Beeld: Viktor Morozuk/Getty Images/iStock
Finance Ideas analyseerde ongeveer 127 zorginstellingen. Hieruit blijkt dat de gehandicaptenzorg financieel steeds verder wordt uitgehold. Investeringen worden uitgesteld en het vastgoed raakt verder verouderd, schrijven de analisten.
PNIL
De financiële druk komt vooral door een bovenmatig hoge inzet van personeel niet in loondienst (PNIL). Dit komt mede door een krappe arbeidsmarkt, zeker voor de zwaardere en complexe doelgroep en een hoog ziekteverzuim, stelt Finance Ideas.
De relatieve uitgaven voor PNIL zijn in de afgelopen vijf jaar meer dan verdubbeld. Het aandeel PNIL in de totale personeelskosten nam toe van 6,0 procent naar 12,8 procent. In absolute termen zijn de uitgaven voor PNIL in deze periode zelfs verdrievoudigd.
Een toename van het ziekteverzuim onder het personeel speelt ook een rol. Het ziekteverzuim nam tussen 2014 en 2023 sterk toe, namelijk van 5,1 procent naar 8,1 procent.
In combinatie met de geplande tariefdruk vanuit het Rijk blijft er geen of beperkte ruimte over voor noodzakelijke investeringen in vastgoed, duurzaamheid, ict en personeel.
Tarieven
Finance Ideas wijst ook naar bezuinigingen van het Rijk als boosdoener. Op Prinsjesdag werd duidelijk dat het kabinet vanaf 2026 bijna 200 miljoen euro aan bezuinigingen in de Wlz in de Rijksbegroting heeft opgenomen. Ten opzichte van eerder aangekondigde bezuinigingen (onder andere meerjarige contracten, ombuiging behandeling en verlaging van de NHC) voegde het kabinet daar een bezuiniging voor ‘opschaling digitale zorg’ aan toe. In combinatie met een aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt komt de operationele marge in de gehandicaptenzorg zonder bijsturing verder onder druk te staan.
“In de tarieven wordt onvoldoende rekening gehouden met de huidige en toekomstige kwaliteitseisen en investeringskosten”, stellen de analisten. “Tegelijkertijd ligt de oplossing niet alleen bij hogere tarieven. Ook bij het management van zorginstellingen ligt een verantwoordelijkheid om de winstgevendheid te verbeteren. Tussen zorginstellingen zijn namelijk grote verschillen waarneembaar die niet alleen worden verklaard door omvang en complexiteit van de doelgroep.”
Verschillen tussen kleine en grote zorginstellingen
Grote zorginstellingen (met een omzet vanaf 150 miljoen euro) realiseerden de afgelopen jaren gemiddeld lagere winstgevendheidsmarges dan middelgrote en kleine zorginstellingen. “Deze categorie zorginstellingen heeft gemiddeld een hoger verzuim en hogere inzet PNIL. Een mogelijke verklaring is dat grotere zorginstellingen een relatief zware doelgroep bedienen. Juist voor deze doelgroep is personeel het moeilijkst te vinden.”
De marges van kleine instellingen (met een omzet tot 50 miljoen euro) liggen gemiddeld juist 2,1 procent hoger ten opzichte van het sectorgemiddelde. “We zien dat bij kleinere zorgaanbieders een steeds groter aandeel van hun opbrengsten vanuit de Wlz afkomstig is. Over het algemeen is dit kapitaalintensiever dan de overige bekostigingsstromen. Dit beeld wordt bevestigd in de relatieve kapitaallasten. Voor kleinere instellingen liggen deze gemiddeld hoger dan bij grote zorginstellingen.”
Beleidsmakers en zorginstellingen aan zet
“De huidige krapte op de arbeidsmarkt en de ingecalculeerde bezuinigingen van het Rijk leggen beslag op de toekomstige investeringscapaciteit en daarmee de toekomstbestendigheid van de gehandicaptenzorg”, concludeert Finance Ideas. (..) “Er blijft geen of beperkt ruimte over om noodzakelijke investeringen in vastgoed, duurzaamheid, ict en personeel uit te voeren. Het gevolg is een vicieuze cirkel, waarin het uitstel van investeringen leidt tot verouderde activa. Verouderd zorgvastgoed is minder aantrekkelijk voor medewerkers en cliënten en sluit functioneel minder goed aan bij de zorgvraag. Dit veroorzaakt leegstand en deze inefficiëntie zet op termijn de continuïteit van de zorg onder druk. Niet alleen beleidsmakers, maar ook zorginstellingen zijn aan zet om het tij te keren.”
Peter Koopman
Opzienbarend bericht ook door “zzp-er” als oorzaak te noemen. Nu is het peil van de de bekostiging van de gehandicaptenzorg een van de graadmeters voor de politici inzake het gewenste peil van beschaving en welzijn. Naar mijn mening wordt steeds meer duidelijk dat de sector zorg en zeker daarbinnen de branche gehandicaptenzorg reeds vele jaren politiek als “onkostenpost” gezien wordt. De economische invalshoek is immers dominant in dat denken en de “opbrengst” moet in cijfers kenbaar gemaakt worden. Opvallend is dan ook dat de achteruitgang van de huidige “voorzieningen” nu als kind van de rekening worden gezien, alsof dat meer indruk op politici zal maken, dan een structureel tekort aan zorgprofessionals en hun veel te hoog ziekteverzuim! Ook “zzp” als oorzaak noemen en niet de onderbetaling van zorgprofessionals in loondienst ( loonkloof en pensioenkloof zie SER rapportage ) en de roosterproblematiek waardoor de werklast voor ( bevoegd ) personeelsbestand onwerkbaar wordt. Een Op=Op beleid is nu eerder nodig dan het bezuinigen op PNIL of onderhoud en vernieuwing van gebouwen, toch? Onze “beschaving” staat hier op de weegschaal. Met de gehele zorg staat Nederland in de middenmoot van landen om ons heen, waarbij gerust gesteld kan worden dat de branche “gehandicaptenzorg” deze “middenpositie” verder zal verlagen. Ons rijke land zakt dan “door het ijs” en de landelijke begroting maakt toch welvaart mogelijk, maar niet voor iedere burger!