In een prachtige groene omgeving van Kasteel Cortenbach ging het over grote vragen. Hoe maken wij de zorg beter? Hoe kan de zorg een bijdrage leveren aan verduurzaming, en de strijd tegen klimaatverandering? Is de huidige verpleegzorg nog houdbaar? Kan zorgtechnologie een oplossing zijn voor de almaar toenemende zorgvraag? En hoe zorg je ervoor dat je als zorginstelling een ‘aanstekelijke werkgever’ bent? “De zorg is onze gedeelde verantwoordelijkheid,” benadrukte Yvonne Biemans, algemeen directeur van kennis- en netwerkpartner Assist Zorg, initiatiefnemer van De Praktijk. “Maar er is nog een kloof tussen de wetenschap en de dagelijkse zorgpraktijk. Wij willen die kloof dichten.”
Duurzaamheidsopgaves
Radicale stappen zijn in dat opzicht niet alleen wenselijk, maar zelfs noodzakelijk, want de zorg staat voor grote uitdagingen. En die liggen niet in een verre toekomst: het huidige systeem is simpelweg niet houdbaar als we nu geen maatregelen nemen. Om problemen als exploderende zorgkosten, personeelstekorten en duurzaamheidsopgaves het hoofd te bieden moeten we ze misschien wel op een andere manier benaderen dan we tot nu toe gewend waren. Het leidde gedurende een zonovergoten dag tot levendige debatten, onder leiding van moderator Simon Broersma, hoofdredacteur van Skipr.
‘Anders kijken’ was ook het motto van de welbekende, pas 23-jarige Teun Toebes, die het plenaire deel mocht aftrappen. De als verpleegkundige opgeleide Toebes verblijft sinds twee jaar op de gesloten afdeling van een verpleeghuis, waar hij kamer, douche en toilet deelt met zijn bejaarde huisgenoten. Zo kwam hij tot het inzicht dat de huidige verpleeghuizen bewoners zieker, afhankelijker en hulpelozer maken dan ze in feite zijn. In onze drang om elk bestaansrisico uit te bannen hebben we een ‘dode omgeving’ gecreëerd, waarin de bewoners bijna alle vrijheid is ontnomen. Met zijn systeemplafonds, linoleumvloeren, ziekenhuisdekentjes, voorverpakte plakjes kaas en nepplanten is deze zorg niet alleen peperduur, het leven ‘binnen’ sluit volstrekt niet meer aan bij de buitenwereld.
“We moeten de verpleeghuiszorg de-institutionaliseren, en de menselijkheid terugbrengen,” zei Toebes, in een hartstochtelijk pleidooi. Hij trok de vergelijking met Moldavië, een van de armste landen van Europa, dat hij onlangs bezocht. Daar stond één verpleegkundige voor 27 bewoners van een instelling, met alle ziektebeelden door elkaar, van mensen met dementie tot suïcidale jongeren. Het kostte maar 150 euro per patiënt per jaar, maar in tegenstellig tot de Nederlandse verpleeghuizen was er wél een gemeenschapsgevoel, want de bewoners zorgden ook voor elkaar. Dat gevoel moeten we terugvinden, vond Toebes.
Radicale jaren ’20
Voorlopig kampt de zorg echter met acute bezettingsproblemen, veel meer nog dan andere sectoren. Hoe haal je als zorginstelling de goede mensen binnen in een krappe arbeidsmarkt? Arbeidsmarktstrateeg Wim Davidse en ‘societal marketeer’ Paul Ubachs introduceerden het begrip ‘aanstekelijk werkgeverschap’. In de loop van het jaar organiseren ze hier ook een aantal masterclasses over – één van de concrete initiatieven die nu al uit De Praktijk is voortgekomen. In de ‘radicale jaren ’20’ voltrekken zich volgens Davidse en Ubachs tal van ingrijpende veranderingen: vergrijzing, veranderende baan- en leefeisen, stagnerende arbeidsproductiviteit en disrupties als een coronapandemie, om maar iets te noemen. In zo’n extreem beweeglijke context moet je als zorginstelling je mensen kunnen raken met een goede propositie en een opwindende organisatie. Hoe? Door een relevant verhaal te hebben, dat mensen daadwerkelijk in beweging brengt, omdat ze er in geloven. En dat begint allemaal met de beantwoording van een aantal essentiële vragen. Hoe ziet onze ideale situatie eruit? Hoe kunnen we daar komen? Wat is ons gedeelde belang?
Dit ‘gedeelde belang’ sloot weer aan bij het verhaal van journalist Joost Bijlsma en oud-zorgbestuurder Cathy van Beek (o.a. Radboudumc en Maartenskliniek). Zij schreven het boek Heel de Zorg, waarin ze met tal van voorbeelden laten zien hoe de zorg duurzamer, gezonder en beter kan. Want vreemd genoeg is de zorg op dit moment één van de ongezondste sectoren om in te werken, met niet alleen torenhoge verzuimcijfers, maar ook een aanzienlijke ecologische voetafdruk. “De zorgkosten rijzen de pan uit, we putten de mensen uit en we putten de aarde uit,” zo vatte Bijlsma het kernachtig samen. Hij illustreerde dit onder andere met plaatjes van de schrikbarende hoeveelheid afval die de zorg produceert.
