Als er één sector is waar nieuwe technologie grote veranderingen teweegbrengt, dan is het de zorg. Er is nu al een revolutie gaande in wat we dankzij wetenschap, slimme toepassingen en data-analyse aan de weet komen over aandoeningen en gerichte behandelingen.
De veranderingen gaan snel, heel snel. En zorgorganisaties moeten mee, maar of dat lukt is meer een mentale kwestie dan een technologische. De sleutel ligt in de bestuurskamer en niet zozeer op de ICT-afdeling.
De digitale transformatie in de zorg betekent dat het zorgmodel kantelt, met behulp van technologie. Dat proces wordt nog eens versneld door de decentralisatie van zorgtaken. Niet meer het zorginstituut is het startpunt voor de inzet van mensen en middelen, maar de zorgafnemer. Elke individuele patiënt of cliënt heeft – in principe – de touwtjes in handen wat betreft zijn eigen zorg; medicijnen en behandelingen worden niet meer afgestemd op de grootst gemene deler, maar heel specifiek gericht op ieders particuliere aandoening en wensen.
Visie en strategie bij elkaar brainstormen
Die transformatie is mogelijk vooral dankzij technologie. Via sensoren, wearables, digitale gegevensuitwisseling en sociale media komen er enorme hoeveelheden gegevens beschikbaar die we kunnen filteren, analyseren en gebruiken. Ideaal voor (wetenschappelijk) onderzoek naar oorzaken, behandeling en preventie van ziektes, maar ook als input om voorspellingen te doen over ontwikkelingen en incidenten. De technologie stelt ons in staat om zorg op afstand zodanig in te richten dat die effectiever en klantvriendelijker is dan zorg op locatie. Met machine learning, artificial intelligence en geavanceerde chatbots is persoonlijke, adequate zorg zelfs te automatiseren. En de patiënt/cliënt thuis krijgt bijvoorbeeld dankzij virtual of augmented reality apparaten als de HoloLens, of zelfs eenvoudige beeldzorg, dezelfde of betere kwaliteit van zorg dan in een ziekenhuis of zorgorganisatie.
De toepassingen zijn er al, nu is het de vraag hoe je daar als zorgsector mee omgaat. Daarvoor is zeker een goede strategie nodig. Maar vooral actie. Want als je niet oppast, slaan de ontwikkelingen van vandaag en morgen je om de oren terwijl het bestuur op de hei een visie en strategie bij elkaar aan het brainstormen is. Organisaties die vooruit willen, zullen nu moeten veranderen. Van een defensieve, traditionele organisatie naar een digitale, dynamische organisatie die innovatie met beide handen aangrijpt om intern en extern beter te worden.
Denk als een start-up
Een recent Harvard Business Review rapport – The Digital Transformation of Business – identificeert de vier belangrijkste trends die de transformatie van organisaties opstuwen. Mobiele toepassingen zorgen voor een nieuw digitaal perspectief; cloud computing is voorwaarde om schaalbaar en flexibel te blijven; big data en de analyse daarvan helpen organisaties te innoveren; sociale kanalen betekenen een ommekeer in hoe werkprocessen worden ingericht. Microsoft benoemt vervolgens vier prioriteiten voor digitale transformatie van de zorg om die trends te benutten. Breng je patiënten en cliënten in beweging en betrek ze erbij (engage), geef je medewerkers de juiste tools (empower), zorg voor een adequate infrastructuur (optimize) en innoveer je dienstverlening (transform).
Dan blijft de kwestie hoe je als organisatie die trends aangrijpt om te veranderen. Ten eerste vraagt dat om een duidelijke keuze om de digitale transformatie inderdaad te omarmen. Als je voorop wilt lopen en bij de voorhoede wilt blijven horen, dan verlaat je het pad van consolidatie en business as usual met voorspelbare resultaten. Wat heb je aan 30 jaar ervaring als er elke drie maanden compleet nieuwe werkelijkheden ontstaan? Dan zul je moeten kiezen voor de dynamiek en onvoorspelbaarheid die meer bij een start-up lijken te passen dan bij een traditioneel instituut. Gericht op groei, met de durf om te experimenteren en een datagedreven aanpak. Een organisatie die al in een groeifase nieuwe activiteiten ontplooit en niet wacht tot de eerste tegenvallende resultaten binnenkomen.
De verhouding vandaag-morgen-overmorgen
De realiteit is wel dat organisaties pas veranderen, als de mensen in de organisatie veranderen. Transformatie is een kwestie van de juiste technologie, maar vooral van de juiste mensen met de juiste skills. Er komt een generatie aan die naar een pc kijkt zoals wij nu naar een bakelieten telefoon kijken. Die mensen, en dat zijn de medewerkers en klanten van morgen, wil je binnenhalen en houden en die eisen dat je verandert. Peter Hinssen, de bekende technologieondernemer en spreker, heeft een mooie analogie over hoe we onze aandacht verdelen over de activiteiten van vandaag, de plannen voor morgen en de ideeën voor overmorgen. Als de verhouding tussen die drie 70-20-10 is, dan doe je het volgens hem goed. Dan regel je de zaken die nu en morgen op je bord liggen en heb je tijd om concepten, businessmodellen en toepassingen te ontwikkelen die je helpen te transformeren. Uit de praktijk blijkt dat de verhouding eerder 93-7-0 is. We zijn te veel bezig met alle zaken van vandaag – en vergeet ook alle rotzooi van gisteren niet – om ons te richten op de dag van overmorgen. En als dat zo is, dan komt die noodzakelijke digitale transformatie er nooit.
Meer weten? Download het boekje Digitale Transformatie in de Zorg van Winvision
Of bezoek de stand van Winvision tijdens Zorg & ICT, standnummer D040 in hal 10, Jaarbeurs Utrecht