AI in de zorg: potentie en ambities
Het kabinet benadrukt in haar regeerakkoord het belang van AI en technologie om het personeelstekort in de zorg aan te pakken. Een van de ambities is het halveren van de administratietijd vóór 2030, zodat zorgpersoneel zich kan richten op kerntaken en de werkdruk vermindert. Ook zien we een toenemende rol van AI binnen HR, bijvoorbeeld om processen te verbeteren en medewerkers efficiënter te ondersteunen.
Hoewel deze doelstellingen logisch en veelbelovend zijn, wijst onderzoek erop dat de praktijk vaak complexer is. AI gaat namelijk niet alleen over efficiëntie, maar ook over het verbeteren van de kwaliteit van zorg.
AI als ondersteuner, niet als vervanger
Onderzoeker Chiara Carboni van de Erasmus School of Health Policy & Management benadrukt dat AI zorgverleners moet ondersteunen in plaats van hun expertise te vervangen. Zorgverleners hebben tijd nodig om kritisch na te denken over de resultaten die AI levert. Dit vraagt om een zorgvuldig evenwicht tussen technologie en menselijke expertise. Daarnaast moet meer waardering komen voor de dataverzameling, vaak uitgevoerd door verpleegkundigen en technici, die essentieel is voor het trainen van AI-modellen. Het juiste gebruik van AI kan de zorg verbeteren, maar verwachtingen rondom de technologie moeten realistisch blijven.
AI: kansen voor betere zorg
Volgens experts van Radboudumc, een toonaangevend instituut op het gebied van AI in de zorg, is AI veelbelovend vanwege het vermogen om grote hoeveelheden gegevens snel en nauwkeurig te analyseren. Dit is vooral waardevol in medische diagnoses en behandelingen. Denk bijvoorbeeld aan AI-systemen die bepaalde vormen van kanker even goed of zelfs beter kunnen opsporen dan artsen.
De zorg wordt steeds complexer door de groeiende hoeveelheid gegevens en inzichten. AI biedt mogelijkheden om die complexiteit te ontrafelen en zorg op maat te leveren. Het laatste woord blijft echter altijd bij de zorgverlener en patiënt, om de menselijke maat te behouden.
Adaptatie van AI: een uitdaging op zich
De implementatie van AI vraagt niet alleen om technologische vooruitgang, maar ook om een cultuurverandering binnen organisaties. Management en medewerkers moeten vertrouwen krijgen in AI en zich openstellen voor nieuwe werkmethoden. Dit vereist gerichte begeleiding en training. Uit onderzoek blijkt echter dat er nog een flinke kloof is tussen de wens en werkelijkheid van AI-adoptie. Zo gebruikt slechts 24% van de werknemers kunstmatige intelligentie in hun werk, ondanks dat 93% bereid zou zijn om met AI te werken. Ook toont onderzoek een duidelijke ‘gender gap’: slechts 29% van de AI-experts wereldwijd is vrouw.
In de zorg, waar het personeelsbestand voornamelijk uit vrouwen bestaat, is deze ongelijkheid een belangrijk aandachtspunt. Daarnaast speelt leeftijd een rol: jongere generaties (zoals Generatie Z) krijgen meer kansen voor AI-training dan oudere generaties, zoals babyboomers. Dit kan de adoptie van AI onnodig vertragen en ongelijkheden vergroten.
De weg vooruit: inclusiviteit en toepassing
Om de ambitieuze doelen voor 2030 te behalen, moet de zorgsector actief inzetten op het toegankelijk en inclusief maken van AI-trainingen. Dat betekent aandacht voor gender en generaties binnen teams, zodat alle medewerkers zich kunnen ontwikkelen en technologie breed wordt toegepast. Alleen op deze manier kan AI de gewenste administratieve lastenverlichting en kwalitatieve verbetering in de zorg daadwerkelijk realiseren.
Voor meer informatie over het onderzoek van Randstad naar AI en gelijkheid, zie: Randstad AI & Equity