FatCamera / Getty Images / iStock
Om inzicht te geven in de hoeveelheid commerciële en niet-commerciële ketens, ontwikkelde het Nivel een infographic.
BV’s
Van de 4.847 huisartsenpraktijken in Nederland maken 843 praktijken (17 procent) onderdeel uit van een keten. Daarvan zijn zo’n 122 praktijken (15 procent) onderdeel van een stichting. Zo’n 67 procent – 567 praktijken in totaal – valt onder een BV-constructie. Er zijn minstens 34 ketens van huisartsenpraktijken die zo werken, aldus het Nivel. “De BV’s samen zijn eigenaar van in totaal 116 huisartsenpraktijken.” De winst binnen deze praktijken kan worden uitgekeerd aan de aandeelhouders of wordt gereserveerd.
Commerciële huisartsenketens worden al langer bekritiseerd. Eerder zei voormalig VWS-minister Ernst Kuipers nog dat het gevaar ontstaat dat het realiseren van (uitkeerbare) winst een groter belang krijgt dan de kwaliteit of de toegankelijkheid van zorg. “Ik zie dat er zich mogelijk risico’s voor kunnen doen bij ketens in de huisartsenzorg”, schreef Kuipers in september.
Overnameverbod
Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde ook voor een motie om commerciële huisartsen te weren uit de huisartsenzorg zonder te definiëren hoe zo’n verbod zou moeten worden vormgegeven.
Er lopen al diverse onderzoeken naar de private equity in de Nederlandse zorg en grotere huisartsenketens in de eerste lijn. Over die huisartsenketens lijken veel klachten binnen te komen en Kuipers onderzoekt of er een overnameverbod mogelijk is voor zorgpartijen die onderdeel zijn van een onderzoek van toezichthouders.
Teruggefloten
Tegelijk blijven partijen uitbreiden en vinden toezichthouders het moeilijk om zich te laten gelden. Zo werd de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd teruggefloten door de rechter en mag de inspectie een aanwijzing voor huisartsenketen Co-Med niet openbaar maken. Verder verbood de Nederlandse Zorgautoriteit een overname van Co-Med in Bergen op Zoom, maar negeerde de ketenorganisaties dat.
Hans Merkus
Er is ook een voordeel: De huidige huisartsen zien steeds meer op tegen de administratieve lasten. Als die nu worden uitbesteed is er meer tijd voor de zorg en daarvoor zijn ze opgeleid en niet voor administrateur. Meer tijd voor de zorg is hard nodig.
Bart Ader
Ruim 40 jaar was ik zelfstandig praktijkhouder. En elk jaar werd er een accountantsverklaring opgemaakt, waarbij de beroepsswinst werd vastgesteld. Dat .was de basis van mijn inkomen. Door keuzes in de bedrijfsvoering kun je de winst, en daarmee het inkomen beïnvloeden. Hierin liggen in iedere praktijk, hoe kleinschalig ook, commerciële mogelijkheden. En ik heb veel praktijkhouders hier volop van gebruik cq. misbruik zien maken. Nog steeds, na het ” afschaffen” van de goodwill d.m.v. het goodwillfonds, verkopen huisartsen, ook onder hen huisartsen die in 2003 schadeloos zijn gesteld, praktijken tegen hogere bedragen dan de feitelijke materiële waarde. Er zijn veel praktijkhouders die kiezen voor grotere dan normpraktijken. De M&I modules kunnen de omzet flink ophogen. En ondertussen wordt vaak naar specialistische ZBC’s verwezen, alsof dat louter altruïstische instellingen zijn.
De ophef over zogenaamd commerciële organisaties moet binnen de huisartsenwereld meer gaan over de misstanden, die door marktwerking in iedere praktijk kunnen plaatsvinden.
J. Meintjens
Het probleem is niet zozeer dat deze praktijken winst maken – dat gebeurt op veel meer plaatsen in de zorg zonder grote bezwaren – of dat de administratieve en organisatorische kant van praktijkvoering wordt overgelaten aan niet-medici. Het probleem zit er natuurlijk in dat het leveren van zorg ondergeschikt lijkt te zijn geworden aan het optimaliseren van het financieel resultaat. Dat leidt er toe dat in meerdere van die praktijken überhaupt geen adequate eerstelijns zorg meer wordt geleverd, zo merk ik als SEH-arts in onze regio. En die trend mag uiteraard onderwerp van onderzoek zijn, waarbij natuurlijk ook één van de conclusies zou kunnen zijn dat de huidige regelgeving wel volstaat alleen de (mogelijkheid voor) handhaving te wensen over laat.
Overigens is in tegenspraak met dit artikel “Kuipers onderzoekt” mijn persoonlijke verwachting dat Kuipers helemaal niets meer gaat doen, sinds zijn ‘by the way ik kap ermee en doei’ begin januari.