In het vierde kwartaal van 2018 start de bouw van de nieuwe beddenkamers in de F- en G-torens van het AMC. In de voorbereiding van zo’n bouwproces zijn termen als reversed design, patient journey en virtual reality geen gemeengoed. In dit project vormden ze juist het uitgangspunt. Met als gevolg een innovatief en toekomstbestendig ontwerp.
Het is logisch dat gebruiksruimten in een ziekenhuis dat in 1983 officieel zijn deuren opende niet meer voldoen aan de eisen die er in 2017 aan worden gesteld. “Dit geldt heel duidelijk voor de F- en G- beddentorens”, zegt directeur huisvesting Emile Spek van het AMC. “Een bouwkundige update volstaat dan niet om het toekomstbestendige resultaat te bereiken dat je voor ogen staat. We willen een ontwerp realiseren waarmee we tot na 2050 vooruit kunnen. En van de beperkte aanpak die we eerder hebben gekozen voor het opknappen van de H-toren hebben we geleerd dat die aanpak tot een resultaat leidt dat toch weer snel verouderd is. Deze keer willen we het daarom zowel bouwkundig als conceptueel fundamenteel anders doen. En we willen daarbij voor die F- en G-torens heel zorgvuldig te werk gaan, want we hebben het hierbij over een van de grootste investeringen sinds de oplevering van het AMC. Dit betekent dat we ervoor hebben gekozen niet meteen te denken in oplossingen, maar eerst te bepalen welke eisen we precies moeten stellen aan een beddenkamer.”
Uitgaan van patiënt en personeel
Het AMC koos daarmee voor een radicaal andere werkwijze. “De vernieuwende aanpak die het AMC heeft gekozen is een typisch voorbeeld van wat wij reversed design noemen”, zegt Rutger Kriek, managing consultant gezondheidzorg van AT Osborne. “Reversed design betekent in dit verband dat niet de bouwkundige structuur leidend is, maar de vraag van de patiënt en het personeel.”
Voor de patiënt is de beddenkamer een ruimte waarin hij een aantal dagen verblijft en waarin hij zich dus prettig en veilig moet kunnen voelen. De rolkoffer met van huis meegebrachte spullen in een hoek moeten zetten omdat die niet in de kast past, draagt niet bij aan het gevoel van een beddenkamer als een rustgevende omgeving. En een kluisje waar de iPad net niet in past doet afbreuk aan het gevoel van veiligheid. “Veel fundamenteler is het idee dat de patiënt contact wil houden met de buitenwereld”, zegt Spek. “In een gemiddelde beddenkamer kan dat door de gekozen bouwkundige opzet niet. De patiënt wil dat echter wel heel graag. En de medewerkers willen het ook, want die willen kunnen zien of het goed gaat met de patiënt zonder de kamer te hoeven binnenlopen en hem dus te moeten storen.”
Industrieel ontwerp
Het uitgangspunt van reversed design vroeg om twee dingen: actieve betrokkenheid aan de voorzijde van het herontwikkelproces van de professionals die in de ruimten gaan werken. En een industrieel ontwerpbureau dat in staat was op basis van de experience-gedachte – de beleving van de patiënt en medewerker – te werk te gaan. Om de professionals een stem te geven in het ontwikkelproces, werden vertegenwoordigers vanuit de artsen, verpleging, logistiek, ICT, voeding, schoonmaak et cetera in één integrale conceptgroep bijeen gebracht om op basis van de vraag welk doel zij met de herontwikkeling wilden bereiken hun ambities en eisen op papier te zetten. Kriek: “Te vaak gebeurt dit juist niet integraal, worden per discipline eisen geformuleerd die tegenstrijdig aan elkaar zijn en wordt dit pas zichtbaar het als het ontwerp al een feit is. Wij hebben het dus wél gedaan, in de vorm van integrale ambitiesessies waarin ze allemaal hebben kunnen uitspreken wat ze nu precies willen bereiken met die nieuwe beddenkamers. Dan horen de mensen van de logistieke dienst waar de verpleegkundigen tegenaan lopen en omgekeerd. De daarbij behorende wensen en eisen hebben ze vervolgens zo dicht mogelijk bij elkaar kunnen brengen in een ambitiedocument, dat de basis vormde voor het programma van eisen.”
