De maatschappij verandert in rap tempo en de druk op de gezondheidszorg om tegen lagere kosten meer en betere zorg aan te bieden wordt steeds groter. De snelle technologische ontwikkelingen op het gebied van connected health kunnen daarin een belangrijke en positieve rol spelen.
Daar komt echter ook een aantal juridische aandachtspunten bij kijken. Allen & Overy stelde een rapport op waarin de belangrijkste ontwikkelingen (key trends) op het gebied van connected health op een rij worden gezet en waarin concrete suggesties worden gedaan om met de juridische uitdagingen daarvan om te gaan. Het rapport is met de pharmaceutische sector in gedachten ontwikkeld, maar de daarin opgenomen key trends en suggesties zijn voor de healthcare sector in brede zin relevant. In deze inleiding op het rapport bespreken we twee van deze key trends: social media en mobile health apps. In het rapport gaan we uitgebreider in op de key trends en suggesties en bespreken we verder nog twee andere trends: big data & analytics en data security.
Social media
Jong en oud maken er inmiddels gebruik van: social media is ingeburgerd en vertrouwd. Social media heeft daarmee een belangrijke rol verworven als communicatiemiddel. Die rol als communicatiemiddel vervult social media niet alleen tussen mensen onderling, maar ook in hun relaties met overheden en bedrijven, waaronder in steeds grotere mate ook zorginstellingen. Social media brengt patiënten, zorginstellingen en overige stakeholders op interactieve wijze in contact: het is tweerichtingsverkeer met minimale vertraging. Het gebruik van social media levert een snellere en meer op patiënten gerichte benadering op dan bijvoorbeeld het gebruik van een gewone website, contact via brieven of massamailings.
De sterke punten van social media zijn meteen ook de basis voor onze aandachtspunten. Omdat mensen vertrouwd zijn met social media en gewend zijn daarop (dagelijks) te communiceren, verspreiden ze relatief gemakkelijk kennis en informatie. Als daar te weinig controle op plaatsvindt, kan het dat er informatie wordt verspreid waarvan dat helemaal niet wenselijk is. Een zorgverlener kan bijvoorbeeld al snel de indruk wekken een diagnose te stellen (“dat ziet er inderdaad niet goed uit, het zou wel eens zus of zo kunnen zijn”), terwijl dat niet de bedoeling is. Ook is het mogelijk dat werknemers via social media materiaal posten waarop auteursrechten van een ander rusten (bijvoorbeeld een illustratie of merk), wat kan leiden tot inbreuken op rechten van derden en uiteindelijk zelfs tot schadeclaims. Daar komt nog bij dat het gebruik van social media in sommige gevallen als reclame kan worden gezien. Daarvoor gelden, zeker voor wat betreft de gezondheidszorg, ook weer aparte regels.
Interactiviteit
Ook de interactiviteit van social media brengt uitdagingen met zich mee. Patiënten zullen ook informatie delen. In sommige gevallen zal de patiënt informatie over zichzelf geven die aanleiding geeft tot actie, bijvoorbeeld als een patiënt een ernstige bijwerking of gezondheidsklachten beschrijft. In andere gevallen kan het gaan om materiaal dat bijvoorbeeld inbreuk maakt op intellectuele eigendomsrechten van derden. Nalaten om te handelen zou potentieel kunnen leiden tot aansprakelijkheid, of een tekortkoming bepaalde regelgeving na te leven (denk bijvoorbeeld aan de zorgplicht). Tenslotte leidt het gebruik van social media door de daarbij horende interactiviteit bijna onvermijdelijk tot het verwerken van persoonsgegevens. Zeker indien die gegevens iets over iemands gezondheid kunnen zeggen, gelden daarvoor strenge regels.
Om goed met deze aandachtspunten om te gaan, is het belangrijk dat een zorgverlener, instelling of zorgonderneming zorgvuldig en gecontroleerd met social media werkt. Dat moet gebeuren op basis van een duidelijk beleid en een duidelijke verdeling van taken. Het kan bijvoorbeeld niet zo zijn dat de marketingafdeling social media campagnes lanceert zonder dat is nagegaan of alle toepasselijke regels worden nageleefd. Ideaal is het instellen van een apart social media team waarin vertegenwoordigers van marketing, compliance, IT en juridische experts zitting nemen. Verder moet het beleid ten aanzien van social media ook voldoende worden gecommuniceerd in alle delen van de organisatie, idealiter door het creëren van bewustheid door specifieke training over de do’s en dont’s.
Als onderdeel van dat beleid moeten alle gehanteerde social media platforms steeds zorgvuldig worden gemonitord. Ook moet uit dat beleid blijken hoe te reageren op bepaald materiaal, zoals materiaal dat ingaat op gezondheidsklachten van de patiënt, of inbreuk maakt op auteursrechten. Het is daarbij raadzaam om specifieke personen of teams aan te wijzen die verantwoordelijk zijn voor het afhandelen of rapporteren van zulke incidenten. Ook kan het nuttig zijn de social media omgeving zo in te richten dat patiënten aangemoedigd worden om gezondheidsklachten of bijwerkingen via andere kanalen te melden, bijvoorbeeld per e-mail of per telefoon, en contactgegevens te vermelden waar rechthebbenden vermoede inbreuken op hun intellectuele eigendomsrechten kunnen melden.
