Personeelskrapte is hét probleem van de Nederlandse zorg. Cijfers van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) geven daar blijk van. FZO-regio’s zoals Midden-Nederland (25 procent), Noord-Holland/Flevoland (31 procent) en Midden en Zuid-Gelderland (53 procent) kampen met forse tekorten, vaak van gespecialiseerde verpleegkundigen. Om die tekorten veel gerichter op te lossen, zou je willen dat gespecialiseerde vervolgopleidingen meer op maat en onderling te verbinden zijn. Dat zou ook goed zijn omdat het zorgprofessionals stimuleert eerder carrièrestappen te zetten. De starre scholing in de zorg is altijd een sta-in-de-weg geweest voor persoonlijke ontwikkeling. Elke overstap vroeg in het oude stelsel om een lange, zware opleiding. Verpleegkundigen moesten veel vaardigheden leren die ze al hebben of die ze helemaal niet nodig hebben. Dit demotiveert en leidt zelfs tot het verlaten van de zorg.
EPA’s
Aan deze onwenselijke situatie komt binnenkort een einde. Er wordt nu hard gewerkt aan een oplossing. Dat is het opleiden van zorgprofessionals op basis van Entrustable Professional Activities (EPA’s). Dit maakt het scholen veel gemakkelijker en flexibeler. EPA’s geven aan in welke beroepstaken een student bekwaam moet worden en welke kennis, vaardigheden, houding en gedrag daarvoor nodig zijn. Met EPA’s kunnen zorgprofessionals vaardigheden als het ware stapelen. Ze hoeven alleen de noodzakelijke vaardigheden te leren en dus niet wat ze al kunnen of niet nodig hebben in een volgende functie. Dit op maat opleiden verkort de opleidingstijd. Daar komt bij dat de zorgprofessionals met EPA’s sneller aan de slag kunnen. Ze hoeven niet alles tot in de perfectie te beheersen om te mogen beginnen. Dat kan omdat EPA vijf niveaus, the levels of entrustment, kent die oplopen van één naar vijf. De professional in opleiding (pio) kan direct aan de slag in het level waarin hij of zij al bekwaam is. Bij het bereiken van level twee mag je bijvoorbeeld al onder directe supervisie aan de slag en bij drie onder supervisie op afstand.
Portfolio
De praktijkopleidingen voor medisch specialisten werken al langer met EPA’s. Nu zijn ze ook tot de opleidingen van verpleegkundigen doorgedrongen. De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en de NVZ zagen de grote potentie ervan. Daarom startten ze in 2018 CZO Flex Level. Binnen dat programma is een nieuw flexibel stelsel voor opleidingen op basis van EPA’s ontworpen met generieke EPA’s voor basisvaardigheden en meer specifieke EPA’s voor hoogcomplexe zorg. De academies van de universitair medische centra van Groningen en Maastricht hebben deze EPA’s direct omarmd. Daarbij werken ze samen met hun digitale leeromgeving-leverancier Defacto. Deze softwareontwikkelaar bouwde in samenspraak met het UMCG en het MUMC+ een EPA Portfolio, dat onderdeel is van hun digitale leeromgeving, maar ook los, als stand-alone, koppelbaar aan andere digitale leeroplossingen, verkrijgbaar is. Dit portfolio toont de EPA’s vanuit het perspectief van de pio’s. Zij bouwen automatisch een portfolio op door leeractiviteiten uit te voeren.
