Hoe verandert de werkomgeving van zorgmedewerkers en wat betekent dat voor hun ontwikkeling? Dat onderzocht onderzoeks- en adviesbureau FWG. Samen met Randstad startte het bureau Medewerker van de Toekomst, een opleidingstraject van een half jaar. Sjira van Loo (37) is Verzorgende Individuele Gezondheidszorg en een van de deelnemers.
Al twintig jaar werkt Van Loo in de zorg. Van Loo: “Na mijn middelbare school had ik het gevoel dat ik werk wilde doen waarin ik mensen kon helpen. En dat gevoel klopte, want ik doe mijn werk met veel plezier. De mensen met wie ik werk hebben vaak een heftige geschiedenis: oorlog, misbruik en verwaarlozing. Iemand die helemaal verwaarloosd is, probeer ik weer voor zichzelf te laten zorgen. Als dat lukt, wordt diegene weer meer mens. Daar doe ik het voor.”
Open minded
Van Loo is in vaste dienst bij Randstad. Van daaruit wordt hij gedetacheerd als verzorgende IG en werkt hij met mensen met dementie en in de psychiatrie. Van Loo: “Sinds een jaar of zes werk ik bij Randstad. En dat is een bewuste keuze, want ik wil graag op verschillende plekken werken. Zo blijf ik me ontwikkelen tijdens mijn werk. Dus het traject Medewerker van de Toekomst past precies bij mij.”
In dit traject krijgen verpleegkundigen, verzorgenden en persoonlijk begeleiders ondersteuning bij het ontwikkelen van competenties die in de toekomst nodig zijn. Die zijn onder meer goed feedback geven en communicatieve en digitale vaardigheden, zo blijkt uit onderzoek van FWG. Het traject duurt een half jaar en bestaat uit bijeenkomsten en E-learning modules.
Duidelijke afspraken
Van Loo: “Door het traject neem je even afstand van de praktijk. Zo zie je dat zorg vaak te veel sociaal wordt aangepakt. Je bent toch bang om je collega’s tekort te doen. Maar de zorg is in beweging, we moeten meer doen met minder middelen. Dan moet je creatief zijn en de zaken zakelijker aanpakken. Daar horen duidelijke afspraken bij en een andere taal. Zelf heb ik altijd de neiging om de zaken met de mantel der liefde te bedekken. Dus dan zeg ik: zullen we dit zus of zo aanpakken. Nu probeer ik te zeggen: we gaan het zus of zo doen. Dat is enorm wennen voor mij, maar het scheelt uiteindelijk wel weer wat tijd. En die kunnen we goed gebruiken.”
Clowns en pastoraal medewerkers
Het beroep van Van Loo is veelzijdig. Daarom vindt hij het pluspunt dat hij via het traject kan bijpraten met collega’s: “We heten natuurlijk verzorgenden. Dat zijn professionals, maar soms is die professional een clown, een acteur of een pastoraal medewerker. Door met collega’s ervaringen uit te wisselen, leer je hoe je die verschillende rollen kan invullen.”
Verder leren
Het traject zorgt er ook voor dat Van Loo naar de toekomst kijkt: “Een droom van mij is om een vervolgopleiding te doen. Goed, daar moet tijd en geld voor zijn. Maar door dit traject merk ik dat ik het erg leuk vind om na te denken en te leren over mijn vak.”