Mobile Health Apps
Naast sociale media zijn ook mobile health apps sterk in opkomst. Het is niet zonder reden dat zowel Google (Google Fit), als Apple (Apple Healthbook) en Samsung (Samsung Simband en SAMi) onlangs platforms hebben gelanceerd om mobile health apps te ondersteunen, onder andere door gebruik van draagbare (wearable) technologie (slimme horloges, etc. ). Er zijn verschillende soorten mobile health apps. In deze inleiding gaan we in op een paar hoofdcategorieën.
Zo zijn er ‘wellness’ apps, die gebruikers in staat stellen gegevens over zichzelf te verzamelen en bij te houden (denk aan hoe goed de gebruiker slaapt, sportprestaties, hartslagmetingen, enzovoorts). Daarnaast bestaan er apps die vooral veredelde medische encyclopedieën zijn: nuttige naslagwerken voor zorgverleners (of patiënten), maar niet veel meer. Interessanter is de opkomst van mobile health apps die op de patiënt afgestemde diagnoses kunnen stellen (bijvoorbeeld door advies over medicatie te geven), die gekoppeld kunnen worden aan medische instrumenten (bijvoorbeeld een oftalmoscoop of otoscoop), of die gegevens van de patiënt direct met een zorgverlener delen en eventueel zelfs meten (bijvoorbeeld gegevens over de glucosespiegel).
De aandachtspunten bij mobile health apps zijn divers. Hoe meer de app doet en kan, hoe meer er bij komt kijken. Een app die alleen een naslagwerk biedt, is in de regel niet meer of minder gevaarlijk dan een medische encyclopedie. Een app die op aanwijzing van de gebruiker gegevens verzamelt maar daaraan verder geen conclusies verbindt, vergt al meer aandacht. Bij het verzamelen van persoonsgegevens, zeker gegevens waaruit iets over iemands gezondheidstoestand kan worden afgeleid, gelden strenge regels. Gaat de app nog een stap verder, bijvoorbeeld door gegevens te delen met een zorgverlener, diagnoses te stellen, of samen te werken met bestaande medische apparatuur, dan kan de app in gereguleerd gebied terechtkomen: het kan dat de app als medisch hulpmiddel gecertificeerd moet worden.
Aansprakelijkheidsrisico’s
Er ontstaan met de extra functionaliteit ook grotere aansprakelijkheidsrisico’s voor diegene die de app aanbiedt: bijvoorbeeld als de app een verkeerde diagnose stelt, onjuiste gegevens doorzendt, of data uit het gekoppelde medische instrument verkeerd weergeeft. Ook moet er goed nagedacht worden over de mate waarin apps die als onderdeel van een behandeling gebruikt worden mogelijkheden bieden om bijwerkingen en andere klachten over die behandeling te melden. Voor zover de app wordt gezien als medisch hulpmiddel zullen ook nadelige gevolgen ten aanzien van het gebruik van de app bijgehouden moeten worden.
De beste manier om met de aandachtspunten met betrekking tot mobile health apps om te gaan, is om als instelling of aanbieder heel nauw betrokken te zijn bij de ontwikkeling van een app en betrokken te blijven bij het gebruik daarna. In het bijzonder dienen juridische experts op diverse gereguleerde gebieden de ins en outs van de app goed te begrijpen en zouden zij inspraak moeten hebben op de wijze waarop de app functioneert. Het is bijvoorbeeld essentieel dat er na wordt gedacht over wat voor persoonsgegevens een app verwerkt, hoe die opgeslagen worden, waar die opgeslagen worden en wie er (onder welke voorwaarden) toegang toe heeft. Er moet ook zorgvuldig bepaald worden of de app gecertificeerd moet worden. Zo ja, dan is het daarbij bovendien belangrijk rekening te houden met het feit dat de eisen tussen bijvoorbeeld de VS en de EU kunnen verschillen. Beide perspectieven kunnen in zo’n geval het beste direct meegenomen worden. Naast deze voorzorgsmaatregelen, is het om schade achteraf te beperken belangrijk tot een duidelijke verdeling van aansprakelijkheid te komen met partijen die ingeschakeld worden bij het ontwikkelen van de app. Als laatste moet er ook met betrekking tot mobiele health apps de nodige aandacht worden besteed aan procedures voor het omgaan met meldingen van klachten, bijwerkingen, enzovoorts.
Conclusie
We bespraken in vogelvlucht twee connected health trends en enkele bijbehorende aandachtspunten. In het rapport ‘Connected Health’ gaan we dieper op deze onderwerpen in en bespreken we verder de ontwikkelingen rond big data & data analytics en data security. Voor een advies op maat, toegespitst op uw situatie, kunt u contact opnemen met Peter Eijsvoogel of een van de andere contactpersonen opgenomen in het rapport.
Meer informatie
Peter Eijsvoogel
T: 020 674 1295
E: peter.eijsvoogel@allenovery.com
W: www.allenovery.com