Het centrale thema van het symposium was de noodzaak aan een duidelijke richtlijn mbt infuusbeleid om op basis daarvan een actueel, kwaliteitsvol infuusbeleid in Nederland te helpen verwezenlijken. De laatste richtlijnen omtrent infuusbeleid dateren nog van 2013 (WIP) en focusten voornamelijk op infectiepreventie.
Na een introductie door Ton van Boxtel (CEO & president van het World Congress on Vascular Access) en voorzitter van de Stichting VIT, volgden presentaties van:
- Marc Königs (Anesthesioloog in het MMC Veldhoven)
- Robin van der Lee (Kinderarts en neonatoloog in het Radboud UMC Nijmegen)
- Rick van Loon (Anesthesie medewerker in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven)
- Kelly Niggebrugge (Ziekenhuisapotheker in het Haga Ziekenhuis Den Haag)
- Gertie Fillipini (Anesthesioloog in Bernhoven, Uden)
Zij gingen in op onderwerpen zoals:
- medicatie(toediening) en de verantwoordelijkheid daarover
- de bepalende factoren bij katheterkeuzes
- technologieën en technieken van inbrengen
- het onderzoek rondom patiënten met een moeilijke vaattoegang.
De specialismen van de sprekers en hun verschillende invalshoeken weerspiegelden de multidisciplinaire uitdaging van infuusbeleid. Bijna alle ziekenhuispatiënten krijgen te maken met een intraveneuze behandeling. Toch is infuusbeleid slechts een minimaal deel van het curriculum voor artsen, verpleegkundigen en paramedici. Voor Ton van Boxtel illustreert dit de noodzaak van een richtlijn: “De patiënt verdient een multidisciplinaire aanpak, ook voor IV zorg. Hiervoor is een goed onderbouwd infuusbeleid noodzakelijk met een richtlijn voor de praktijk en een eenduidige werkwijze. En de opleiding heeft hierin een centrale rol”.
De huidige realiteit in Nederland is dat elke instelling een eigen infuusbeleid heeft. Momenteel zijn er enkele initiatieven, onder andere bij de FMS (Federatie Medisch Specialisten) en V&VN (Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland) om een eenduidig infuusbeleid te stimuleren. En de SRI (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie) heeft een aantal organisaties uitgenodigd om een richtlijn voor (centraal) veneuze toegang, met een focus op infectiepreventie, mee te ontwikkelen. Maar een centraal, breed infuusbeleid, gebaseerd op evidence based literatuur ontbreekt tot nu. Daarom werkte de Stichting VIT de afgelopen maanden aan een nieuwe vasculaire toedieningsrichtlijn.
De internationale INS Infusion Nursing Standards of Practice (2021) werden door een panel van experten vertaald en aangepast aan de Nederlandse praktijk. Het doel dat wordt nagestreefd is een kader te scheppen voor de best mogelijke infuuszorg voor patiënten in heel Nederland op basis van een eenduidige, geavanceerde werkwijze die complicaties zoveel mogelijk voorkomt. Deze richtlijn of praktijkstandaarden zijn gericht op het hele infuusbeleid (perifere én centrale infusie).
De vooruitgang in vascular access technieken en technologieën staat niet stil. Er blijven vernieuwende producten op de markt komen die de kans op complicaties verminderen en er wordt bijvoorbeeld steeds meer gewerkt met echogeleid prikken. Het doel van onder andere VIT is om die vooruitgang te sturen en te optimaliseren aan de hand van een centrale richtlijn. Op die manier kan vaattoegang daadwerkelijk patient-centered worden, kunnen bevoegdheden gecentraliseerd worden en kan verspilling van middelen tegengegaan worden.
De motivatie om het infuusbeleid op een hoger niveau te tillen was duidelijk aanwezig, ook bij de meer dan 100 aanwezigen. Veel ziekenhuizen hebben een multidisciplinaire aanpak en een infuusteam of zelfs een Vascular Access Team met een opdracht voor het gehele infuusbeleid (zoals het Maastricht UMC, UMC Utrecht en het Radboud UMC in Nijmegen).
Daarbij groeit het inzicht dat vasculaire toediening gespecialiseerde kennis en kunde vereist. Rick van Loon zei daarover in zijn presentatie, “Vascular access is meer dan een kunstje of een service. Het is een specialisme”. Die toenemende specialisatie voedt zowel de noodzaak van een richtlijn of standaarden alsook de kwaliteit ervan. We moeten vanuit kennis een richtlijn onderbouwen”, beklemtoonde Marc Königs.
Een wederkerend thema in de presentaties was de juiste keuze van een vascular access device, op het juiste moment, ingebracht door de juist opgeleide persoon. Voor meerdere sprekers is de ‘UK Vessel Health and Preservation 2020’ beslisboom daarvoor op dit moment een belangrijk hulpmiddel om de beste keuze voor een bepaalde IV katheter te maken om:
- aan de behoeften van de individuele patiënt te voldoen en
- venesparend te werken.
Ook dat illustreert de noodzaak aan Nederlandse beleid en een richtlijn voor wat betreft infuusbeleid. Met de initiatieven van de afgelopen maanden en dit symposium zijn daarin alvast belangrijke stappen gezet.
BD, het BD Logo en alle andere merken zijn eigendom van Becton, Dickinson and Company of zijn verbonden ondernemingen. © 2024 BD. Alle rechten voorbehouden – BD-112323