Sinds 1 januari 2014 is de zorgspecifieke concentratietoets van de NZa van kracht. Over de zin van een extra toets naast het al bestaande onderzoek door de ACM, is al het nodige gezegd. Hoe hebben de eerste zorgtoetsen door de NZa in de praktijk uitgepakt?
Toets na goedkeuring ACM
Volgens de gegevens op de website van de NZa zijn inmiddels een vijftal fusies akkoord bevonden, waaronder een spoedprocedure. In vier van de gepubliceerde beschikkingen nam de NZa een besluit binnen de gestelde termijn van vier weken. Toch kan niet zonder meer worden geconcludeerd dat dit niet tot vertraging in het fusieproces leidt. Ook de fusies die voor 1 januari 2014 al waren goedgekeurd door de ACM, maar nog niet in de praktijk zijn gerealiseerd, moeten alsnog langs de NZa. Voor drie meldingen gold dat de ACM hieraan al eerder goedkeuring had verleend. Bij de meest recente beschikking was de NZa wel de eerste en in dat geval viel de beslissing na ruim zeven weken.
Aanvullende informatie nodig voor NZa
Voor de melding bij de NZa kunnen organisaties niet volstaan met het overleggen van hetzelfde dossier als bij de ACM. Ze moeten additionele vragen en extra stukken indienen. Dit verklaart mogelijk waarom de meldingen twee tot zes weken later bij de NZa zijn ingediend. Gelet op andere fusiebeslissingen die de ACM in 2013 nam, moeten er nog meer meldingen bij de NZa in de pijplijn zitten.
Vertraging fusie
In het kader van vertraging speelt er nog een ander en wellicht belangrijker punt. Partijen wensen met het voornemen tot een fusie vaak al in een eerder stadium groen licht te krijgen, bijvoorbeeld bij een voorgenomen besluit of intentieovereenkomst in aanloop naar een definitief besluit tot fusie. Anders dan bij de ACM, waarbij van belang is hoe verzekeraars en patiëntenorganisaties tegenover de plannen staan, lijkt de NZa verder te gaan. Cliënten, personeel en andere stakeholders moeten op zorgvuldige wijze en tijdig bij de voorbereiding worden betrokken, zodat zij hun oordelen en aanbevelingen hierover kenbaar kunnen maken. De zorgaanbieder moet deze oordelen en aanbevelingen vervolgens ook op overtuigende en beargumenteerde wijze meewegen in de besluitvorming tot concentratie.
Dit laatste vereist dat aan een goedkeuring veelal een meer definitieve besluitvorming ten grondslag zal moeten liggen. Nu vanaf dit jaar eerst goedkeuring van de NZa is vereist alvorens de ACM aan zet is, schuift hiermee ook het moment op waarop partijen zekerheid hebben of de fusie mededingingsrechtelijk in orde is. Zowel absoluut als in de fase van de totstandkoming van de fusie.
Draagvlak kan succes vergroten
Voor de zorgtoets moeten de medezeggenschapsraden vooraf hun definitieve oordeel en advies geven. De zorgaanbieders moeten dit meenemen of in ieder geval beargumenteerd weerleggen. De geachte hierbij is dat het ex ante toetsen naar de betrokkenheid van stakeholders de kwaliteit van de zorgverlening – ook na de concentratie – ten goede komt. Daar is natuurlijk wel iets voor te zeggen. Een fusie komt voor het personeel bovenop de vele veranderingen die van hen al veel aanpassingsvermogen verlangen. Door belanghebbenden serieus te betrekken bij het besluit tot fusie neemt de kans dat het besluit binnen en buiten de organisaties breder wordt gedragen toe. Dit kan ook het uitvoeringstraject bespoedigen.
Procedurele toetsing
De besluiten van de NZa geven weinig inzicht in de beoordeling van de meldingen. De toetsing is naar eigen zeggen zuiver procedureel. De NZa toetst of aan de vereiste punten is voldaan. Uiteraard is de toetsing de facto wel deels inhoudelijk nu deze aan subjectieve normen moet voldoen. Naast het eerder genoemde oordeel over de zienswijze van betrokkenen moet de NZa onder andere beoordelen of partijen goed hebben nagedacht over het doel en de gevolgen van de concentratie. Hierbij ontkomt de NZa er niet aan om ook inhoudelijk te toetsen. Hoe deze open normen worden geïnterpreteerd en op welke wijze zorgaanbieders hieraan kunnen voldoen, is helaas niet uit de besluiten op te maken.
Goede voorbereiding is belangrijk
Voor zorgaanbieders die willen fuseren, verandert er dus wel wat met de nieuwe toets. De elementen van de zorgspecifieke toets voeren de administratieve druk op en kunnen tot vertraging leiden. Om de vaart er in te houden, is het zaak om de melding bij de NZa zo goed mogelijk voor te bereiden, zodat de aanvraag volledig is en direct in behandeling wordt genomen. Zorgaanbieders moeten het moment waarop zij de toets aanvragen en de aanvullende informatie die nodig is goed verankeren in het plan van aanpak rond de gehele fusie.
Wilt u meer weten over deze nieuwe fusietoets? Neem dan contact op met drs. Frank van der Lee of mr. Christel Vissers van de BDO Branchegroep Zorg.