december 2015.
Nieuwe pgb-houders
Uit de bindende adviezen volgt dat het bovengenoemde alleen van toepassing is op mensen die in 2014 al een pgb voor verzorging en verpleging hadden, met een indicatie die doorloopt in 2015. Voor nieuwe aanvragers gelden de in de reglementen van de zorgverzekeraars opgenomen vergoedingen, die lager zijn dan de tarieven die in 2014 golden. Deze tarieven kunnen overigens per zorgverzekeraar verschillen.
De Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) is een onafhankelijke en onpartijdige organisatie, in het leven geroepen om problemen tussen de verzekerde en de zorgverzekeraar op te lossen.