Werkvloer
In Groningen en Maastricht zijn al honderden studenten opgeleid volgens de EPA-systematiek. Michel van Zandvoort, directeur van de Maastricht UMC+ Academie, ziet EPA’s als een grote vooruitgang. De scholing sluit daardoor veel meer aan op waar op de werkvloer behoefte aan is, vindt hij. “Dat komt omdat het vanuit de praktijk is bedacht. Als een collega een EPA heeft toevertrouwd, weet je dat je die persoon die taken kunt toevertrouwen.” De opbouw naar steeds specifiekere vaardigheden werkt ook beter dan het oude stelsel met lange opleidingen, gelooft Van Zandvoort. “Verpleegkundigen in opleiding kunnen stap voor stap ervaren wat het beste bij hen past. En wie al wat langer werkt kan via het halen van nieuwe EPA’s een overstap maken of afwisseling in het werk zoeken.” Ook voor ziekenhuizen zijn EPA’s volgens Van Zandvoort een uitkomst. “Zij kunnen verpleegkundigen meer opleiden voor de context waarvoor zij ze nodig hebben. Met EPA’s wordt het bovendien gemakkelijker verpleegkundigen breder inzetbaar te maken. Je ziet dat ziekenhuizen nu nadenken over welke extra EPA’s ze kunnen aanbieden aan verpleegkundigen, zodat ze hen ook op andere plekken kunnen inzetten.” Van Zandvoort hoopt dat EPA’s in de praktijk snel doorbreken. “De basis staat. De praktijk moet het nu gaan omarmen. We moeten het gebruiken zoals het bedoeld is: mensen sneller opleiden, breder inzetten en behouden voor de zorg. Niet meer praten in opleidingen maar in EPA’s. Daarvoor zijn wel een goed werkend portfolio en een landelijk register nodig.”
Register
Slimme en toegankelijke ICT is een voorwaarde voor succes van de EPA’s. Daarvoor moesten aardig wat horden worden genomen, vertelt Hans Veeger, directeur-eigenaar van Defacto. “Zorgprofessionals halen hun EPA’s bij zowel theorieaanbieders, vaak een umc, als bij praktijkopleiders, het ziekenhuis van de pio. Dat moeten ze allemaal in hun portfolio kunnen bijhouden. Bovendien wil je dat andere aanbieders van portfolio’s en elektronische leeromgeving ook de actuele EPA’s kunnen integreren. Op basis van deze probleemstelling hebben wij een oplossing gebouwd: het EPA Register. Dit is gestoeld op een oud plan voor de digitale Arbeids- en Opleidingsmarkt.” Het EPA Register van Defacto slaat alle curricula, EPA-resultaten en supervisieniveaus – onafhankelijk van de opleider waar de opleiding is gevolgd – op in een database. “Deze houden wij continu up to date, zodat gebruikers over alle actuele gegevens beschikken. Het register is zo gemaakt dat iedere leeromgeving het kan integreren. Bovendien kunnen we de distributie van de EPA’s via het EPA-register verzorgen, zodat iedereen over dezelfde versie van de EPA’s beschikt en het direct in zijn digitale leeromgeving kan inlezen. Een stukje digitale zorg die het gebruik van EPA’s enorm kan vereenvoudigen en stimuleren.”
Belofte inlossen
Met behulp van de EPA-oplossingen van Defacto is het nu mogelijk om de grote belofte van EPA’s in te lossen. Hun register geeft gebruikers inzicht in de arbeidsmarkt en welke kansen voor nieuwe capaciteit daar liggen. Zorgaanbieders kunnen nagaan welke verpleegkundigen er zijn/worden opgeleid, maar ook wat er nog nodig is om ze om te scholen. En zorgprofessionals kunnen gemakkelijk nagaan hoe ze een overstap kunnen maken (welke EPA’s moet ik stapelen?). Hoe dit in de praktijk werkt weten ze spoedig in de FZO Regio Noord. Negen ziekenhuizen gebruiken daar het EPA Portfolio en EPA Register van Defacto voor hun verpleegkundige vervolgopleidingen. Zij hebben afgesproken om hun krachten te bundelen in een gezamenlijk opleidingsprogramma. Zij zijn van plan hun arbeidsmarkt inzichtelijk te maken. Ze gaan verpleegkundigen uitwisselen en trekken samen op bij het opleiden, omscholen en bijscholen.
