Help, ons ROM-percentage moet omhoog! De Routine Outcome Monitoring zoals die door verzekeraars wordt gevraagd, stelt menig GGZ-instelling voor een stevig vraagstuk. Wat doen we om het ROM-percentage te verhogen?
Stellen we een noodplan op? Nemen we een callcenter in de arm? Of laten we onze administratieve mensen overuren draaien? Hoogste tijd voor een goed gesprek over het spanningsveld tussen bedrijfsvoering, ROM en kwaliteit.
Om met het goede nieuws te beginnen: operations director Peter Lamme van adviesbureau P5COM vertelt dat het bij een gemiddeld grote, geïntegreerde GGZ-organisatie niet langer dan vier tot zes maanden hoeft te duren voordat de ROM-percentages op orde zijn. “Maar”, zo vervolgt hij, “het zou een gemiste kans zijn om het puur en alleen bij het percentage te laten. De tijd die nodig is voor de uitvoering van een volledige ROM door de behandelaar zelf (voormeting, tussenmeting, eindmeting), wordt door de verzekeraar vergoed. Je kunt het als indirecte tijd declareren. Als de behandelaren zelf de ROM uitvoeren, is de respons automatisch een heel stuk hoger. Vervolgens zit er nog wat administratie aan vast. Maar als je de moeite toch al neemt, kun je de ROM maar beter écht goed implementeren. Zodat je niet alleen de administratieve lasten en kosten hebt, maar ook van de voordelen profiteert.”
Een goede ROM
Wat zijn die voordelen dan, en wat is een ‘goede’ ROM? – Jan Tromp, die destijds als bestuurder van Breburg intensief betrokken was bij de begintijd van de ROM binnen Synquest en nu als bestuursadviseur verbonden is aan P5COM, antwoordt: “Een goed georganiseerd ROM-traject is primair een zeer zinvol en handig hulpmiddel voor behandelaren. Je kunt op transparante wijze met de cliënt het gesprek aangaan over de klachten, de verbeteringen en het verloop van de behandeling. Het raakt de shared decision-making en het helpt bij het prioriteren. ROM is een uitstekend instrument om samen in een veilige, open sfeer te werken aan de verbetering van de zorgkwaliteit voor je cliënten of patiënten en jezelf als behandelaar. Je kunt er een positieve dynamiek mee op gang brengen waardoor iedere behandelaar zich steeds verder ontwikkelt. Natuurlijk kost zoiets moeite en je moet er hard aan werken om iedereen mee te krijgen. Maar je kunt er het verschil mee maken. Het maakt het werk interessanter, transparanter, het biedt zicht op wat je doet, het zorgt dat je minder makkelijk afgeleid raakt. Wie in de GGZ werkt, heeft al gauw een zwaar vak. Goed gereedschap kan dan helpen. Met routine outcome monitoring krijg je het ook beter boven water als een depressie bijvoorbeeld wel voorbij is, maar cliënt vervolgens ook een persoonlijkheidsstoornis blijkt te hebben. En ROM kan helpen bij iets wat voor iedere therapeut wel eens moeilijk is: het tijdig beëindigen van de behandeling.”
Jan Tromp vertelt verder: “Eigenlijk is de ROM ontwikkeld als een intern instrument, waarmee je niet alleen behandelingen, maar ook behandelaren en afdelingen qua resultaten met elkaar kunt vergelijken. Uiteindelijk kun je ook het effect van nieuwe, innovatieve behandelingen gaan meten. En dat vervolgens vergelijken met dat van de behandeling die je gewend was te geven. Met als doel steeds betere behandelingen te ontwikkelen en van elkaar te leren. De oorspronkelijke ROM heeft een begin-, een midden- en een eindmeting. En zelfs ook een meting die zes maanden of een jaar na de behandeling plaats kan vinden. Zodat je ook kunt meten wat je werk op de lange termijn voor je patiënten heeft betekend. Op die manier maakt ROM juist ruimte voor innovatie en kan het ook heel goed aantonen wat de behandelingen zijn waar je als behandelaar, als afdeling of als organisatie juist heel goed in bent.”
Ruimte voor innovatie
Komen we wel toe aan innovatie en kwaliteit, nu de GGZ zo onder druk staat? – Peter Lamme antwoordt: “Jawel, juist in deze tijd is kwaliteit iets waar je bewust in kunt, en misschien ook wel moet investeren. Dat is ook mogelijk, als je je organisatie goed inricht. Vergeet niet: de ROM laat ook zien waar je als afdeling of instelling goed in bent. Als je je kernkwaliteiten cijfermatig kunt onderbouwen, sta je als organisatie stevig in je schoenen. En helemaal als je je zorgpaden goed op orde hebt, kun je met behulp van de ROM continu werken aan verscherping en verbetering van je behandelaanbod. Je kunt proberen te kijken waar de behandeling mogelijk effectiever kan. Het gaat vaak om ernstig psychisch lijden; we willen zo veel mogelijk mensen snel, efficiënt en zo goed mogelijk helpen. Tien jaar geleden moest je voor bepaalde operaties tien dagen lang het ziekenhuis in, nu mag je al na drie dagen naar huis. Als je zoiets voor de GGZ kunt bereiken, dan is dat toch eigenlijk voor ons allemaal iets om ontzettend trots op te zijn?”
Vragenlijsten SBG
Maar hoe zit het dan met de vragenlijsten van de Stichting Benchmark GGZ? – Jan Tromp antwoordt: “De kritiek op de vragenlijsten in het artikel van Van Os, Kahn, Denys en anderen is beslist niet onterecht. Dus laten we met z’n allen ons best doen om de vragenlijsten snel te verbeteren. Laten we zorgen dat de vragenlijsten over een paar jaar niet in tachtig, maar in negentig procent van de situaties geschikt zijn. Uitzonderingen zullen er altijd zijn; ieder model zal daar altijd ruimte voor moeten bieden. Overal in Nederland wordt nu met ROM gewerkt; dat biedt ons in principe een groot cohort en veel potentiële onderzoekers. Het is een uitgelezen kans om het instrument dóór te ontwikkelen. Als je als behandelaar een goede ROM uitvoert, kun je die gebruiken om je eigen verbeteringen en innovaties evidence-based en cijfermatig te onderbouwen. Het kan ongekende slagkracht geven aan de behandelaar, de afdeling en je hele organisatie. En we mogen best trots zijn: internationaal gezien lopen we met routine outcome monitoring voorop.” Peter Lamme vult aan: “We werken toch al met ROM, dus laten we het zo inrichten dat je er je voordeel mee doet.” Jan Tromp besluit: “Een goed geïmplementeerd ROM-traject dwingt af dat GGZ-organisaties teruggaan naar de kern van de zorg: de behandelaar en de cliënt.” (Interview: Christine Elion)
Meer weten? Neem dan contact op met P5COM.