‘BD 125 years of purpose-driven innovation’ vond plaats in het Utrechtse Spoorwegmuseum en startte met twee acteurs. Deze vertolkers van BD-oprichters Becton & Dickinson – die elkaar voor het eerst ontmoetten in een trein – namen de ontwikkeling van ‘hun’ onderneming door. Na deze sfeerrijke terugblik ging het louter nog over de toekomst. Zoals tijdens het rondetafelgesprek Samenwerken aan toekomstbestendige zorg, waaraan een interessante mix van innovatie-experts en eindverantwoordelijken in de zorg deelnamen. Gastheer Alexander Alonso, general manager Benelux van BD, trapte af. Volgens hem zijn de veranderingen die ons nog te wachten staan groter dan ooit. Dit vraagt veel van het innovatievermogen in de zorg. De topman benadrukte dat de Nederlandse zorgsector gelukkig als erg innovatief bekendstaat en dat andere landen zich spiegelen aan ons stelsel. “Toch hebben jullie daar vragen bij. Dat vind ik frappant.”
Personeelsschaarste oplosbaar
De zorg zal ingrijpend moeten vernieuwen om in te kunnen spelen op allerlei issues. Deelnemer aan de rondetafel Wim Groot, hoogleraar Gezondheidseconomie aan de Universiteit Maastricht, noemde het tekort aan personeel het meest nijpende issue. “Steeds meer mensen doen een beroep op de zorg, maar er zijn steeds minder mensen om de zorg te leveren. Dat hebben we al heel lang op ons af zien komen, maar daar hebben we niets aan gedaan.” Volgens de professor schiet de zorg tekort in goed werkgeverschap. “Veertig procent van de nieuwe medewerkers verlaat de zorg. De sector heeft al tientallen jaren het hoogste ziekteverzuim van alle bedrijfstakken.” Er is volgens hem een grote ontevredenheid, niet alleen over beloning maar ook over het werk en de autonomie om de eigen werkinhoud te bepalen.
Zorginnovatie-expert Joris Arts prikkelde met de opmerking dat er niet te weinig zorgprofessionals hoeven zijn in 2030. Hij haalde het rapport van Gupta Strategists Uitweg uit de schaarste aan. Dat rapport stelt dat personeelsschaarste is op te lossen met bestaande technologie, zoals medische apparatuur en hulpmiddelen, mobiele communicatie en telehealth, internet-of-things, artificial intelligence en registratie van informatie. “Als we alle huidige mogelijkheden doorzetten, kunnen we met de mensen die we nu hebben prima het werk aan tegen die tijd.”
Dit kan op papier zo zijn, maar Tamara Kroll, lid van de raad van bestuur van het Groningse Martini Ziekenhuis (een van de Santeon-ziekenhuizen) weet dat praktijk weerbarstiger is. Zij maakt zich ernstige zorgen over het huidige hoge ziekteverzuim. “Tijdens de covidperiode heeft een deel van het personeel zich kapot gewerkt. Nu zitten we met de impact van het teruggaan naar de oude situatie. Onze mensen ervaren veel druk om de zorg weer in capaciteit omhoog te krijgen.” Ze maakt zich zorgen of er wel voldoende veer- en draagkracht is voor alle veranderingen.
Kansen
De vertegenwoordigers uit de zorg zijn bezorgd, maar zien zeker ook kansen voor innovaties, die een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van het personeelstekort.
Een mooi voorbeeld gaf chief strategy officer Elske Overgoor van het UMC Utrecht. Zij vertelde over slimme pleisters met een draadloze sensor die op de borst worden aangebracht. Deze meten basiswaarden, zoals hartslag en saturatie. UMC-medewerkers monitoren vanuit een – in 2020 tijdens de coronacrisis opgezet en daarna gehandhaafd – regiecentrum patiënten in de thuissituatie. Zo ontlasten ze artsen en verpleegkundigen op de afdelingen.
Arts-microbioloog Jan Sinnige van Streeklab Haarlem ziet mooie mogelijkheden voor innovaties die het werk verlichten. Hij zou wel een track and trace-systeem willen hebben. “Als ik online een pizza bestel, dan weet ik precies waar die zich bevindt en hoe laat die aankomt.” Als Sinnige een hersenbiopt laat doen, dan maakt dit materiaal een voor hem onzichtbare reis langs diverse tussenstations, waarbij weleens wat fout gaat. Hij zou zo’n biopt daarom graag kunnen volgen. “Dat zou een enorme kwaliteitsslag betekenen.”
