Het kabinet doet het recht op zorg zoals dat is neergelegd in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in de uitverkoop. Het is maar de vraag of dat juridisch wel kan.
De AWBZ is ruim veertig jaar niet onder de loep genomen om te bezien in hoeverre het solidariteitsbeginsel, het recht op gezondheidszorg en de beschikbare middelen nog te dragen waren. De oplossingen zijn altijd gezocht in het uitbreiden van de AWBZ met lichtere vormen van zorg om benutting van de duurdere vormen tegen te gaan. Met als resultaat een verzwaring van de lasten van 250 miljoen euro naar ruim 25 miljard euro. Toegegeven, de altijd zo gemiste sense of urgency lijkt in Den Haag te zijn doorgedrongen.
De brief Langdurige zorg van de staatssecretaris van VWS van 25 april luidt de noodklok en kondigt ‘operatie AWBZ’ aan. Die operatie veroorzaakt een financiële onhoudbaarheid als je uitgaat van het handhaven van alle zorgvormen zoals we die kennen onder de AWBZ. VWS voorziet in een ‘kern- AWBZ’ voor de meest kwetsbare mensen. Zorg gericht op genezing of behoud van lichamelijke en geestelijke functies wordt overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. De aanspraken op extramurale zorg in de AWBZ komen te vervallen en worden overgeheveld naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Die overheveling is allesbehalve budgetneutraal. Van het AWBZ-budget zal een bandbreedte van 60 tot 85 procent, afhankelijk van zorgvorm, overgaan naar de gemeenten.
Grondslag
De overheveling wijzigt de grondslag van de zorg drastisch. Voor de AWBZ-zorg geldt een zorgplicht van de overheid. Voor de zorg die wordt overgeheveld naar de Wmo, geldt die zorgplicht niet. Daarvoor geldt een compensatiebeginsel en een per gemeente vastgesteld Wmo-beleid. Compensatie wil zeggen dat gemeenten de algemene verplichting hebben om voorzieningen te treffen voor mensen met beperkingen zodat zij zelfredzaam zijn en in staat te participeren.
Zorginhoud uitgekleed
Juist in het verschil tussen zorgplicht en compensatiebeginsel wringt de schoen. Na de overheveling zal blijken dat de ene gemeente de andere niet is. Als de zorg al in het gemeentelijke Wmo-beleid zal zijn opgenomen, is deze slechts aan de orde voor zover zelfredzaamheid en participatie worden bedreigd. Het Rijk is er dan in ieder geval vanaf: besparing bereikt, zorginhoud uitgekleed. Voor de juristen onder ons is het de vraag of het recht op gezondheidszorg nog wel wordt geëerbiedigd. Holt de stelselwijziging het recht op gezondheidszorg zo uit dat de beoogde ‘operatie AWBZ’ daarmee onhoudbaar wordt, want in strijd met artikel 22 van de Grondwet?
De overheid behoort zich op grond van het recht op gezondheidszorg verankerd in nationale en internationale wetgeving juist niet te veel terug te trekken uit de publieke taak. ‘Operatie geslaagd, patiënt overleden’ kan toch niet de bedoeling zijn van de huidige bezuinigingsronde, noch van de solidariteitsgedachte!
Tessa van den Ende
E-mail: tessa.vandenende@nysingh.nl
Tel: 038 425 92 16
Tessa van den Ende is advocaat/partner bij Nysingh advocaten notarissen N.V. Zij is gespecialiseerd in gezondheidsrecht.