Dat bleek tijdens op 13 augustus tijdens de tweede RocheDialogues@Home. Gespreksleider Inge Diepman sprak met Brigit van Soest, programmamanager Coalitie Duurzame Farmacie, Gertjan Hooijman, apotheker bij Alphega Apotheek in Asten, en Wendy Maas, health policy lead bij Roche. Het probleem van verspilling is groot, de kosten zijn hoog, zo blijkt uit de grafieken uit het rapport ‘Op weg naar duurzame farmacie’. Maar het gaat niet alleen om de kosten. Medicijngebruik en –verspilling hebben ook een groot effect op de kwaliteit van het water in ons land. Gebruikte medicijnen komen bijvoorbeeld via urine in de toilet terecht en ongebruikte geneesmiddelen worden soms zomaar doorgespoeld. “Jaarlijks komt er ongeveer 140 ton aan medicijnresten in ons water terecht”, zegt Brigit van Soest, “zo’n 90 tot 95 procent door gebruik, de rest door het doorspoelen. Dat heeft effecten op flora en fauna in het water. Er zitten pijnstillers, antipsychotica en hormonen tussen, en die kunnen weefselschade, gedragsverandering en geslachtsverandering (bijvoorbeeld bij vissen) veroorzaken.” Als programmamanager verbindt ze daarom partijen in de zorg met waterschappen, drinkwaterbedrijven en andere waterorganisaties om samen te werken aan het voorkomen van medicijnresten in het water. “Maar de impact van medicijnen op het milieu is ook te zien aan CO2-uitstoot”, aldus Van Soest. “Van de totale uitstoot wordt 6 a 7 procent veroorzaakt door de zorg. Daarvan komt 20 procent voor rekening van medicijngebruik.”
Tackelen
Veel verpleeghuizen gooien van alles weg omdat op het etiket van het medicijndoosje de naam van de patiënt staat, terwijl ze eigenlijk nog goed gebruikt zouden kunnen worden. En uit onderzoek blijkt dat 83 procent van de patiënten zegt thuis medicijnen over te hebben. De redenen zijn legio. Dat komt bijvoorbeeld omdat zij overstappen op een ander middel, terwijl ze van het oude nog (veel) over hebben. Maar ook omdat ze gestopt zijn vanwege bijwerkingen of therapieontrouw. “Dit probleem is voor een deel aan de voorkant te tackelen”, zegt Gertjan Hooijman. “Als mensen een medicijn niet hebben, spoelen ze het ook niet door het toilet”, voegt hij lachend toe. “Het komt in eerste plaats neer op aantallen. Schrijf een middel niet voor drie maanden voor, maar in eerste instantie bijvoorbeeld voor twee weken. Dan kun je kijken of het aanslaat en het daarna een langere periode voorschrijven, afhankelijk van de behoefte van de patiënt.” Een beslissysteem voor welke en hoeveel medicatie te gebruiken is altijd heel persoonlijk. In Asten hebben ze daarom een digitaal receptenboek ontwikkeld in samenwerking met de huisartsen, legt Hooijman uit. Een huisarts diagnosticeert een aandoening bij een patiënt en zet die in het receptenboek. Daar rolt vervolgens uit hoeveel en wat voor medicijnen voorgeschreven moeten worden. “Dat scheelt zo’n 20 procent aan fouten bij voorschrijven”, aldus Hooijman. Daarnaast helpt een goed contact met de patiënt om therapietrouw te bevorderen. “Vraag mensen op gesprek, bel ze op of zet eHealth in.”
Moeite
Tijdens het RocheDialogues@Home-gesprek rijst de vraag of het – letterlijk – wel de moeite loont om medicijnverspilling tegen te gaan. Veel generieke medicijnen zijn zo goedkoop dat maatregelen meer kosten dan opleveren. “Er zijn ook veel dure medicijnen en vaak wel een gezond businessmodel om niet te verspillen”, zegt Wendy Maas. “Maar ook voor generieke middelen is wel degelijk zo’n businessmodel te maken. Dan moet je niet alleen naar de directe kosten kijken, maar ook naar maatschappelijke kosten en duurzaamheid. Dat besef leeft nog te weinig. Voor de milieu impact maakt het echter niet uit of een middel duur of goedkoop is. We de noodzaak voor meer personalised healthcare wel mee te nemen in discussies met o.a. zorgverzekeraars.”
Voorraden
Bovendien: er gaat veel geld naar het op voorraad houden van medicijnen. “Verspilling mag niet ten koste gaan van veiligheid en de beschikbaarheid van medicijnen”, zegt Maas. “De vraag is alleen hoe ver je daarin wilt gaan. Die discussie is nog urgenter geworden tijdens de coronacrisis. Wat heb je ervoor over om ‘ijzeren voorraden’ – zoals Bruno Bruins dat noemde – te garanderen?” De voorspelbaarheid van de markt is belangrijk, vindt Brigit van Soest, en zorgverzekeraars hebben daar ook een rol in. “Als telkens een ander middel het voorkeursmiddel is, kom je met veel overschot te zitten.”
Wetten en regels
In Nederland zijn er initiatieven tussen apothekers om gebruik te maken van elkaars pieken en dalen in voorraden, PharmaSwap bijvoorbeeld, en er zijn pilots om niet-gebruikte medicijnen in te nemen en opnieuw uit te geven – zoals het Radboudumc gaat doen met sensoren in verpakking van dure kankermedicijnen. Die worden geëerd met prijzen, maar lopen tegelijkertijd tegen Nederlandse en Europese wetgeving aan. Zoals bijvoorbeeld dat middelen maar eenmaal mogen worden uitgegeven. Lees: de muren van de apotheek verlaten (uit het oogpunt van veiligheid). Dat vraagt om met elkaar nog eens goed naar wetten en regels te kijken vanuit de nieuwe technologische mogelijkheden die er nu zijn, zo betogen Van Soest, Maas en Hooijman.
De sprekers zijn het erover eens dat de strijd tegen verspilling op alle fronten moet worden gevoerd: kijk eerst aan de ‘voorkant’ door het personaliseren van zorg, welke winst te behalen is– door samenwerking tussen de geneesmiddelbedrijven, artsen, apotheken en patiënten – en tegelijkertijd aan de achterkant (retour/heruitgifte) – in het verpleeghuis of bij de patiënt thuis. Voorkant: met behulp van diagnostiek betere keuzes maken voor een bepaald medicijn op basis van patiëntkarakteristieken en op maat afleveren. Achterkant: ervoor zorgen dat medicatie niet in het milieu komt. Aan beide kanten is winst te behalen, al zijn er nog geen sluitende businessmodellen.
De volgende RocheDialogues@Home is op 27 oktober en gaat over Shared Decision Making. Meer informatie: www.roche.nl/dialogues