Tussen die droom en daad staan nog te vaak obstakels in de weg, waardoor innovatie niet de vleugels krijgt die het zou moeten hebben. Hans Agten, senior manager Innovatie & Advies bij zorgverzekeraar CZ vindt de stappen die we zetten nog te klein. Een probleem is in zijn ogen dat ziekenhuizen nog altijd te veel proberen zelf de problemen op te lossen. “Als je vanuit de instelling denkt, heb je de verkeerde instelling.” Het zou goed zijn als we meer gaan samenwerken uit een groot urgentiebesef rond thema’s zoals (arbeids)schaarste, stelde hij. “Er moet meer een crisissausje overheen.”
Best practices
Alonso zei echt te genieten van de discussie. Met de oproep tot samenwerking is hij het hartgrondig eens. “Er zijn zeker prachtige voorbeelden van Nederlandse zorginstellingen die vooroplopen in innovatie vergeleken met andere landen. Maar Nederland is te klein om iedereen zijn eigen dingen te laten doen.” De kunst is ook om ook best practices van elkaar over te nemen. “Bij BD hebben wij veel oplossingen die het aantal handelingen beperken.” Als de zorg deze innovaties oppakt, kan dat echt verschil maken.
Maar helaas is Nederland niet alleen een innovatief maar ook een versnipperd land. Innovatie vindt in ons land vaak plaats door professionals vanuit een intrinsieke motivatie om de zorg te verbeteren. “Dat is positief maar een negatieve kant daarvan is dat wij lijden aan het ‘not invented here’-syndroom”, vindt Groot. “We ontwikkelen van alles maar nemen veel te weinig dingen breed over.”
Ook op dat punt is nuancering noodzakelijk, bleek uit voorbeelden van Overgoor en Kroll. Overgoor vertelde over een samenwerking tussen ziekenhuizen in Midden-Nederland die met elkaar samenwerken op het gebied van kanker. Dertien expertteams werken aan diagnostiek en behandelingen volgens de nieuwste inzichten. Zij delen kennis en ervaring, doen wetenschappelijk onderzoek en verbeteren en vernieuwen zo de zorg.
Kroll vertelde dat haar Martini Ziekenhuis van het Amsterdamse OLVG ‘virtual fracture care’ had overgenomen. Dit is een behandelmethode waardoor patiënten minder vaak voor nazorg terug naar het ziekenhuis hoeven. Kroll ziet een duidelijke stijgende lijn in de samenwerkingsbereidheid in de zorg. In haar regio, de noordelijke provincies, neemt die, mede als gevolg van de samenwerking tijdens de coronacrisis, duidelijk toe. Zij ziet het er zelfs van komen dat zorgaanbieders capaciteit gaan verdelen volgens diverse zorgprofielen.
Zorgaanbieders kunnen niet alleen van elkaar wat leren, maar ook van het bedrijfsleven, zei Arts. Hij noemde hamburgerketen McDonald’s als inspiratiebron. “Zij hebben het aantal soorten verpakkingsmaterialen gereduceerd van 21 naar 16. Het nieuwe materiaal was duurder, maar uiteindelijk leverde ze dat heel veel op, omdat ze kosten bespaarden doordat ze het afval beter konden scheiden. Daarnaast kregen ze vanwege verduurzaming ook nog een belastingvoordeel waar ze vooraf niet op hadden gerekend.” Dit zou een les kunnen zijn voor zorgaanbieders. Daarnaast kunnen zij volgens Arts ook iets leren van de wijze waarop het bedrijfsleven innovatie inricht. “Geen stuurgroep, maar een speciaal innovatieteam met mensen die goed zijn in het realiseren van ideeën.”
Open kennisuitwisseling
Na de rondetafeldiscussie gingen sprekers dieper in op hoe zorgaanbieders van innoveren een succes kunnen maken. Directeur Kjeld Aij van het Erasmus Medisch Centrum denkt dat het goed zou zijn om meer op kwaliteit in plaats van kosten te sturen. Ook wees hij op het belang van het verbeteren van processen, die in de zorg volgens hem roestig kunnen zijn.
Business transformation manager Wim van Domburg gaf advies over succesvol veranderen. Het kan helpen als je er vooraf al rekening mee houdt dat verandering eerst kan leiden tot een dip, alvorens je de vruchten ervan plukt. Ook is het verstandig om je vooraf te verdiepen in hoe je mensen meeneemt en omgaat met weerstand.
Een element bij vrijwel alle sprekers was dat intensief samenwerken, zowel binnen de organisatie als daarbuiten, de sleutel is voor succesvolle verandering. De bijeenkomst, die zich kenmerkte door een open en constructieve kennisuitwisseling, liet zien hoe gemakkelijk je kunt leren van een ander. Vice president of strategic marketing Fiona Garin van BD sloot de bijeenkomst af met een oproep om meer samen te pionieren. “Daag ons uit. Dat stelt ons in staat om jullie te ondersteunen. Mijn droom is een nieuw tijdperk waarin we als nooit tevoren samenwerken aan collectieve transformatie.”