Kunnen en willen
Hiermee was de basis gelegd voor het selecteren van het industrieel ontwerpbureau. Kriek: “We vonden het belangrijk dat het bureau begreep dat mensen de ruimte niet alleen kunnen, maar ook willen gebruiken”, zegt Kriek. “En het bureau moest het belang van de patient journey begrijpen, want de patiënt die wordt opgenomen, komt terecht in een vreemde omgeving.”
Vier industrieel ontwerpbureaus werden benaderd en het bleek niet voor ieder bureau even gemakkelijk om aan die experience-gedachte en die patient journey even praktisch invulling te geven. “Die patient journey begint in feite al op het moment dat de patiënt te horen krijgt dat hij naar het ziekenhuis moet”, zegt Kriek. “Dit betekent niet dat een industrieel ontwerper de ruimte krijgt om het hele proces van de patiënt te redesignen, maar we hebben wel gekeken naar de vraag hoe die vier partijen rekening hebben gehouden met de manier waarop de patiënten hun opname ervaren. In de beddenkamers mochten geen belemmering voor hen zitten om zich thuis te voelen.”
In het keuzeproces voor het industrieel ontwerpbureau is bewust gekozen voor kwaliteit als leidend uitgangspunt. “Wij wegen kwaliteit veel zwaarder dan geld’, zegt Spek. “Anders loop je het risico genoegen te nemen met een aanbieder die “best goed” is, omdat die nu eenmaal het goedkoopste aanbod deed.”
Integrale benadering
“MMEK’ bleek het ontwerpbureau met de beste kaarten. ‘We voelden ons ook thuis bij de manier van werken”, zegt directeur Erik van Kuijk. “Wij onderscheiden ons juist in deze markt met ons advanced concept design-model, een integrale ontwerpbenadering waarin we het gewend zijn de beleving van de patiënt en de zorgverleners centraal te stellen. Op basis van dit uitgangspunt zagen we in deze opdracht van het AMC een prachtige kans. Tegelijkertijd zagen we ook de bedreiging dat je je op basis van de input van zoveel mensen – met tegenstrijdige eisen en wensen – kunt verliezen in details. Dit konden we voorkomen doordat we van het AMC de ruimte kregen om meteen met zoveel mogelijk mensen in gesprek te gaan. Ze konden dus direct inzichtelijk maken waar ze tegenaan liepen. Dan kun je nog steeds niet alles honoreren, maar je kunt wel goed onderbouwen waarom je tot bepaalde keuzes komt en daar dus ook draagvlak voor creëren.”
Kriek vult aan: “Hier zie je heel duidelijk het verschil tussen industrieel ontwerpers en architecten. Industrieel ontwerpers kunnen het gesprek voeren vanuit de beleving die de zorgprofessional ervaart. Architecten denken vanuit de bouwtekening.” Voor Spek zit hierin de kern van waarom het zo belangrijk was een industrieel ontwerpbureau bij het project te betrekken. ‘Degenen die dit tot een succes maken zijn degenen die de patiënten en medewerkers als mensen zien”, zegt hij. “Ervaring in de zorg is niet eens zo verschrikkelijk belangrijk, het gaat meer om de vaardigheid in het voeren van het proces en daar dan vaste vorm aan geven.”
Die vaste vorm gaf MMEK’ door eerst een mock-up van de nieuwe beddenkamer te maken – waar de medewerkers doorheen konden lopen en de bedden in konden manoeuvreren – En vervolgens een mock-up van een echte patiëntenkamer. Van Kuijk: “Door hierbij gebruik te maken van virtual reality konden mensen zich echt in die kamer bewegen. Honderden AMC’ers hebben zo al in de nog te bouwen kamers rondgelopen. Ze konden hiermee heel praktische dingen ervaren, of een knopje wel op een logische plaats zit bijvoorbeeld. Virtual reality zit heel dicht bij de werkelijkheid. Het helpt enorm in het proces van besluitvorming om mensen te laten zien waarover ze precies besluiten.” Het AMC is overtuigd. “Vanaf nu gaan we voor alle grote projecten zo werken”, zegt Spek.