(links) Wilma van Vlaanderen, zorgmanager SZR Vrijthof, (rechts) Mark van Duin, adviseur zorg BMC
Op Rijnhof wonen mensen met NAH, waarvan een deel kampt met bijkomende gedragsproblematiek. ‘Een kleine doelgroep met unieke behoeften’, stelt zorgmanager Wilma van Vlaanderen. ‘Wij leveren nu goede en deskundige zorg aan de bewoners van Rijnhof, maar we willen dat onze zorg- en woonomgeving nóg beter past bij hun wensen en behoeften. De bewoners hebben namelijk hoogspecialistische NAH-zorg nodig. In 2027 willen we dit aanbieden. Daarom beginnen we nu al met veranderen.’
Beginpunt vinden
BMC werd ingeschakeld om SZR te helpen met het verandertraject. Mark van Duin, adviseur bedrijfsvoering zorg bij BMC, stond als projectleider aan de lat om een plan van aanpak op te stellen. Hij weet dat het bij verandertrajecten vaak lastig is om een beginpunt te vinden. Daarom stelde hij voor om het door BMC ontwikkelde waardegedreven zorgmodel te gebruiken. ‘Dit model gaat uit van het principe van totale samenwerking tussen de cliënt, het netwerk rondom de cliënt, de professionals en andere betrokkenen. Zo helpen we zorgorganisaties als SZR om waarde toe te voegen en echt passende zorg te bieden.’
Inzicht en structuur
Het model bleek inderdaad uitkomst te bieden. ‘Het bood inzicht in wat er al goed ging, waar verbeteringen mogelijk waren en waar kansen lagen’, stelt Van Duin. Van Vlaanderen vult aan: ‘Het model zorgde voor structuur in zowel de analyse als de gesprekken die we met elkaar voerden. Dat heeft ons echt geholpen.’ In juni 2023 werd gestart met het daadwerkelijke verandertraject. ‘Dit duurt ongeveer vier jaar’, vertelt Van Duin. ‘In elke fase wordt gewerkt aan vier deelprojecten, die overeenkomen met de bouwstenen van het waardegedreven zorgmodel. Hiermee komen het gedachtegoed en de terminologie tot leven binnen de organisatie.’
Uitrol op de afdeling
Kwaliteitsverpleegkundige Djoy Frijters is verantwoordelijk voor de uitrol op Rijnhof. Ze vertelt dat scholing een belangrijk onderdeel is van het traject. ‘We willen dat medewerkers leren goed om te gaan met gedragsproblematiek bij bewoners. Daarom is de scholing bedoeld voor álle medewerkers. Iedereen weet hierdoor wat er bij de zorg voor deze doelgroep komt kijken.’ Dit heeft een positief effect. ‘We merken dat collega’s beter in hun vel zitten en met plezier naar hun werk gaan’, stelt Van Vlaanderen. ‘Ook mensen van andere afdelingen zijn hierdoor nieuwsgierig naar ons werk en willen graag eens meekijken. We hebben geen moeite meer om flexmedewerkers te vinden die diensten willen overnemen. En vacatures worden makkelijker ingevuld.’
Netwerk opbouwen
In het verandertraject is ook de teamsamenstelling belangrijk. Frijters ging met de zorgmedewerkers in gesprek over missende disciplines. ‘De arts gaf aan de expertise van een psychiater te missen. Daarom zijn we een externe samenwerking aangegaan met een neuropsychiater.’ Verder zijn er zo’n acht werkbezoeken afgelegd aan andere locaties en behandelcentra. ‘Niet alleen bouwen we zo een netwerk op van zorgorganisaties die zich bezighouden met hoogspecialistische NAH-zorg’, vertelt Van Vlaanderen. ‘Ook steken we er zelf veel van op en leren we van elkaar.’
Rust en structuur
Inmiddels is er in positieve zin het nodige veranderd. Waar zijn ze meest trots op? ‘Dat we door het waardegedreven zorgmodel als analyse-instrument te gebruiken een goed, volledig en integraal plan van aanpak hebben gemaakt en dit ook echt uitvoeren’, zegt Van Duin. ‘En dat het traject nu al verschil maakt: in sfeer op de afdeling, in de omgang met bewoners, in hoe de afdeling eruit ziet.’ Frijters vult aan: ‘We zijn veel meer in staat om elke bewoner op zijn eigen niveau te bejegenen en te begeleiden. Er wordt ook veel meer nagedacht over welke disciplines we daarvoor inzetten.’ Van Vlaanderen ziet veel meer rust en structuur. ‘Ook de bewoners geven aan verschil te merken. Ze voelen dat ze meer centraal staan in de zorg. Dat is pure winst.’