Toekomst
Voor het tegengaan van zorgtekorten zou het mooi zijn als deze regionale samenwerking landelijk navolging krijgt. Volgens Van Zandvoort staat of valt het succes van EPA’s met een goed werkend landelijk register. “Je moet weten wie welke EPA heeft behaald. Dat bepaalt de inzetbaarheid. Daar draait het eigenlijk om.” Van Zandvoort vindt het belangrijk dat een onafhankelijke partij het register beheert. “Je kunt het vergelijken met het BIG-register dat voor iedereen toegankelijk is. Dat wil je met de EPA’s ook.”
Veeger is het daarmee roerend eens. “Ik zie een toekomst voor me waarin we de complete arbeidsmarkt van verpleegkundigen en medisch specialisten via EPA’s transparant maken. Bij voorkeur gaat dat via een door VWS beheerd register. Laten we deze kans grijpen. Onze sector kent een enorme schaarste en hoge opleidingskosten. Dat kan fors omlaag. Maar het belangrijkste is dat we het werk en het jezelf daarin persoonlijk ontwikkelen voor zorgprofessionals veel aantrekkelijker maken.”
Hippocratez
De EPA’s worden ook al misbruikt om bepaalde zaken die inmiddels “afgevinkt” zijn niet meer te hoeven doen door opleidingsassistenten. Onder het excuus van “dat kan ik al, dat hoef ik nu niet meer te doen”.
De EPA is niet dé oplossing
We zijn van mensen in de praktijk opleiden tot een bepaalde professional verzand in het laten afvinken van hokjes door de mensen die we opleiden om daarmee te kunnen zeggen: kijk! Ze kunnen het. Ik kan het aantonen want alle hokjes zijn afgekruisd.
Typisch managersgedrag. Zo lang het kruisje goed staat klopt het vast
J Vandenberg
Bijzonder dat dit systeem zo geforceerd overschat wordt.
Onderwijskundig is het een drama mbt de verpleegkundige scholing.
De HBO-v opleiding zorgt voor veel problemen gezien de uitstroom. Het geschetste beeld van de echte realiteit correleeert niet met hetgeen de hoge school in zijn opleiding verwerkt.
Een vergissing van dit moderne zegeltjes sparen is de koppeling aan het succes bij artsen. Daar is het juridisch staartje nog al anders.
Daarnaast wordt het broodnodige mentorschap weggesaneerd door veel te veel en onnodige EPA administratie voor alle partijen.
jhmhendriks
Met belangstelling heb ik het artikel over EPA’s gelezen. En ook de eerste reacties op het artikel. Reflecterend op dit alles lijkt hier de doel-middel valkuil in het artikel op te spelen. EPA’s zijn niet meer maar ook niet minder dan een bruikbaar hulpmiddel. Om meerdere redenen die iedereen met liefde voor ‘opleiden, leren en ontwikkelen’ (Manon Ruijters, 2016) weet en ook respecteert. De vraagstukken in de leerpraktijk die om een passend antwoord vragen zijn volgens mij: 1) mag de praktijk weer leidend zijn/worden en het onderwijs dienend, 2) mag de opleidingsurennorm definitief naar het verleden (20e eeuw) en mogen we de duur van opleiden, leren en ontwikkelen (in de 21e eeuw) aanpassen aan dat wat een opleidingskandidaat in de praktijk toont, aantoont en wat loont. EPA’s zijn mijn inziens een bruikbaar hulpmiddel (leertaal) voor opleidingskandidaten in de praktijk (zorgprofessionals als trainees), voor zelf,- werk- en praktijkcoaches (begeleidingsschil in de praktijk) en werkdocenten (train-de-trainers in de praktijk). Breng het onderwijs terug naar de praktijk en laten we werken aan – moderne – flexibele praktijkgestuurde beroepsopleidingen ‘in huis en op maat’. Waarbij de evalueerbaarheid en effectiviteit van praktijkgestuurd opleiden laat zien dat het echt anders kan. Ja en dan zijn EPA’s nog steeds een bruikbaar hulpmiddel, niet meer en niet minder.