“Klimaatverandering is de grootste bedreiging voor de volksgezondheid,” stelde oud-bestuurder Van Beek nuchter vast. Maar tegelijkertijd kan de zorg volgens haar met heel concrete, praktische maatregelen ook een steentje bijdragen aan een duurzamer samenleving. Bijvoorbeeld door voedselverspilling tegen te gaan, klimaatneutrale gebouwen neer te zetten, over te stappen op duurzame dienstkleding, voorrang te geven aan preventie, medicijngebruik terug te dringen, en meer zorg op afstand te organiseren (“van bricks naar clicks”). Niet alleen goed voor het klimaat, maar ook goedkoper voor de samenleving.
Data-gedreven zorg
Sandjai Bhulai, hoogleraar Business Analytics aan de VU Amsterdam, liet op buitengewoon prikkelende wijze zien hoe slimme data-analyse kan bijdragen aan ‘data-gedreven zorg’. Als voorbeeld noemde hij de ambulancezorg in de provincie Flevoland. Door middel van data-analyse kun je ‘voorspellen’ waar in Flevoland relatief de meeste ongelukken zullen plaatsvinden, en waar je de dure ambulances dus het meest efficiënt kunt inzetten, om de aanrijtijd zo kort mogelijk te maken. Soms zijn de conclusies van data-analyse contra-intuïtief, en soms zijn er praktische beperkingen, maar een klein beetje meer flexibiliteit kan volgens Bhulai al een groot verschil maken.
In het algemeen was de coronacrisis natuurlijk een belangrijke katalysator voor de inzet van meer technologie in de zorg (“An app a day keeps the doctor away,” zei Bhulai gekscherend). De technologie zelf is meestal ook het probleem niet – zorg op afstand in diverse vormen is bijvoorbeeld technisch allang mogelijk. De vraag voor de sector is volgens Bhulai eerder: wat is precies je doel als je technologie inzet, en hoe gebruik je het zo efficiënt mogelijk?
Dit kwam ’s middags ook aan de orde in één van de deep dives, over zorgtechnologie, geleid door KPN Health. Technisch is er van alles mogelijk; de vragen rond toepassing in de zorg zijn vaak meer van organisatorische aard. Waar kun je technologie het beste inzetten? Welke van de talloze toepassingen kies je? Hoe ga je om met het delen van data? Is je software schaalbaar? Een zorgrobot aanschaffen klinkt leuk, maar als het de werkdruk niet wezenlijk verlicht, wat is dan de zin? Ook in de deep dive van Sandjai Bhulai, over data-gedreven zorg in de wijk, werden deze vragen besproken. Voorlopige conclusie was dat technologie, mits op de juiste manier ingezet, een grote bijdrage kan leveren aan meer mensgerichte zorg, waardoor mensen vaker en langer thuis kunnen blijven wonen.
Leren en kopiëren
Kennis delen in de zorg is cruciaal, zo werd ook weer duidelijk tijdens de afsluitende plenaire sessie, waar deelnemers alle waardevolle indrukken van de dag nog eens konden laten bezinken. Die conclusie bewees indirect de enorme meerwaarde van een platform als De Praktijk, waar professionals zoveel mogelijk van elkaar kunnen leren en kopiëren – want ideeën pikken van een ander is in deze context volledig geoorloofd. Te vaak blijven vernieuwingen in de zorg steken in tests en pilots. In De Praktijk wordt iedereen juist aangemoedigd om daadwerkelijk radicale stappen te zetten; niet over een tijdje, maar meteen.
Voetbalbestuurder Michael van Praag, die in de ochtend al had gesproken over het belang van de bereikbaarheid van sport voor de samenleving, gaf in zijn afsluitende bijdrage het belang van een goed verhaal nog een extra dimensie. Hij benadrukte hoe waardevol een goede, charismatische leider is als boegbeeld van een organisatie. Zijn belangrijkste les: wees altijd zichtbaar. “Ik weet nooit wie nu de directeur is van een ziekenhuis of van een grote zorgverzekeraar,” zei van Praag. “Ze laten altijd de woordvoerder het verhaal doen, als er slecht nieuws is, maar ook als er iets moois valt te vertellen. Weg met die woordvoerders! Je moet daar zélf gaan staan. En zeg als leidinggevende nooit: mijn deur staat altijd open, want dan weet je zeker dat er niemand komt. Je moet je mensen zelf opzoeken.”
“Durf anders te kijken en anders te doen,” sloot Yvonne Biemans een inspirerende en productieve dag af. “Durf ook andere sectoren toe te laten als het gaat om ondernemerschap en executiekracht. Heb lef en toon leiderschap.”