Onder druk van covid-19 is er veel veranderd. Leidt een crisis tot versnelling van innovatie? Houden de innovaties stand? Of keren we straks weer terug naar het oude stramien? Wat moeten we doen om de goede initiatieven te behouden voor de toekomst? Daarover spraken een cardioloog, een gezondheidseconoom, een zorgverzekeraar, een patiënt en een vertegenwoordiger van de medische industrie, onder leiding van Roderik van Grieken van het Nederlands Debatinstituut, tijdens een dialoogsessie georganiseerd door Roche Diagnostics. Ieder met een eigen perspectief.
Om te beginnen: het is mooi om te kijken naar positieve lessen, maar we moeten ook niet te romantisch doen over de eerste coronagolven. Er zijn veel mensen overleden. Ziekenhuizen konden hun patienten nauwelijks kwijt. Lukas Dekker, interventiecardioloog in het Catharina Hartcentrum en hoogleraar aan de TU Eindhoven: “Het was echt letterlijk een crisissituatie. Het is de vraag of je daaruit positieve dingen een-op-een kunt extrapoleren naar de situatie straks na de pandemie. Was covid-19 inderdaad de snelkookpan voor de zorg van de toekomst?”
In contact
In ieder geval bleek opeens – met name door online informatiebijeenkomsten – van alles mogelijk in het contact tussen arts en patiënt, constateert patiëntvertegenwoordiger Dayenne Zwaagman, communicatiespecialist bij het Hartcentrum van Amsterdam UMC en zelf hartpatiënt. “Webinars hebben een veel groter bereik dan fysieke seminars. Voor een patiënt is het veel minder belastend om digitale bijeenkomst bij te wonen. Bovendien komen patiënt en arts komen makkelijker met elkaar in contact. Dat maakt de patiënt mondiger en het dwingt de specialist om helderder taal te spreken. Het is een mooie aanvulling op de gesprekken in de spreekkamer.”
Versnelling digitale zorg
Ook kwamen er door de druk op de zorg initiatieven tot stand om thuis te monitoren. Zo kunnen coronapatiënten bijvoorbeeld sinds eind vorig jaar na opname sneller naar huis, door nauwe samenwerking tussen ziekenhuizen, huisartsen en thuiszorgorganisaties. Patiënten kunnen met extra zuurstof en medicijnen onder begeleiding van hun huisarts verder aansterken. En door middel van nieuwe digitale platforms kunnen patiënten en zorgverleners eenvoudig met elkaar communiceren en heeft iedereen hetzelfde overzicht.
Door COVID is de beweging om zorg naar de thuissituatie te brengen, ondersteund met digitale middelen, versneld. “Toch zien we ook dat de trekkracht om weer terug te gaan naar de ‘oude’ werkwijze groot is, blijkt uit cijfers van het aantal digitale consulten toen het aantal corona-besmettingen daalde. Wat jammer is, want veel patiënten hebben hiervan ook de positieve kanten ervaren. Wij willen de groei van de nieuwe, digitale toepassingen graag vasthouden” zegt Arianne van Lavieren, adviseur Strategie & Innovatie bij Zilveren Kruis.
Uit de loopgraven
Er was minder wantrouwen en beter contact tussen alle betrokken partijen, ziet gezondheidseconoom Xander Koolman, associate professor aan de VU Amsterdam. “Grenzen werden vloeibaar. Ziekenhuizen, zorgverzekeraars, farmaceuten, de overheid, alle partijen kwamen uit hun gebruikelijke loopgraven. Iedereen kon elkaar vinden. Vooral de samenwerking tussen overheid en farmaceuten was opvallend – al liep Nederland hier niet voorop. Het heeft onder meer de razendsnelle ontwikkeling van vaccins gestimuleerd, iets dat normaal jarenlang duurt.”
Van Lavieren zag iets soortgelijks gebeuren tussen de ziekenhuizen onderling. “Nederlandse IC’s zijn tijdens de coronacisis op grote schaal gaan samenwerken om gegevens te delen en zo de behandeling van ernstig zieke patiënten te verbeteren. Deze data komt vooral uit IC-apparatuur zoals bewakingsmonitoren en beademingsmachines. Door de combinatie van behandelgegevens en kunstmatige intelligentie krijgt men inzicht in welke behandeling het beste werkt bij welke patiënt. Deze samenwerking, the Dutch ICU Data Warehouse, is uniek in de wereld. Zorgverzekeraars hebben gezamenlijk besloten om dit initiatief vijf jaar te financieren en door te zetten.” Zeker een blijvend resultaat dus.
Cardioloog Dekker ziet de ontwikkeling van de corona-app, die startte bij het OLVG, ook als succesvol voorbeeld van het delen van data. “Die laat zien dat het niet gaat om het verzamelen van data, maar om de informatie die je eruit haalt.”
Kwaliteit van leven
Interessant was ook de discussie over wel of niet doorbehandelen in de ouderenzorg, zo vinden de deelnemers aan de dialoogsessie. Wat is het leven nog waard als je je familie niet kunt zien? Het gesprek daarover werd genormaliseerd. Huisartsen gingen hun hele bestand afbellen om dit bij patiënten te toetsen en ook bij families thuis werd er over gesproken. Het is winst dat we nu kunnen praten over kwaliteit van leven, vinden de gesprekspartners eensgezind. “Maar dat moet dan wel gaan over alle kwetsbare groepen, en niet alleen over ouderen”, benadrukt Zwaagman.
Overheid of Google?
Voor veel ontwikkelingen geldt: de techniek en de infrastructuur zijn er al, de grootste belemmering is de mindset. “We moeten kijken hoe we de randvoorwaarden samen kunnen verbeteren”, zo vat Friso de Jong, Governmental Affairs Partner bij Roche Diagnostics, samen. “Dat vraagt visie vanuit de overheid samen met de partijen uit de zorg.” Innovatie vraagt om vertrouwen, zegt Zwaagman, van alle partijen: van artsen en zorgverzekeraars tot en met burgers en overheid.
De vraag is echter: wie of wat is de motor achter innovatie? Het is wenselijk en nodig dat de overheid de juiste randvoorwaarden creëert, want de overheid zou het algemeen belang voor ogen moeten hebben, zo klinkt het aan de discussietafel. De overheid kan met wetgeving en financiële druk standaarden laten ontwikkelen waar iedereen zich aan moet houden en waarbinnen bijvoorbeeld data gedeeld wordt. De deelnemers aan tafel zien dat liever, dan dat techgiganten als Apple, Google of Facebook over steeds meer leefstijlgegevens gaan beschikken en burgers zo standaarden gaan afdwingen. De vraag blijft hoe de overheid die rol gaat pakken binnen het ingewikkelde financiële stelsel van de Nederlandse zorg.
Systeemvraag
Leidt een crisis tot versnelling van innovatie, met duurzame resultaten? Er komen tijdens deze dialoogsessie van Roche Diagnostics veel relevante thema’s naar boven, en die werpen vaak weer nieuwe vragen op.
De kernvraag blijkt gaandeweg de discussie terug te voeren op een systeemvraag: Hoe gedragen we ons met z’n allen in het Nederlandse zorgsysteem? “We hebben een systeem met heel veel partijen”, zegt Xander Koolman. “Dat is vaak heel mooi, maar het maakt verandering lastig. Tijdens corona werden even alle hindermachten uitgezet. Toen bleek er heel veel mogelijk. Het zou mooi zijn als we dat kunnen vasthouden.” Arianne van Lavieren: “Alle partijen hebben immers allemaal hetzelfde doel, dat is de best passende zorg leveren en gezondheid stimuleren.”